128 MAANDAG 14 MAART 1938. Praeadvies motie-van Weizen; regeling gas en electriciteits- tarieven, waarbij de minimum-inkomens van f1200.van (Voorzitter e.a.) verhooging zijn vrijgesteld. waarin de Lichtfabrieken de electriciteit rechtstreeks aan de ingezetenen leveren. Het is niet twijfelachtig, dat de aan een dergelijken maatregel verbonden bezwaren veel grooter zullen zijn dan het nut, dat men er mede beoogt. Namens het College ontraadt spreker aanneming van de motie- van Weizen. De motie van den heer van Weizen wordt verworpen met 27 tegen 7 stemmen. Tegen stemmen: de heeren Beekenkamp, van Rosmalen, van der Reijden, Goslinga, van der Tas, Wilbrink, Hessing, Tepe, Splinter, van Stralen, Verweij, Würtz, Carton, de Reede, Groeneveld, Wilmer, mevrouw Braggaar, de heeren Aran Eek, Lombert, mevrouw de Cler, de heeren Valentgoed, Coster, Jongeleen, van der Laan, Eikerbout, van der Kwaak en Tobé. Vóór stemmen: de heeren Snel, Manders, van der Voort, Bergers, Schüller, van Weizen en Dubbeldeman. (Ook Mevrouw Braggaar was inmiddels ter vergadering gekomen.) XVII. Praeadvies op het adres van de afdeeling Leiden van den Nederlandsehen R.K. Bond voor Groote Gezinnen in zake het verleenen van een korting op de gas- en eleetrieiteits- prijzen ten behoeve van kinderrijke gezinnen. (35) De heer Coster betreurt het, dat hij bij de stemming alleen bleef staan, toen in de Commissie voor de Lichtfabrieken het adres werd behandeld. Spreker had gedacht, dat ook in de kringen van de heeren van Eek, Goslinga en de Reede kinderrijke gezinnen bestonden, die van het gevraagde tarief stelsel hadden kunnen profiteeren. Spreker zou het van belang achten, indien de Raad een sociale daad verrichtte. In de groote gezinnen ligt de toekomst. Uit de groote ge zinnen komen in de toekomst de belastingbetalers, de men- schen voor handel, industrie en handarbeidzij komen daaruit althans meer dan uit de kleine gezinnen. Spreker meent daarom, dat het verzoek, in het adres gedaan, voor in williging vatbaar is. In Tilburg heeft de Raad met algemeene stemmen (dus ook met die van de sociaal-democraten) besloten een dergelijk tariefstelsel in te voeren, waarbij geen grens voor het gezins inkomen is gesteld, omdat men aanneemt, dat het verschil, dat bestaat tussehen de omstandigheden van een gezin zonder kinderen en een gezin met 6 a 8 kinderen, bij een ge zinsinkomen van 1.200.— even groot is als bij een gezins inkomen van 3.000.of 4.000. In Tilburg kost de regeling 6.000.per jaar. Spreker wil de financiën van de Lichtfabrieken niet in de war sturen en daarom zou hij, kostte de invoering van het gevraagde tariefstelsel in Leiden ook 6.000.dit bedrag uit den post „onvoorziene uitgaven" willen overhevelen naar de kas van de Lichtfabrieken. De administratieve bezwaren kunnen niet zoo overwegend zijn, dat men daaraan niet zou kunnen tegemoet komen: de Burgerlijke Stand kan jaarlijks den Lichtfabrieken een op gave van het aantal gezinnen en het aantal kinderen ver strekken. Spreker acht het daarom van belang, dat de Raad aan den wenscli, die in het adres is uitgesproken, voldoet. De heer Bergers dankt den Voorzitter voor het afvoeren van dit praeadvies van de agenda van de Raadsvergadering van 14 Februari j.l. De reden, waarom aanhouding wenschelijk was, was gelegen in het onderhoud, dat het Bestuur wenschte te hebben met de fracties uit den Raad. Dit onderhoud heeft plaats gevondenspreker hoopt, dat het geholpen heeft en dat men inziet, dat het van groot belang is het groote gezin zooveel mogelijk te ontlasten. Het voornaamste bezwaar is de administratieve omslag, welke voor een regeling als deze gemaakt zou moeten worden, maar de regeling, zooals deze in Bussum getroffen is, heeft voor de administratie niet het minste bezwaar meegebracht; men heeft daarvoor zelfs niemand extra behoeven aan te nemen. In Bussum wordt aan de muntgasverbruikers, die in het algemeen onder de kleine verbruikers gerekend kunnen worden, hetzelfde tarief in rekening gebracht als aan de andere gasverbruikers, terwijl in Leiden voor muntgas één cent meer berekend wordt. In Bussum is ook voor de minst draagkrachtigen de meter- huur afgerchaft. Laat het College goed zijn sociale taak in dezen inzien en laat het bij gelegenheid trachten voor deze gezinnen iets te bereiken. Korting op gas- en electrieiteitsprijzen ten behoeve van kinderrijke gezinnen. (Goslinga e.a.) De heer Goslinga wijst op het Eijkskindertoeslagfonds van Minister Romme. De heer Bergers zegt, dat Minister Romme over de Licht fabrieken te Leiden in het geheel geen zeggenschap heeft. Dit zijn monopolistische bedrijven van Leideneigenlijk behooren deze te leveren tegen kostprijs. Wanneer een zaken man naar verhouding eenzelfde winst zou maken als de verschillende gemeentebedrijven, zooals het Slachthuis, Licht fabrieken enz., dan zou men hem voor een woekeraar aanzien. De winsten der gemeentebedrijven zijn toch wel zeer groot; het is een soort indirecte belasting. Het is jammer, dat de toestand zoo gegroeid is; de gemeente kan die winsten niet meer missen, omdat zij er geheel op drijft. De gemeente moet haar sociale taak goed begrijpen en uitvoeren. Dit is de beste wijze om de groote gezinnen en de minst draag krachtigen te helpen. Als bezwaar wordt ook genoemd, dat dit voor de buitengemeenten zou gelden, maar het zal toch wel de bedoeling zijn, dat deze gemeenten, bij inwilliging van dit verzoek, de te verleenen korting weer aan de Licht fabrieken vergoeden. Dan heeft men met de buitengemeenten niets te maken, want die zullen dan zelf voor haar ingezetenen moeten zorgen. De heer van Eek heeft, wanneer de heer Coster zich er op beroept, dat de sociaal-democraten er voorstanders van zijn, dat de gemeenschapsbedrijven ook een sociale taak vervullen, dan ook het recht den heer Coster er aan te her inneren, dat ook deze dit in toepassing moet brengenspreker heeft er echter nooit veel van bemerkt, dat de roomseh- katholieke fractie voor dit doel zooveel gevoelde. De Commissie voor de Lichtfabrieken zegt in haar advies terecht, dat niet vaststaat, dat het bezit van een groot aantal kinderen op zich zelf tot een grooter verbruik van gas en electriciteit leidt. Bovendien gaat niet altijd het hebben van een groot gezin samen met het verkeeren in moeilijke omstandigheden; het is mogelijk, dat door de inkomsten van de kinderen het gezinsinkomen tamelijk groot is. Uit het adres blijkt, dat men ook de gegoeden geldelijk wil tegemoetkomen. Spreker gevoelt daarvoor niets, want dit heeft niets te maken met de sociale taak van de ge meentebedrijven. De gedachte, de groote gezinnen eenigszins tegemoet te komen, is. op zich zelf niet kwaad, maar de toepassing van deze gedachte heeft altijd het gevolg, dat het normale tarief te hoog en indien men b.v. loontoeslag geeft het normale loon te laag wordt. Men moet de tarieven zoo maken, dat ieder van de diensten der gemeente tegen een behoorlijken prijs kan gebruik maken. Dit is beter dan bepaalde categorieën bevoordeelen, tenzij van deze vaststaat, dat zij het buitengewoon moeilijk kunnen betalen. Het laatste kan bij vele groote gezinnen het geval zijn, maar het kan ook bij vele niet het geval zijn. Spreker kan zich daarom vereenigen met het praeadvies. De heer Beekenkamp gaat bij de bespreking van dit prae advies uit van de stelling, dat zuiver theoretisch de gemeente bedrijven in het algemeen zoowel een publiekrechtelijke als een privaatrechtelijke taak hebben. De bedrijfsvoering van de Lichtfabrieken moet dus zoowel een economisch als een sociaal motief naar voren brengen. Uit dezen hoofde behoeft er noch een theoretisch, noch een principieel bezwaar ingebracht te worden tegen de idee van de gezinstarieven. De gemeentebedrijven zijn in het leven geroepen om het algemeen belang te dienen door 1°. te voorkomen, dat een of andere particulier zich zou te buiten gaan aan het voor schrijven van exorbitant hooge prijzen (waarom de over heidsbedrijven zooveel mogelijk dienen te voorkomen, dat de prijzen van gas, water en electriciteit exorbitant naar boven worden gedreven) en 2°. het maken van winst niet op den voorgrond te stellen. Hier staat tegenover, dat het algemeen belang niet wordt gediend door het willekeurig en zeer kwistig verlagen van de tarieven of het vaststellen van tarieven, die een gunstige exploitatie in den weg staan. Bij de beantwoording van de vraag, of het wenschelijk is een gezinstarief in te voeren, heeft men eenerzij ds met economische en anderzijds met sociale overwegingen te maken. Wat de economische overwegingen betreft, behoeft het economisch belang van de Lichtfabrieken zich niet a priori te verzetten tegen de invoering van een dergelijk tarief. De voorstanders hiervan gaan uit van de gedachte, dat bezitters en verzorgers van groote gezinnen evenals groote afnemers het recht hebben, een gereduceerd tarief te vragen. Toch is deze opvatting niet juist. Men gaat uit van de al te gemakkelijk geponeerde stelling, dat het hebben yan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 4