80
DONDERDAG 17 FEBRUARI 1938.
Gemeente-begrooting Algemcene beschouwingen.
(Verwcij.)
moeten worden aangewend om de begrooting te doen kloppen,
wettigt dergelijke opmerkingen geenszins.
Ook de toespeling, die gemaakt is, dat het spreker er om
te doen zou zijn toekomstige Colleges met een minder mooie
nalatenschap te laten zitten, werpt spreker van zich. Spreker
raadt den Raadsleden, die blijkbaar zoo verlangend uitzien
naar het oogenblik, waarop de belastingen zullen moeten
worden verhoogd, aan hun verlangens in toom te houden;
alles kan niet tegelijk; alles op zijn tijd. Sprekers streven
zal er echter op gericht zijn de gemeente voor noodlijdendheid
te bewaren, indien dit althans mogelijk zal blijken.
Met Dr. Keij betreurt spreker in hooge mate het besluit
van Gedeputeerde Staten, waarbij is vernietigd het raads
besluit tot den bouw van een Sportfondsenbad met de daaraan
verbonden open zweminrichting. Het gemeentebelang zou
zeer zijn gediend met uitvoering van de plannen; daarom
betreurt spreker dezen gang van zaken zeer.
Op de vraag, op welke wijze de gemeente zal trachten te
voorzien in de behoefte aan een open bad in Leiden, ant
woordt spreker dat de te dien aanzien bestaande plannen
door het gemeentebestuur worden bevorderd; zoo is op het
oogenblik in onderzoek de vraag, op welke wijze en waar
een open bad zal moeten worden gebouwd.
Op de opmerking van den heer de Reede, dat het sluitend
maken van de begrooting dit jaar eenvoudig is geweest en
dat daarom de begrooting wel wat vroeger had kunnen ver
schijnen, antwoordt spreker dat men deze zaak kan ver
gelijken met een kostbaren maaltijd, waaraan veel moeite
besteed is, maar die zeer spoedig gebruikt is. Zoo ook de
begrooting: heeft men die eenmaal voor zich, dan heeft men
weinig idee van den geweldigen arbeid, die daaraan is vooraf
gegaan.
Er is gevraagd een nadere specificatie van den post van
10.000.op de begrooting voor bezuiniging door alsnog te
nemen maatregelen. In de eerste plaats is bij het College in
voorbereiding een plan tot samenvoeging van Maatschappelijk
Hulpbetoon met den Dienst voor Sociale Zaken. In de tweede
plaats is voor 1938 reeds een reëele besparing verkregen van
1.500.op de salarissen van den Directeur van de Laken
hal, den Archivaris en den Veearts; door vertrek dezer
ambtenaren en aanstellen van nieuwe en jongere ambtenaren
is hierop een besparing verkregen van 1.500.In de derde
plaats wijst spreker op de mogelijkheid van conversie van
geldleeningen, welke mogelijkheid in 1938 in verband met
de zeer ruime kapitaalmarkt zeer zeker aanwezig zal zijn.
In de vierde plaats zal voorgesteld worden de vergoeding
voor de administratiekosten aan de bijzondere scholen, welke
vergoeding in Leiden aanmerkelijk hooger is dan in andere
gemeenten, eenigszins te verminderen, hetgeen een besparing
zal opleveren van 1.200.
Het College is gaarne bereid de uitermate ingewikkelde
materie van de instelling van een Leeningfonds in studie te
nemen, waarbij uiteraard de Commissie voor de Financiën
een woordje zal medespreken.
Den heer Beekenkamp, die informeerde naar den stand
van zaken inzake de sportvelden aan den Leidschen Hout,
antwoordt spreker dat de plannen daarvoor op het oogenblik
door Gemeentewerken uitgewerkt worden.
Den heer Tobé, die informeerde naar de mogelijkheid van
verlaging van de uitgaven van het Slachthuis, wijst spreker
er op dat de vaste lasten, dus de kapitaalverstrekking, uiter
aard niet verminderd kunnen worden. Een eventueele be
sparing bij het Slachthuis zou moeten gaan ten koste van het
personeel, in dien zin dat bij teruggang van het bedrijf zou
blijken, dat er te veel personeel was, hetgeen echter niet
gebleken is. Bovendien heeft dit bedrijf in handen de uit
voering van de Yleeschkeuringswet en besparing op dit bedrijf
door ontslag van personeel zal tot gevolg hebben, dat de
vleeschkeuring in deze gemeente minder intensief zal ge
schieden. In dezen tijd moet men echter zeer voorzichtig
zijn met verslapping van de keuring. Bij overleg met den
Directeur van dezen dienst is gebleken, dat op die uitgaven
zeer bezwaarlijk kan worden bezuinigd. De door de Ijsfabriek
genomen maatregel had, overeenkomstig de aanwijzingen,
door den heer Tobé zelf gegeven, de strekking de kruimels,
die nu eenmaal het brood moeten vormen, niet verloren te
doen gaan. Die maatregel is getroffen in overleg ook met de
particuliere ijsfabriek, die in Leiden bestaat. Er is een over
eenkomst gemaakt, waardoor een bepaalde ondernemer, die
als klant weggegaan was, voor de Ijsfabriek behouden is
gebleven.
Het College zal verder tot opheffing van het Waschbureau
overgaan, indien blijkt dat daaraan geen behoefte meer
bestaat en indien er geld bij zou moeten. Op het oogenblik
kost dit bedrijf geen geld aan de gemeente; uit de balans
van dit bedrijf vanaf de oprichting totnutoe blijkt, dat het
Gemeente-begrooting Algemeene beschouwingen.
(Verweij e.a.)
over het algemeen nog winst voor de gemeente heeft op
geleverd.
De tegenwoordige tijd is ernstig en vol spanningen. Soms
krijgt men het gevoel, alsof de maatschappij schudt op haar
grondvesten en dreigt ineen te storten. De grondslagen der
maatschappij vragen om vernieuwingeen wereld, die zooveel
gedwongen werkloosheid en zooveel oorlogsdreiging biedt, is
in wezen toch zedelijk veroordeeld en practisch onhoudbaar.
Vandaar dat spreker dezen tijd beschouwt als een periode in
een ontwikkelingsgang, dien men zal hebben te doorworstelen.
Nieuwe vormen en gedachten zullen zich baan breken, omdat
het vrije spel der maatschappelijke krachten zijn eigen onder
gang zal veroorzaken. De tijd zal komen, dat allen die ver
langen naar vernieuwing van de maatschappelijke orde, de
handen ineen zullen moeten slaan. Voorzoover men te Leiden
daaraan zal hebben mede te werken, hoopt spreker zijn aan
deel in dien arbeid te mogen bijdragen. Hieruit moge blijken,
dat spreker den moed en de hoop op betere dagen nog geens
zins verloren heeft. Integendeel! Met aanpakken en samen
werken kan nog heel wat in het belang van de gemeente
gedaan worden.
De heer Wilbrink zegt, dat gewezen is op het feit, dat ten
aanzien van verschillende zaken er in het College verschil
van meening heerscht. Spreker beschouwt het echter niet
als een nadeel, wanneer er verschil van opvatting en van
inzicht in het College is. Het voordeel, dat de zaken daardoor
scherp en nauwkeurig worden bestudeerd, weegt zeker op
tegen de eventueele nadeelen daarvan. Als democraat staat
spreker echter op het standpunt, dat de meerderheid het
gelijk aan haar zijde heeft.
Wat betreft de oprichting van een nieuwen dienst voor
de zuivering van woonhuizen, dit is eigenlijk geen nieuwe
dienst. De Gemeente-Reiniging heeft tot nu toe steeds de
zuivering van de gemeentelijke woningen verricht, maar in
de praktijk is het noodzakelijk gebleken, de outillage van
dezen dienst te verbeteren in het belang van een doeltreffende
bestrijding van het ongedierte. Om deze redenen heeft zoowel
de Commissie van Fabricage als het College zich eenstemmig
vereenigd met het voorstel van den Directeur van de Ge
meente-Reiniging om dezen dienst op deze wijze uit te
breiden en te verbeteren. Voorop stond dus niet de bedoeling
concurrentie aan te doen aan een bepaalde groep midden
standers, maar uitsluitend het algemeen belang, dat ook
aan deze zaak verbonden is. Waar hier het groote belang
van de hygiëne in het geding komt, kan men niet zeggen
dat het hier ook een particulier belang betreft; het geldt
hier een algemeen belang. Betrof het alleen maar het instellen
van een dienst om te concurreeren met de middenstanders,
dan zou spreker een van de laatsten zijn om daartoe over
te gaan; dan zou dit sprekers medewerking niet hebben
verkregen. In vele plaatsen zijn reeds dergelijke diensten
ingesteld. Waar men gevallen tegenkomt, dat de woningen
zeer sterk besmet zijn met ongedierte, zoodat men deze met
de mechanische middelen niet meer reinigen kan, zou de
ontsmetting door gassing moeten gebeuren, hetgeen zeer
gevaarlijk is en dan ook alleen mag geschieden door des
kundig personeel. Waar dergelijke gevallen voorkomen en
het personeel van de Gemeente-Reiniging daarvoor opgeleid
is, en ook de Directeur blijkens het door hem behaalde
diploma op dit gebied deskundig is, kan men aannemen dat
het niet de bedoeling is, de middenstanders, op dit gebied
werkzaam, daarvan te verdrijven.
De heer Eikerbout achtte het tarief voor deze werkzaam
heden te hoog. Hiervoor zijn echter geen tarieven vast
gesteld; het door hem genoemde bedrag heeft hij ontleend
aan de tarieven, opgenomen in de Maandagmiddag j.l. vast
gestelde verordening, die betrekking had op de eigenlijke
ontsmetting. Deze staat geheel op zich zelf; spreker zal
eerst eens zien, hoeveel deze zuivering van ongedierte kost;
het is echter gebleken, dat de zuivering door den Reinigings
dienst van de gemeentelijke woningen goedkooper kon ge
schieden dan door particuliere zuiveraars. Spreker zal deze
geheele zaak, ook de quaestie van de jaarlijksche contróle,
nog eens bekijken en zien, hoe die zich zal ontwikkelen.
De heer Manders wees op de wenschelijkheid van ver
betering van de exploitatie van het grondbedrijf; de heer
Schüller informeerde naar de bedoeling van de op blz. 17
van de Memorie van Antwoord door het College gedane
mededeeling, dat bij het College in overweging is, welke
maatregelen tot bevordering van verkoop van grond zouden
kunnen leiden. Het College is ook overtuigd van de nood
zakelijkheid van verbetering van de exploitatie van het
grondbedrijf; het College is zoozeer doordrongen van de
noodzakelijkheid, dat alle organen van het gemeentelijk
leven moeten medewerken tot een zoo zuinig, maar ook