70 WOENSDAG 16 FEBEÜAEI 1938. Gemeente-begrooting Algemcene beschouwingen. (Snel e.a.) Ten aanzien van de distributie van versche groenten her innert spreker er aan, dat het College een volledig uitgewerkt plan bij den Eaad heeft ingediend en een gedeelte van den Eaad den eisch stelde, dat bij de uitvoering van den maatregel de tusschenhandel moest worden ingeschakeld, waartoe het College, gelet op de ervaringen in andere gemeenten, niet bereid was mede te werken. Toen men echter den eisch hand haafde, kwam het College niet meer met dit voorstel bij den Eaad terug. Spreker blijft dan ook van meening, dat het aan ongemotiveerde tegenwerking is te wijten, dat de distri butie van goedkoope groenten niet heeft plaats gehad. Men heeft van dezelfde zijde bezwaren geuit tegen het voorstel in zake de verstrekking van goedkoope schoen reparatie, waarbij de heer Wilmer zich de smalende opmer king veroorloofde, dat men het kwartje van Minister Eomme toch nog beter zou achten dan de 5 cent van Wethouder van Stralen. Het is daarom wel verklaarbaar, dat spreker in de raadsvergadering van 20 December 1937 (Handelingen bl. 332) zeide, dat het er ernstig op begint te lijken, dat men het er op aanlegt, dit College te beletten iets te doen, waardoor aan den nood der werkloozen wordt tegemoet gekomen. Spreker uit zijn vreugde over het feit, dat men de 5 cent van Wethouder van Stralen meer waardeert dan het kwartje van Minister Eomme, zooals blijkt uit de omstandigheid, dat een organisatie, waarvan slechts 5 leden zich voor de spaarregeling opgaven, 100 opgaven voor gebruikmaking van den schoeiseldienst heeft ingezonden. De heer Tobé verheugt er zich over, dat de heer van Eek door te spreken over de ellende en de smart, die achter groote spiegelruiten worden geleden, heeft doen blijken, dat ook in de kringen der sociaal-democraten wordt begrepen, in welken toestand de middenstanders thans verkeeren. Toch vragen de heer van der Tas en spreker in hun voorstel in zake verlaging van de electriciteitstarieven (No. 13) geen tariefsverlaging voor de middenstanders persoonlijk. Zij vragen dus niet, de middenstanders vrij te stellen van de indirecte belasting, die in de tarieven is verwerkt. Wel vragen zij verlaging van de tarieven voor de middenstandsbedrijven en -winkels, omdat de middenstanders op het oogenblik eigenlijk een dubbele indirecte belasting betalen. De indirecte belasting, welke zij voor hun bedrijven en winkels moeten opbrengen, is zuiver een bedrijfsbelasting geworden en toch zouden de raadsleden, behoudens een enkele uitzondering, in de huidige omstandigheden een bedrijfsbelasting niet durven verdedigen. Elke winkelier hecht een ontzaglijk groote waarde aan zijn etalage, maar de voldoende verlichting daarvan kost thans te veel. Tegenwoordig is dan ook in elke etalage vóór des avonds 8 uur slechts een gedeelte der lampen in gebruik en brandt na dat uur in bijna geen enkele etalage het licht; daardoor heeft Leiden na des avonds 8 uur het aanzien van een groot dorp. De middenstanders zullen van een verlaging der electrici teitstarieven veel voordeel hebben, wat de betere verlichting van hun etalages betreftzij zullen meer stroom afnemen dan nu en daardoor ten slotte hetzelfde bedrag betalen. Hoewel enkele leden van de E. K. fractie niet veel gevoelen voor het voorstel van de heeren Eikerbout en Würtz in zake opheffing van het Gemeentelijk Ongevallenfonds (No. 11), zou het deze fractie in haar geheel aangenaam zijn, indien de Eaad besloot dit voorstel te stellen in handen van het College om praeadvies. Het College zegt in de Memorie van Antwoord (bl. 15), dat de gemeente niet als een zuiver particuliere maatschappij voornamelijk de winst van de bedrijven in het oog moet houden. Spreker vraagt zich af, of hij het College op dit punt au serieux moet nemen. Spreker heeft n.l. weieens in den Eaad hooren zeggen, dat men de bedrijfswinsten niet kan missen. Indien het College inderdaad tot de overtuiging is gekomen, dat het niet hoofdzakelijk de bedrijfswinsten in het oog moet houden, zullen de bedrijven werkelijk een goede toekomst tegemoet gaan. Spreker is minder tevreden over het antwoord, dat op bl. 16 van de Memorie van Antwoord wordt gegeven op de vraag, hoe naar de meening van het College de lasten van het Openbaar Slachthuis waren te verminderen en de inkomsten daarvan zouden kunnen worden verhoogd. Iedere zakenman, wiens omzet kleiner wordt, zal, indien het hem onmogelijk blijkt zijn omzet te vergrooten, trachten de onkosten van zijn bedrijf te verminderen. Het College spreekt niet van ver mindering van kosten, maar wil de slachthuisrechten ver- hoogen, waarvan vermoedelijk het gevolg zal zijn, dat de stagnatie nog grooter wordt. Het antwoord van het College is spreker dan ook niet recht duidelijk. Indien het College had geantwoord, dat het zal trachten de onkostenrekening te Gemeente-bcgrooting Algemcene beschouwingen. (Tobé.) verminderen, zou iedereen zich daarmede direct accoord hebben verklaard. Spreker zou zich misschien in zachtere termen hebben kunnen uitdrukken en toch hetzelfde effect hebben kunnen bereiken, toen hij in zijn sectievergadering zei, dat Burge meester en Wethouders en hij voegt er nu aan toe: ook de Eaad bij het bestuur van de gemeente zich te veel door het hart en te weinig door het verstand laten leiden. Men krijgt in bijna elke raadsvergadering voorstellen tot het toekennen van een toelage, een subsidie, een vergoeding, een vervroegde salarisverhooging, afgezien nog van de voorstellen tot het inrichten van een schoenmakerswerkplaats, het ver strekken van schoenen, het geven van een toelage aan sociale vereenigingen enz. Er is voor al deze voorstellen iets te zeggen. Er wordt geen enkel voorstel aangenomen, dat van te voren niet is bekeken. Het gaat daarbij ook niet om buitengewoon groote bedragen, maar te recht is in het sectie-verslag de op merking gemaakt, dat de kruimels het brood vormen. Indien men al dergelijke bedragen, die men in een jaar uitgeeft, bij elkaar telt, krijgt men misschien het bedrag, dat thans noodig is om de begrooting sluitend te maken. Nu men zelf deze uitgaven heeft gevoteerd, moet men niet de klacht uiten, dat het zoo moeilijk is de begrooting sluitend te maken, doch dient men eenvoudig eigen schuld te erkennen. Het spijt spreker, dat de aanvragen om geld voor armenzorg en werkloozensteun veelvuldig zijn. Spreker heeft dikwerf zelf aan het voteeren van de bedragen meegewerkt, maar liet daarbij misschien meer zijn hart dan zijn verstand spreken. Men moet er in een zeker gedeelte van de pers dan ook niet zoo prat op gaan, dat een zekere partij en een zekere Wet houder zooveel voor een zekere groep van de bevolking hebben bereikt. Men had daarbij ook geen getallen moeten noemen, want indien de schrijver eerlijk wilde zijn, diende hij er aan toe te voegen, dat diezelfde groep van de bevolking (de minst draagkrachtigen) dit jaar 60.000.meer moet opbrengen door middel van de electriciteitstarieven. Indien deze bevolkingsgroep kaufmannisch was, zou zij een bereke ning maken. Zij zou daarbij tot de conclusie komen, dat zij alle goede dingen, die zij heeft gekregen, zelf heeft betaald. Indien men in bedoeld gedeelte van de pers hoog van den toren wil blijven blazen, moet men niet alleen de voordeelen, maar ook de nadeelen vermelden. Spreker erkent, dat men in de huidige omstandigheden vermoedelijk door middel van bezuiniging moet trachten de begrooting sluitend te maken. De gemeente kan echter bovendien beginnen met haar bemoeiingen in te perken en op te houden met over alles het beheer te willen voeren. Over het algemeen kosten de bemoeiingen van de gemeente geld, dat in de begrooting verwerkt is. Spreker denkt hierbij in de eerste plaats aan de ijsfabriek van het Openbaar Slachthuis, die niet rendeert. Wel bestaan er plannen om de fabriek rendabel te maken, maar indien spreker zich niet vergist, gelooft de directeur van het Openbaar Slachthuis evenmin als spreker aan het welslagen van deze plannen. Het Gemeentelijk Eadio-distributiebedrijf heeft wel iets opgebracht, maar in de kringen van de ingewijden is men er heilig van overtuigd, dat de radio-distributie uit den tijd is. Het is daarom gewenscht, dezen dienst zoo spoedig mogelijk af te schrijven, opdat men later niet met een ontzaglijk grooten strop blijft zitten. Het Gemeentelijk Waschbureau, waar nog nooit ook maar één zakdoek is gewasschen, heeft nog nooit iets opgebracht. Over de fictieve balansen zal spreker het nu niet hebben. Spreker beweert niet, dat de winsten geflatteerd zijn, want daarvoor zijn zij te klein. Het is voor de gemeente beter zich van dergelijke zaken, die op den duur geld kosten, te ontdoen. Hoewel er genoeg gediplomeerde gasfitters zijn, bemoeit de gemeente zich met den aanleg van gasleidingen voor particulieren. De toonzaal heeft nog nooit een cent winst in het laatje gebracht. De gemeente levert apparaten op afbetaling. Men kan nu de opmerking maken, dat deze zaken niet zijn opgezet met de bedoeling, winst te maken. Wanneer men echter de begrooting moeilijk sluitend kan maken, moet men alle zaken, die niet noodzakelijk zijn en de gemeente geld kosten, van de hand doen. Spreker weet nog niet, hoe de schoeiseldienst zal werken, maar heeft toevallig vandaag een schoenmaker naar Maat schappelijk Hulpbetoon verwezen met den raad, te trachten werk van dezen dienst te krijgen, nu enkele van zijn klanten liever bij Maatschappelijk Hulpbetoon dan bij hem hun schoenen laten repareeren. Waarom moet de gemeente zich bemoeien met de zuivering van woonhuizen, terwijl er voldoende zuiveraars in de ge meente wonen, die dit werk goed doen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 2