GEMEENTERAAD YAN LEDEN.
15
UITGEKOMEN STEKKEN.
N°. 33. Leiden, 10 Februari 1938.
De heer D. Smit heeft aan de gemeente te koop aange
boden zijn perceelen Weverstraat Nis 21 en 23, welke huisjes
betrokken zijn bij het in voorbereiding zijnde saneeringsplan
le LooierstraatWeverstraat. Na eenige onderhandelingen
is overeenstemming bereikt over een koopsom van ƒ700.
in totaal. Vermits wij dezen prijs met de Commissie van
Fabricage aannemelijk achten, geven wij Uw Vergadering,
onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende
stukken, in overweging:
a. de perceelen Weverstraat Nis 21 en 23, kadastraal
bekend gemeente Leiden, Sectie C, Nis 1774 en 1773, aan
te koopen in het belang van de volkshuisvesting voor een
bedrag van 700.in totaal;
b. door vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat,
model D, een bedrag van 750.op den Kapitaaldienst
der begrooting 1938 te brengen voor den sub a bedoelden
aankoop en de kosten, welke op dezen aankoop vallen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 34. Leiden, 10 Februari 1938.
Met het hieronder afgedrukt advies van Commissarissen
der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in zake
de in Uwe zitting van 13 December j.l. om praeadvies in
handen van ons College gestelde, mede hierbij afgedrukte,
motie van Uw medelid den heer van Weizen, kunnen wij
ons vereenigen.
Mitsdien geven wij, onder verwijzing naar dat advies en
mede naar het op deze motie betrekking hebbende, in de
Leeskamer ter visie gelegde, schrijven van den Directeur
dier Fabrieken, Uw Vergadering in overweging de motie niet
aan te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 2 Februari 1938.
Met terugzending van het in onze handen gesteld advies
van den Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit d.d. 14/18 Januari j.l. betreffende het in margine
vermelde onderwerp hebben wij de eer Uw College mede te
deelen, dat ook naar de meening van de grootst mogelijke
meerderheid onzer Commissie aanneming van de motie van
den heer van Weizen ernstig moet worden ontraden. Nog
afgezien van de rechtstreeksche financiëele gevolgen daar
van de derving van inkomsten wordt door den Directeur
op ten minste 6.000.per jaar geraamd zou aanneming
van de motie bovendien tot gevolg hebben, dat in het tarief -
stelsel een element werd gebracht, dat daaraan bij de tot
dusver gevolgde commerciëele bedrijfsvoering steeds vreemd
is geweest en naar de meening der meerderheid ook in het
vervolg vreemd moet blijven; wordt het noodig geacht, dat
de gemeente ten aanzien van bepaalde groepen van inge
zetenen sociale voorzieningen treft, dan zal dit haars inziens
op andere wijze moeten geschieden dan door vaststelling te
hunnen behoeve van speciale tarieven voor gas en electriciteit.
De meerderheid is tevens van oordeel, dat aanneming van
de motie de Directie voor een practisch schier onuitvoerbare
taak zal plaatsen; voor de vaststelling van het inkomen van
de verbruikers in Leiden en in de gemeenten, waar het gas
en de electriciteit rechtstreeks aan de ingezetenen worden
geleverd, zou, aangezien de gemeente Leiden daaromtrent
over geen gegevens beschikt, een afzonderlijke dienst in het
leven moeten worden geroepen, waarvan de kosten wel eens
een veelvoud van 6000.zouden kunnen bedragen, terwijl
dan nog geenszins de zekerheid bestaat, dat de door dezen
dienst omtrent de inkomens verzamelde gegevens inderdaad
juist zijn; immers de werkgevers bijv. zijn niet verplicht
tot dit doel inlichtingen omtrent het inkomen van hun
arbeiders aan de gemeente te verstrekken. Van te voren
staat dus vast, dat de wellicht ten koste van veel geld in
te stellen dienst niet die contröle kan uitoefenen, die hij
voor een behoorlijke uitoefening van zijn taak toch allereerst
behoeft.
Het is om deze bezwaren van principiëelen, financiëelen
en practischen aard, dat genoemde meerderheid aanneming
van de motie-van Weizen met klem meent te moeten ont
raden.
Ook de redactie van de motie geeft ten slotte tot opmer
kingen en vragen aanleiding. Zoo spreekt de motie bijv. van
„de minimum inkomens van 1200.'s jaars", terwijl de
voorsteller toch wel zal hebben bedoeld inkomens van
1200.en minder per jaar.
Voorts rijst de vraag, wat met „inkomens" wordt bedoeld;
worden daaronder verstaan de inkomsten van de hoofden
van gezinnen of de gezinsinkomsten?
En ten slotte rijst de vraag, waarop de motie geen antwoord
geeft, of het eventueel op een bepaalden datum vastgestelde
inkomen voor een zekeren tijd als onverander lijk behoort
te gelden, dan wel of ook met de schommelingen daarin
moet worden rekening gehouden.
De kleinst mogelijke minderheid onzer Commissie is daar
entegen van meening, dat de fabrieken mede een sociale taak
hebben te vervullen en zij kan dan ook de motie, welke
blijkens de daarin vermelde inkomen-grens in de eerste plaats
en in hoofdzaak de werkloozen beoogt tegemoet te komen,
wel steunen, ook al zullen aan haar uitvoering ongetwijfeld
practische bezwaren verbonden zijn. Te eer kan zij haar
stem aan de motie geven, omdat naar haar meening de on
langs plaats gehad hebbende verhooging van een tweetal
electriciteitstarieven een tijdelijk karakter draagt, en dus
ook de door de motie beoogde maatregel van tijdelijken aard
zal zijn.
Op grond van het bovenstaande geven wij als Commissie
Uw College in overweging den Baad voor te stellen de motie
van Weizen niet aan te nemen.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit,
A. V. D. Satcde Bakhuyzen,
Voorzitter.
J. A. v. D. Stok, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
Motie.
De Baad van oordeel, dat het gewenst is voor de licht-
tarieven een regeling te ontwerpen, welke meer rekening
houdt met de verschillen in de financiële draagkracht der
bevolking, noodigt Burg. en Weth. uit, een regeling voor te
bereiden, waarbij de minimuminkomens van ƒ1200.s' jaars
van elke verhooging worden vrijgesteld.
H. v. Welzen.
N°. 35. Leiden, 10 Februari 1938.
In haar in de Leeskamer ter visie gelegd adres verzoekt
de afdeeling Leiden van den Nederl. B.K. Bond voor Groote
Gezinnen aan de afnemers van gas en electriciteit, die meer
dan drie kinderen beneden den leeftijd van 18 jaar hebben,
een korting op de gas- en electriciteitsprijzen toe te staan
op de wijze, als in dat adres nader is omschreven.
Omtrent dit adres hebben wij het gevoelen ingewonnen
van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit, die, blijkens hun hieronder afgedrukt schrijven,
inwilliging van het verzoek ernstig meenen te moeten ont
raden.
Ons met dat advies vereenigende, geven wij Uw Ver
gadering, met verwijzing naar het schrijven van Commis
sarissen en mede naar het in de Leeskamer ter visie gelegde
advies van den Directeur der Fabrieken, in overweging op
het adres afwijzend te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 2 Februari 1938.
Met terugzending van het in margine bedoelde adres met
adhaesiebetuiging daaraan van de Vereeniging Katholiek
Leiden en het daaromtrent uitgebracht advies van den Direc
teur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit hebben
wij de eer Uw College mede te deelen, dat naar de meening
van de grootst mogelijke meerderheid onzer Commissie de
invoering van een tariefstelsel, als door adressante bedoeld,
ernstig moet worden ontraden. Zij heeft daartegen, evenals
tegen de motie-van Weizen, dit principiëele bezwaar, dat
ook hier in het tariefsysteem een element zou worden gebracht,
dat daarin haars inziens niet thuis behoort, terwijl, nog
afgezien van de rechtstreeksche financiëele gevolgen, de ver
wezenlijking van het in het adres bedoelde tariefstelsel een
administratieven omslag zou medebrengen, waarvan de
kosten op zich zelf niet onaanzienlijk zouden zijn.
Overigens betwijfelt zij de juistheid van de in het adres
geponeerde stelling, dat de draagkracht van kinderrijke