GEMEENTERAAD VAN LEDEN.
143
IHGEKOHEIi STUKKEN.
N°. 215. Leiden, 9 December 1937.
Van den heer J. J. van Hoeken, te Oegstgeest, is een
verzoek ingekomen om van de gemeente te mogen koopen
de op de overgelegde kaart rood gekleurde strook grond,
groot 83 M2., aan de Boerhaavelaan.
Adressant is bereid voor dit terrein, dat aan zijn perceel
kad. bekend gemeente Leiden, sectie L, No. 1466 grenst,
een prijs te betalen van 11.per M2. Voorts is overeen
stemming met hem bereikt over de aan den verkoop te
verbinden voorwaarden.
Vermits noch bij ons College, noch bij de Commissie van
Fabricage tegen deze transactie bezwaren bestaan, geven
wij Uw Vergadering, onder verwijzing naar de in de Lees
kamer ter visie liggende stukken, in overweging aan J. J.
van Hoeken, te Oegstgeest, tegen den prijs van 11.
per M2. te verkoopen de op de overgelegde kaart met roode
kleur aangegeven strook grond aan de Boerhaavelaan, groot
83 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Leiden, sectie L, No. 1454, en verder
onder de mede overgelegde voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 216. Leiden, 14 December 1937.
Wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd op
16 April a.s., zou krachtens het bepaalde bij artikel 57,
sub b, juncto artikel 59, eerste lid, van het „Reglement
rechtstoestand onderwijzend personeel" aan den directeur
van de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, Dr. J. C.
Schalkwijk, met ingang van 1 Mei 1938 als zoodanig ontslag
moeten worden verleend. Wij achten het echter, op grond
van het navolgende, wenschelijk, dat dit ontslag, met toe
passing van het bepaalde bij artikel 59, tweede lid, van het
genoemde Reglement, voor den tijd van vier maanden,
alzoo tot den aanvang van het nieuwe schooljaar, wordt
opgeschort.
Het is n.l. vrijwel onmogelijk, de openvallende plaats
met ingang van 1 Mei 1938 onmiddellijk te vervullen,
omdat bijkans in het geheele land een soortgelijke bepaling
geldt, als in artikel 58, tweede lid, van het aangehaalde
Reglement is vervat, n.l. deze, dat het ontslag van een
leeraar in het algemeen niet kan ingaan tusschen 1 April
en het begin van de zomervacantie. Maar zelfs al zou het
gelukken tijdig in deze vacature te voorzien, dan nog blijft
het bezwaar bestaan, dat het, om redenen van onderwijs-
belang, minder wenschelijk is, de leiding van deze school
in de tweede helft van den cursus (terwijl de toelatings-
en eindexamens voor de deur staan) aan een ander over
te dragen.
Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage
gelegde stukken, waaronder de adviezen van de Commissie
van Toezicht op- en den Inspecteur van het Middelbaar
Onderwijs, geven wij U derhalve in overweging het voren
bedoelde ontslag ingaande 1 Mei 1938 voor den tijd van
vier maanden op te schorten en mitsdien aan den heer
Dr. J. C. Schalkwijk, met ingang van 1 September 1938,
eervol ontslag te verleenen als directeur van de Hoogere
Burgerschool met 5-jarigen cursus.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.