GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
141
INdEKOKEN STEKKEN.
N°. 213. Leiden, 7 December 1937.
Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het aan
den heer Dr. G. J. Fros bij Uw besluit van 25 October j.l.
verleende eervol ontslag, bieden wij U, zulks overeenkomstig
het bepaalde in art. 5 van de verordening van 16 December
1922 (Gemeenteblad No. 62), betreffende het Personeel
verbonden aan het Openbaar Slachthuis en den Keurings
dienst van vee en vleesch, en na raadpleging van de Com
missie van Beheer over die inrichting, de volgende voor
dracht aan ter benoeming, voorloopig voor den tijd van
één jaar, van een Keuringsveearts bij het Openbaar Slachthuis
en den Keuringsdienst van Vee en Yleesch, in het bijzonder
voor de buitengemeenten:
1°. L. P. DE VRIES, keuringsveearts, tevens plaatsver
vangend directeur, aan het Openbaar Slachthuis te
Amersfoort
2°. S. VAN DEN AKKER keuringsveearts, tevens plaats
vervangend directeur, aan het Openbaar Slachthuis te
Breda.
De als No. 1 voorgedragene is 42 jaar oud en heeft dus
den in art. 11 van het Ambtenarenreglement 1934 voor
geschreven maximum-leeftijd van 40 jaar overschreden.
Art. 13 laat echter afwijking toe.
Wij verzoeken U alsnu tot een benoeming, voorloopig
voor den tijd van één jaar, over te gaan, zulks met bepaling,
dat de benoeming zal ingaan op een nader door ons College
te bepalen tijdstip.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 214. Leiden, 7 December 1937.
Op 24 Juli 1933 (Ingek. Stukken No. 145 van dat jaar)
besloot Uw Vergadering tot het instellen van een rechts
vordering tégen W. Bakker Tzn te Gouda, strekkende tot
vergoeding aan de gemeente van de schade, haar toegebracht
door beschadiging van een hoogspanningskabel der Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit, liggende in den weg
tusschen Nieuwveen en Kattenburg, en van de boven dezen
kabel aangebrachte kabelafdekplaat. Het instellen van deze
rechtsvordering heeft, gelijk uit het in de Leeskamer ter
visie gelegde schrijven van den rechtsgeleerden raadsman
der gemeente blijkt, geleid tot een zeer omvangrijk en
ingewikkeld proces voor de arrondissements-rechtbank te
Rotterdam, welk proces, werd het voortgezet, vermoedelijk
nog tot een zeer kostbaar nader onderzoek zou leiden.
In verband nu met de onevenredigheid tusschen den
omvang en de ingewikkeldheid der procedure eenerzijds en
de geringheid van het bedrag der schade anderzijds 322,75),
heeft de rechtbank gepoogd tusschen partijen een schikking
tot stand te brengen, welke poging met gunstig resultaat is
bekroond; blijkens het daarvan door de rechtbank opge
maakt en mede hierbij overgelegd proces-verbaal toch zijn
partijen voor zoover de gemeente betreft onder voorbe
houd van Uw goedkeuring overeengekomen tot het aan
gaan van een dading, welke neerkomt op het volgende:
Het proces wordt beëindigd, elke partij draagt haar eigen
kosten, alsmede de helft van de kosten van den door de
rechtbank benoemden deskundige, welke laatste kosten in
totaal 113,50 bedragen.
Bakker betaalt aan de gemeente ter voldoening van het
gevorderde schadebedrag en als tegemoetkoming in de proces
kosten, welke de gemeente heeft moeten maken, de som van
450.-— tegen finale kwijting.
Hoewel, zooals uit de stukken blijkt, de gemeente aldus
slechts een gedeelte van haar gerechtskosten zal terugont
vangen, acht haar rechtsgeleerde raadsman niettemin de
bovenvermelde regeling, zulks om de daarvoor in zijn advies
aangevoerde redenen, alleszins in het belang van de gemeente.
Met dit advies kunnen zoowel Commissarissen der Stede
lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit als ons College zich
vereenigen.
Op grond van het bovenstaande en met verwijzing voor
zooveel noodig naar het advies van den rechtsgeleerden
raadsman der gemeente, geven wij Uw Vergadering alsnu
in overweging goed te keuren de schikking, opgenomen in
het proces-verbaal van de Raadkamer der Derde Kamer
van de Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam van 2 April
1937 en met W. Bakker Tzn., aannemer te Gouda, aan te
gaan de dading, zooals die in dat proces-verbaal wordt
omschreven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.