i >:k»n sti k k i:>.
GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
133
N°. 190. Leiden, 18 November 1937.
In Uwe Vergadering van 10 Mei j.l. (Handelingen pag.
178) werd besloten beroep bij de Kroon in te stellen tegen
het besluit van Gedeputeerde Staten van deze provincie,
waarbij goedkeuring werd onthouden aan Uwe besluiten
d.d. 21 December 1936, tot het verleenen van medewerking
ten behoeve van de stichting van een overdekte bad- en
zweminrichting door de op te richten N.V. „Sportfondsen-
bad Leiden."
Van den Raad van State is thans de mededeeling ont
vangen, dat de openbare behandeling van deze zaak ver
moedelijk zal plaats hebben op 1 December a.s. Bij deze
behandeling kan Uwe Vergadering zich doen vertegen
woordigen.
Sedert Uwe Vergadering besloot om de totstandkoming
van een sportfondsenbad te bevorderen door o.m. de rente
en aflossing van een leening te garandeeren, is echter, ge
lijk U bekend is, een overdekte inrichting aan de Haar
lemmerstraat tot stand gekomen.
Ons College is van oordeel, dat hierdoor de toestand
zoodanig is gewijzigd, dat het ingestelde beroep bezwaarlijk
kan worden gehandhaafd. Het beroep behoort dus, indien
Uwe Vergadering deze meening deelt, te worden ingetrokken;
wat onder deze gewijzigde omstandigheden eventueel verder
inzake de zwemgelegenheid te dezer stede dient te geschieden,
kan dan nader onder oogen worden gezien.
In verband hiermede geven wij Uwe Vergadering derhalve
in overweging in te trekken Uw besluit van 10 Mei 1937,
tot het instellen van beroep bij de Kroon tegen het besluit
van Ged. Staten dezer provincie d.d. 28 April/7 Mei 1937,
waarbij goedkeuring werd onthouden aan de raadsbesluiten
van 21 December 1936, tot het verleenen van medewerking
ten behoeve van de stichting van een overdekte bad- en
zweminrichting door de op te richten N.V. „Sportfondsenbad
Leiden".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 191. Leiden, 18 November 1937.
In Uw Vergadering van 4 October 1937 werd op voorstel
van den Voorzitter besloten het agendapunt, betreffende
den verkoop van een gedeelte van de Binnenvestgracht aan
de N.V. Meelfabriek „de Sleutels", voorheen De Koster
en Co., alhier, (Ingek. Stukken No. 147) voor nader onder
zoek aan te houden tot een volgende vergadering, zulks in
verband met bezwaren, geopperd door den heer J. Marijt,
eigenaar van een perceel aan de 2e Looierstraat (aan de
achterzijde grenzende aan de Binnenvestgracht), welk perceel
mede gebruikt wordt voor diens vellenplotersbedrijf aan de
Kijf gracht.
Zooals in de ter visie liggende stukken uitvoerig is uit
eengezet, kan aan de bezwaren van den heer Marijt zooveel
mogelijk worden tegemoet gekomen, indien aan de N.V.
Meelfabriek „de Sleutels" een kleiner gedeelte van de
Binnenvestgracht, op de overgelegde situatieteekening rood
gekleurd, wordt verkocht, dan aanvankelijk werd voor
gesteld. Zoodoende blijft de groen gekleurde strook eigendom
van de gemeente, welke strook na demping kan dienst
doen als uitgang voor het perceel van den heer Marijt naar
den geprojecteerden verkeersweg Zijlsingel-Heerengracht. Het
is hem dan mogelijk, om de huiden via de 2e Looierstraat
per as aan te voeren.
De N.V. Meelfabriek „de Sleutels" blijft bereid de door
de gemeente uit te voeren dempingswerken c.a. over de
volle breedte, dus zoowel van het groen, als van het rood
gekleurde gedeelte Binnenvestgracht, geheel voor haar reke
ning te nemen. Ook de prijs van 0.20 per M2. en de aan
den verkoop te verbinden voorwaarden ondergaan geen
verandering.
In overeenstemming met het nader advies van de Com
missie van Fabricage, .geven wij alsnu Uw Vergadering,
onder intrekking van ons voorstel van 24 September j.l.
No. 147, nader in overweging:
a. te verklaren, dat het gedeelte van de Binnenvestgracht,
groot 820 M2., op de overgelegde kaart met roode en
groene kleur en zwarte arceering aangeduid, niet meer voor
den openbaren dienst bestemd is;
b. het op de overgelegde kaart rood gekleurde gedeelte
van de Binnenvestgracht, groot 700 M2., kadastraal bekend
gemeente Leiden, sectie A., No. 1317 (ged.) en sectie C.
No. 1605 (ged.) te verkoopen aan de N.V. Meelfabriek
„de Sleutels", voorheen De Koster en Co., te Leiden, tegen
den prijs van 0.20 per M2. en onder de mede overgelegde
voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
K°. 192. Leiden, 18 November 1937.
In den loop van 1934 wendden Burgemeester en Wet
houders van Rijnsburg zich tot de Directie van de Stede
lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit alhier met het
verzoek een verlaging van de door Rijnsburg aan Leiden
verschuldigde engros-prijzen van gas en electriciteit te willen
bevorderen, zulks teneinde op deze wijze mede te werken
aan een verlaging van de daar geldende détailprijzen en
daarmede aan een stijging van het verbruik; evenals elders,
was toch ook in Rijnsburg in de laatste jaren het verbruik
van gas en electriciteit verminderd, terwijl aan een ver
laging- van de daar geldende hooge détailprijzen zonder
gelijktijdige verlaging van de engros-prijzen met het oog
op de daaraan voor de gemeente Rijnsburg verbonden
financiëele gevolgen niet viel te denken.
De Directie achtte deze oplossing verlaging van de
engros-prijzen wel de eenvoudigste, doch niet de beste,
noch voor Leiden, noch voor Rijnsburg, noch ook voor de
ingezetenen van laatstgenoemde gemeente; zij meende, dat
alle hierbij betrokken partijen meer zouden worden gebaat,
indien de oplossing in een andere richting werd gezocht
en wel in deze, dat zoowel het gas- als het electriciteits-
bedrijf van Rijnsburg op nader overeen te komen voor
waarden door Leiden werd overgenomen, met het gevolg
derhalve, dat de gas- en stroomlevering aan de ingezetenen
van Rijnsburg voortaan rechtstreeks door Leiden zou ge
schieden.
Hoewel het gemeentebestuur van Rijnsburg tegen over
neming van de beide bedrijven door Leiden aanvankelijk
bezwaar had, is het ten slotte over die bezwaren heen
gestapt en besloot het op het bovenvermelde door de
Directie geopperde denkbeeld in te gaan. Na langdurige
onderhandelingen werd tusschen het gemeentebestuur van
Rijnsburg en de Directie overeenstemming bereikt omtrent
de voorwaarden, waaronder de overneming van beide be
drijven door Leiden zou geschieden, met welke voorwaarden
later ook de grootst mogeüjke meerderheid van Commissa
rissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit
zich kon vereenigen. Voor de bijzonderheden van de ont
worpen regeling mogen wij verwijzen naar het in de Lees
kamer ter visie gelegd schrijven van Commissarissen van
19/30 Juni j.l.
Aangezien wij ons met het voorstel van Commissarissen niet
geheel konden vereenigen, zijn wij met het gemeentebestuur
van Rijnsburg in nadere onderhandelingen getreden, welke
thans tot overeenstemming hebben geleid op de volgende
basis
1°. voor de overneming van het in Rijnsburg aanwezige
gasbuizen- en kabelnet, de inrichtingen voor de distributie
van het gas en de electriciteit en de opstallen, die tot het
gas- en electriciteitsbedrijf van Rijnsburg behooren, betaalt
Leiden aan Rijnsburg /lOO.OOO.
2°. als compensatie voor de door Rijnsburg te derven winst
betaalt Leiden aan Rijnsburg een bedrag ineens van
142.500.—
3°. Leiden neemt voor zijn rekening de helft van de door
Rijnsburg verschuldigde wachtgelden aan personeel, dat als
gevolg van de overneming van de bedrijven door Leiden
overtollig wordt en mitsdien moet worden ontslagen;
4°. ter vervanging van de geldende overeenkomsten worden
twee nieuwe contracten gesloten overeenkomstig de hierbij
overgelegde ontwerpen.
Behalve dat de gemeente Rijnsburg voor de overdracht
van haar beide bedrijven aan Leiden op redelijke wijze
wordt schadeloos gesteld, zullen ook de ingezetenen van
die gemeente daardoor worden gebaat, in zoover dat, op
de basis van de thans te Leiden geldende grondtarieven,
te Rijnsburg de grondprijs van het gas van 11 tot 9 cent
en het enkeltarief voor electriciteit van 32 tot 23 cent per
eenheid kan worden verlaagd.
Voor onze gemeente bestaat ten slotte het voordeel van
de onderwerpelijke transactie hierin, dat zij niet een op
5000.geraamd bedrag per jaar voor verlaging van
de prijzen, waarvoor aan Rijnsburg de levering engros ge
schiedt, behoeft prijs te geven en voorts vooral hierin, dat
de winst op de levering en détail te Rijnsburg te haren bate
zal komen; overigens mag worden verwacht, dat deze winst
door de toeneming van het verbruik als gevolg van de in
J.