108
aanmerking zouden kunnen komen, terwijl eindelijk nog
vast zou moeten staan of de verstrekking van het voedsel
geheel gratis dan wel tegen geheele of gedeeltelijke vergoeding
van den kostprijs zou moeten geschieden.
Volgt uit hét vorenstaande, dat wij het bovenbedoeld
voorstel niet voor aanneming vatbaar achten, zoo wil dit
niet zeggen, dat wij, indien zulks noodig mocht blijken,
niet bereid zouden zijn om gelijk vroeger ook wel is
geschied onze medewerking te verleenen tot het ver
strekken van voedsel aan noodlijdende gezinnen.
Eesumeerende geven wij U mitsdien in overweging de
bovenbedoelde voorstellen van Uwe mede-Leden Mevr.
C. P. Braggaarde Does en de heeren Dr. D. A. van Eek
en T. S. Goslinga niet aan te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 169. Leiden, 11 November 1937.
Bij het hieronder afgedrukt adres verzoekt de N.V. Leidsche
Duinwater Maatschappij om haar toestemming te verleenen
tot het uitbreiden en verbeteren van de waterwinnings-
middelen in de duinen onder de gemeenten Wassenaar en
Katwijk.
Deze uitbreidingswerken in het request nader aan
geduid maken deel uit van een plan om overeenstemming-
te brengen tusschen den omvang van het waterverbruik
door de consumenten en de toelaatbare wateronttrekking
aan de duinen. De voortdurende stijging van het water
verbruik en de tegenwoordige toestand van de waterwinnings
middelen maken het n.l. dringend noodzakelijk maatregelen
te nemen, teneinde de watercapaciteit ook voor de toekomst
veilig te stellen.
Ter bereiking van dat doel moeten in de eerste plaats
worden uitgevoerd de bedoelde werken, die ook door het
Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening noodig worden
geoordeeld.
Voorts heeft de L.D.M., ter bescherming en uitbreiding
van het waterwinningsgebied aanzienlijk meer duinterrein
onder Katwijk noodig, dan waarover zij thans de beschikking
heeft; in dat terrein kunnen dan naar behoefte werken
worden gemaakt (thans reeds kanaal V als vervolg op het
bij Uw besluit van 4 Juni 1934, Ingek. Stukken No. 119,
goedgekeurde kanaal IV, dat zijn voltooiing nadert). Met
het Rijk zijn dan ook onderhandelingen gaande over de uit
gifte in erfpacht van de op de overgelegde kaart met blauwe
omlijning aangegeven duingronden, gelegen tusschen het toe
voerkanaal en den Wassenaarschen weg en ten westen van
dat kanaal. Met het oog op het behoud van het natuur
schoon en om te voorkomen, dat het duinterrein aan de
recreatie zou moeten worden onttrokken wat uiteraard
voor een zoo uitgestrekte oppervlakte in dit dicht bevolkte
deel van het land ernstig bezwaar zou opleveren heeft
de L.D.M. het voornemen om de gronden te bebosschen en
met toegangskaarten voor het publiek toegankelijk te stellen.
Deze bebossching dient, blijkens de stukken, in werkverschaf
fing te geschieden, waartoe t.z.t. een nader voorstel aan
Uwe Vergadering zal worden gedaan.
Een derden, niet minder noodzakelijken maatregel heeft de
Maatschappij met onze goedkeuring ten aanzien van de
tarieven genomen. Te uwer informatie deelen wij daaromtrent
het volgende mede:
Gelijk U bekend is, gelden thans voor het huishoudelijk
gebruik tweeërlei tarieven, n.l. het abonnementstarief en
het metertarief; de aangeslotene heeft de keuze uit deze
beide mogelijkheden. Nu is het een erkend feit, dat bij water
levering per abonnement het verbruik belangrijk grooter is
dan bij levering over den meter; de practijk, ook te dezer
stede, toont aan, dat dit verschil wel het dubbele bedraagt.
Vermits het meerendeel van de Leidsche inwoners per
abonnement heeft gecontracteerd, is een voornaam middel
tot beperking van het waterverbruik derhalve gelegen in
een overgang op groote schaal van het abonnementscontract
naar het metercontract. In overeenstemming met ons College
heeft de Maatschappij daartoe een op 1 Januari 1938 ingaande
regeling getroffen, welke beoogt dezen overgang voor de
thans aangeslotenen geheel vrijwillig te bewerkstelligen. De
abonnementsprijs blijft n.l. op den tegenwoordigen voet ge
handhaafd, doch het metertarief zal zoodanig worden ver
laagd en daardoor dermate aantrekkelijk worden gemaakt,
dat met zekerheid mag worden verwacht, dat de thans
aangeslotenen uit eigen beweging het metertarief in de
plaats van het abonnementstarief zullen verkiezen; wenscht
iemand nochtans het abonnementscontract te behouden,
dan is hij daarin volkomen vrij; dwang is dus uitgesloten.
Het metertarief zal daartoe zoo voor bestaande als
nieuwe contracten worden verlaagd van 30 ct. tot 27 ct.
per M3., mitsdien met 10 terwijl ook de meterhuur wordt
verminderd; voor de meter, die het meest voorkomt,
o.a. van 4.tot ƒ2.40 per jaar.
Naar analogie van de geldende regeling is ook het nieuwe
metertarief gebaseerd op een verbruik van een minimum-
hoeveelheid water, welk minimum verband houdt met het
aantal vertrekken van de woningen. Op dit minimum zal
in de meeste gevallen een oververbruik plaats hebben, doch
een en ander is zoodanig opgezet, dat ook met in achtneming
van dit oververbruik het metercontract voor de bewoners
van verreweg het grootste aantal woningen voordeel boven
het abonnementscontract zal opleveren, en de regeling in
haar geheel niettemin aan hygiënische eischen beantwoordt.
Voor de kleinste woningen is het geldende abonnements
tarief echter aanzienlijk lager dan het nieuwe metertarief.
Dit geldt ook voor arbeiderswoningen, die zijn aangesloten
onder voorwaarde, dat de kraan 50 cM. boven den vloer
staat en dat zich daaronder geen loozing bevindt. De be
woners van deze huizen zullen handhaving van den bestaan-
den toestand verkiezen en aldus in het genot van de bedoelde
voordeelige abonnementsvoorwaarden blijven.
Teneinde de algemeene doorvoering van het metertarief
nog verder zooveel mogelijk te bevorderen, zal voortaan bij
nieuwbouw, bij belangrijke verbouwing en wanneer het
abonnement wordt opgezegd of op andere wijze wordt be
ëindigd, het water uitsluitend over den meter worden gele
verd. Dit komt dus hierop neer, dat in den vervolge geen
nieuwe abonnementscontracten meer worden afgesloten en
dat het abonnementstarief geleidelijk vrijwel uitsterft, met
dien verstande natuurlijk, dat het voor bovenbedoelde
arbeiderswoningen en kleine huizen blijft bestaan.
Als noodzakelijk sluitstuk moet de Maatschappij natuurlijk
de bevoegdheid hebben, om vervanging van een bestaand
abonnementscontract door een metercontract te vorderen,
ingeval een te hoog waterverbruik, d. i. misbruik van water,
plaats heeft; de abonnementsprijs zal daarbij als norm
worden genomen voor de vaststelling van het toegelaten
aantal Ms.
Om elk misverstand in deze te voorkomen zij uitdrukkelijk
opgemerkt, dat deze maatregel niet zal worden toegepast
ten aanzien van de genoemde waterafnemers, die wegens hun
lage abonnementstarief niet voor het metertarief in aan
merking komen. Ten overvloede is nog in de nieuwe voor
waarden de bepaling opgenomen, dat in alle gevallen, waarin
de Maatschappij beslist, dat de levering van het water niet
meer volgens abonnementstarief zal kunnen geschieden, de
contractant bij ons College in beroep kan komen.
Boven aangegeven maatregelen zijn derhalve tezamen
vereischt om een voldoende watervoorziening voor nu en in
de toekomst in het verzorgingsgebied van de L.D.M. te
verzekeren. Waar dit gebied de stad Leiden met een uit
gestrekte omgeving omvat, zijn hierbij de belangen van een
geheele streek betrokken, terwijl de tariefswijziging de ver
dienste heeft, dat zij den overgang naar het metertarief voor
de aangeslotenen op soepele wijze mogelijk maakt. Het is
echter duidelijk, dat een en ander de winstuitkeering zal
drukken en het rendement van het door de gemeente Leiden
in het aandeelenbezit gestoken kapitaal doet verminderen.
Onder mededeeling, dat de verschillende maatregelen ook
de instemming van den Gemeente-Commissaris hebben, en
verder verwijzende naar de in de Leeskamer ter visie gelegde
stukken, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging
goed te keuren, dat door de N.V. Leidsche Duinwater Maat
schappij de in onderstaand adres vermelde werken worden
uitgevoerd, t. w.
a. het maken van een nieuw kanaal (kanaalV) met bijbe-
hoorende werken
b. het leggen van een draineerleiding (kanaal II) met bijbe-
hoorende werken en de noodige verbeteringen aan pomp
en filterinstallaties;
c. verbetering en uitbreiding van pijpleidingen,
zulks overeenkomstig de overgelegde teekening en verder
onder de gebruikelijke voorwaarde, dat de Commissaris der
gemeente bevoegd zal zijn zich in de uitoefening van zijn
toezicht op de uitvoering van de werken te doen vertegen
woordigen door den Directeur van Gemeentewerken, met
dien verstande, dat op- en aanmerkingen slechts door tus-
schenkomst van genoemden Commissaris bij de Directie der
N.V. Leidsche Duinwater-Maatschappij zullen worden aan
gebracht.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad van de Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de N.V.
Leidsche Duinwater Maatschappij, gevestigd te Leiden:
dat zij het, in verband met het toenemende waterverbruik
en het uitgebrachte rapport van het Rijksbureau voor Drink-