270
MAANDAG 25
OCTOBER 1937.
Interpellatie Snel i.z. vergunningen tot exploitatie van
(Hessing e.a.) taxi's enz.; e.a.
in de vergunningen hebben opgenomen, thans van de
dwalingen huns weegs zijn teruggekeerd, staaft de Voor
zitter met geen enkel bewijs; hij heeft ook niet gehoord,
dat zij het betreuren. De Bezuinigingswet laat echter in
paragraaf 47, lid 3 sub g wel degelijk de mogelijkheid open
om deze voorwaarden in de vergunningen op te nemen.
Oorspronkelijk was de opsomming in dit artikel enuntiatief
later is deze limitatief gesteld. Nu is onder g de bepaling
opgenomen, dat aan de in het vorig artikel bedoelde ver
gunningen slechts kunnen worden verbonden voorwaarden
betreffende de dienst- en rusttijden van het personeel en
wat verder voor de veiligheid van het verkeer wordt ver-
eischt. Waar de dienst- en rusttijden een belangrijk element
vormen van de arbeidsvoorwaarden en waar het verder niet
uitgesloten is, dat de arbeidsvoorwaarden worden geregeld,
maar waar men het integendeel wenschelijk acht datgene in
een vergunning op te nemen, wat voor de veiligheid van het
verkeer wordt vereischt, mag men daaruit toch afleiden dat
de arbeidsvoorwaarden, die zooals het geldloon toch ook
zeerzeker verband houden met de dienst- en rusttijden, in
de vergunningen worden opgenomen. Op dit gebied valt
nog zeer veel te regelen en als er nu een mogelijkheid is,
dat de Overheid dit regelt, zoodanig dat in deze bedrijven
niet meer tegen schandelijke loonen wordt gewerkt, en men
dus niet meer tracht de dienst-en rusttijden te overschrijden
alleen om aan een behoorlijk loon te komen dat gebeurt
inderdaad dan is het, in verband met de veiligheid van
het verkeer, zeerzeker wenschelijk dit ook te doen. Spreker
hoopt, dat het College hierin aanleiding zal vinden om in
de vergunningsvoorwaarden onder meer op te nemen de
arbeidsvoorwaarden van het betrokken personeel.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders
voor de motie van den heer Snel in hunne handen te
stellen om praeadvies. Dan kan deze zaak aan den Raad
schriftelijk uiteengezet worden. Het College zal dit prae
advies dan zoo spoedig mogelijk uitbrengen.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
De Voorzitter verklaart hiermede de interpellatie van den
heer Snel voor gesloten.
Hierna is aan de orde de beslissing omtrent de wijze van
behandeling van het verzoek van de af deeling Leiden van
den Nederlandschen Roomsch-Katholieken Bond van Groote
Gezinnen om voor de gas- en electriciteitstarieven een
stelsel vast te stellen, waarbij met het kinderrijke gezin
rekening wordt gehouden.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders
voor dit adres te stellen in hunne handen om praeadvies.
De heer Manders heeft reeds bij de behandeling van de
begrooting voor 1937 gevraagd, bij de vaststelling van de
tarieven der Stedelijke Lichtfabrieken en van andere ge
meentelijke instellingen rekening te houden met de grootte
der gezinnen. Het College heeft toegezegd, dat het deze
zaak ernstig onder de oogen zou zien. Veronderstellende,
dat allicht gedeeltelijk aan sprekers wensch is voldaan en
een en ander dus reeds voor een groot gedeelte is bekeken,
verzoekt spreker het College het praeadvies spoedig uit te
brengen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De Voorzitter vraagt, of thans een der leden nog iets in
het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen.
De heer Manders vraagt, of het gemeentebestuur van de
Koninklijke Nederlandsche Automobiel-Club het verzoek heeft
ontvangen, een verlaging van de opcenten op de personeele
belasting voor den grondslag motorrijtuigen onder de oogen
te zien en zoo ja, of het gemeentebestuur een toezegging
dienaangaande heeft gedaan.
Bovendien vraagt spreker, of het gemeentebestuur niet
van oordeel is, dat het wenschelijker zou zijn, andere be
lastingen eerder voor verlaging in aanmerking te doen komen.
De heer Verweij herinnert er aan, dat de Raad op 6 Sep
tember 1937 zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
heeft besloten een adres van de Koninklijke Nederlandsche
Automobiel-Club in zake verlaging van de personeele be
lasting voor den grondslag motorrijtuigen in handen van
Interpellatie Snel i.z. vergunningen tot exploitatie van
(Verweij e.a.) taxi's enz.; e.a.
Burgemeester en Wethouders te stellen ter afdoening. Het
adres, dat als circulaire aan alle gemeentebesturen was ge
richt, had voor Leiden geen practische waarde. Uit een
statistiek, aangevende den belastingdruk in de verschillende
gemeenten, blijkt, dat de gemeente Leiden vrijwel het kleinste
aantal opcenten op de personeele belasting heft. Het ge
meentebestuur heeft op dien grond het hoofdbestuur van
de K.N.A.C. medegedeeld, geen aanleiding te hebben om op
het verzoek in te gaan.
De heer Manders herinnert er aan, dat de Commissie-
Manders haar rapport uitbracht in een tijd, dat men al het
mogelijke moest doen om de bedrijven op de been te houden
en aan uitbreiding van de bedrijven geen behoefte bestond,
zoodat men in de behandeling van het rapport is blijven
steken. Spreker vraagt, of het gemeentebestuur, nu de
economische omstandigheden sindsdien zijn veranderd en er
kans op eenige uitbreiding van de industrie bestaat, den
tijd niet gekomen acht om dit rapport weer ter hand te
nemen en rekening daarmede houdende, de vraag onder de
oogen te zien, of het niet gewenscht is, dat de gemeente
door het scheppen van bijzonder gunstige voorwaarden de
bestaande bedrijven en industrieën tegemoet komt en de
vestiging van nieuwe bedrijven en industrieën te Leiden
bevordert.
De Voorzitter is bereid, deze zaak in het College ter
sprake te brengen.
De heer van Eek vraagt, waardoor het zoo heel lang
duurt, eer de Raad de aanbesteding van den verderen aan
bouw van het raadhuis te behandelen krijgt. Op het oogen-
blik ligt de bouw stil, terwijl iedereen naar den afbouw
van het raadhuis verlangt en er in de gemeente behoefte
aan meer werk bestaat.
De Voorzitter zegt, dat de reden daarvan gelegen is in
het feit, dat het desbetreffend bestek, waarop een inschrij
ving gevraagd zal moeten worden, zeer ingewikkeld en
uitgebreid is. Met verschillende moeilijke omstandigheden
moest daarbij rekening gehouden worden. Daarin speelt ook
een groote rol de prijs van de verschillende grondstoffen en
materialen. Het bestek is thans echter klaar en zal binnen
kort verder behandeld worden. Dat dit in de eerstvolgende
raadsvergadering zal zijn, zooals de heer van Eek nu vraagt,
kan spreker niet toezeggen. Eerst heeft de aanbesteding
plaats; dan gaat het naar de Commissie van Fabricage en
daarna komt de gunning in den Raad. Het College acht
met den heer van Eek zoo groot mogelijken spoed gewenscht,
maar er zijn wel verontschuldigingen voor het iets later uit
komen van het bestek dan de bedoeling van de gemeente
en van den architect was.
De heer Snel vraagt, welk quantum brandstoffen de werk-
loozen dezen winter zullen ontvangen, wanneer de Minister
volhardt bij zijn starre houding en geen toeslag geeft?
De heer van Stralen zegt, dat de Minister nog geen be
slissing genomen heeft op het verzoek van de besturen van
de 7 groote gemeenten en van Leiden tot verhooging van
den brandstoffentoeslag. In afwachting van deze beslissing
is op het oogenblik van kracht de regeling, zooals die het
vorig jaar heeft gegolden, waarbij als maximum een toeslag
van 1.werd gegeven. Bij de tegenwoordige prijzen en
bij het bestaand maximum van ƒ1.— kunnen voor Leiden
verstrekt worden: gedurende 18 weken H.L. parelcokes en
i H.L. eierkolen per week, de 19de week 1 H.L. eierkolen
en de laatste 3 weken H.L. eierkolen per week.
De heer Hessing zegt, dat hem indertijd door het College
spoedig praeadvies is toegezegd op zijn voorstel tot het in
het leven roepen van een commissie voor het beroepsrecht
ex art. 13, 15, 17 en 18 Reglement Autovervoer Personen.
Bij nader inzien heeft spreker er geen bezwaar tegen, dat
dit praeadvies niet zoo spoedig komt, doch dat het komt,
indien inderdaad een ingesteld beroep overweging of zulk
een commissie wenschelijk is noodzakelijk maakt.
De Voorzitter dankt namens het College den heer Hessing
voor deze mededeeling.
De heer Elkcrbout vestigt de aandacht op den erbarme-
lijken toestand van de volière in het Plantsoen, die bijna
geheel in elkaar ligt. Er moet prikkeldraad om heen ge
spannen worden, maar misschien zou het het beste zijn