MAANDAG 4 OCTOBEE 1937.
248
Automatiseering van (1e verkeersregeling bij
(Manders e.a.) de Gijselaarbank.
Wanneer men het groene licht niet ziet, en men rijdt
door, dan hindert dat niet, maar wanneer men doorrijdt,
omdat men het roode licht niet ziet, kan dit noodlottige
gevolgen hebben. Spreker vestigt hierop nog gaarne de aan
dacht, opdat te zijner tijd hiermede rekening gehouden worde.
De heer Groeneveld zegt, dat volgens zijn inlichtingen het
systeem aldus werkt, dat, wanneer er eenig verkeer over den
verkeersdrempel is gegaan, dan die richting geopend blijft
voor den termijn, waarop het verkeerssein is ingesteld. Spreker
begrijpt niet hoe het mogelijk is, dat het verkeerssein rekening
houdt met de vraag, hoeveel verkeer daar wacht.
De Voorzitter kan het den heer Groeneveld technisch niet
uiteenzetten; spreker heeft echter aan de technici gevraagd
of het andere verkeer zou moeten wachten, terwijl langs de
vrijgegeven richting geen verkeer passeerde, maar men heeft
spreker medegedeeld, dat de vrijgegeven richting dan on
middellijk afgesloten wordt.
De heer Groeneveld zegt, dat volgens zijn inlichtingen wan
neer er geen voertuig over den drempel is gegaan, die weg niet
meetelt in de draaiende beweging van de opvolgende seinen
op dat oogenblik wordt één verkeersrichting overgeslagen,
hetgeen natuurlijk wel eenige versnelling in de wisseling geeft,
maar wanneer er slechts één voertuig over den drempel gaat,
telt die verkeersrichting al mee.
De Voorzitter zegt, dat wanneer een voertuig over dien
drempel gegaan is, die verkeersrichting vrijgegeven wordt,
maar dat wanneer die drempel niet door volgende voertuigen
beroerd wordt, na twee of drie seconden, zoo lang als noodig
is om te passeeren, het licht weer uitgaat. Alleen wanneer
de drempel voortdurend weer beroerd wordt, blijft het sein
gedurende een daarvoor gestelden termijn werken; anders
wordt het buiten werking gesteld.
De heer Groeneveld zegt, dat dit volgens zijn inlichtingen
niet zoo is. Spreker heeft wel begrepen, dat geen agenten
ontslagen zouden worden; deze verkeersagent zal in het
politiecorps een andere taak krijgen, maar dat beteekent
dan toch, dat op een andere plaats bij het politiecorps iemand
anders niet wordt aangesteld. Ergens wordt iemand daarvan
het slachtoffer; ergens ontstaat daardoor een werklooze. De
heer Jongeleen juicht dit toe, met een beroep op hetgeen wijlen
de heer Kuipers gezegd heeft, maar daarmede is deze quaestie
niet opgelost; elk werk heeft zijn onaangename zijden; het
valt niet mee in een slagregen te werken, maar dat kan men
niet altijd voorkomen. Spreker kan trouwens niet inzien dat
het zoo verschrikkelijk is, wanneer een verkeersagent een uur
in den regen staat.
De heer Jongeleen doet een zeer eenvoudige oplossing aan
de hand: men zette op die plaats een machine, make den man
werkloos en late hem stempelen. Spreker kan deze oplossing
niet bewonderen. Honderden menschen zouden gaarne de
taak van verkeersagent op die plaats vervullen, ook al zijn
aan die taak vele onaangenaamheden verbonden.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De heer Groeneveld wenscht geacht te worden tegen het
voorstel te hebben gestemd.
XXI. Voorstel:
a. tot het sloopen van het voormalig fabrieksgebouw met
kantoor van de X.V. Biscuitfabriek „Nutrix", het over
kluizen van het water langs het Gangetje, het verbreeden
van het Gangetje, het sloopen van de Karnemelksbrug
en liet vervangen van die brug door een nieuwe vaste brug
b. tot het vaststellen van den desbetreffenden begrootings-
staat. (154)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot des
avonds te 8 uur.
Voortzetting van de geschorste openbare vergadering van
4 October 1937, des avonds te 8 uur.
Thans is slechts afwezig de heer Splinter.
Dadelijk na heropening van de vergadering doet de Voor
zitter de deuren sluiten.
Woningbouw-Eensgezindlicid.
(Schiiller e.a.)
Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat.
Aan de orde is alsnu:
XXII. Voorstel van den lieer Seliiiller inzake woningbouw
door de Woningbouwvereniging „Eensgezindheid".
De heer Schüller zegt, dat het voorstel niet alleen reeds vol
doende toegelicht, maar ook al, zij het in den vorm van een
amendement, aangenomen is.
Het zou practisch zijn, indien het College het overnam.
Doet het College dit niet, dan is de Eaad verplicht het voor
stel zonder hoofdelijke stemming aan te nemen, want het
verschilt geen woord, letter, komma of punt met het amende
ment.
Het College heeft den Eaad inmiddels op verzoek van den
heer Goslinga een nota doen toekomen, omdat de verschillende
besluiten van den Eaad den heer Goslinga niet duidelijk voor
den geest stonden. Degenen, die om dezelfde reden als de
heer Goslinga de nota gaarne te gemoet zagen, zullen door
de nota van 16 September 1937, althans door de conclusie,
waartoe het College daarin komt, niet veel wijzer zijn gewor
den. De conclusie is ook niet evenredig aan de toelichting.
Spreker zal zich daarover niet druk maken, omdat het nu
gaat om de kern van de zaak, n.l. om de vraag of de Eaad dit
voorstel opnieuw zal aannemen.
Spreker heeft de redactie van het voorstel precies gelijk
gemaakt aan die van het amendement om te gemoet te
komen aan de bezwaren, die verschillende raadsleden opper
den tegen de terreinen, bedoeld in het voorstel van den heer
Eikerbout. Op dit punt is er dus voor de raadsleden geen
enkel bezwaar meer om voor sprekers voorstel te stemmen.
Men behoeft niet te redetwisten over de vraag, of bij aan
neming van sprekers voorstel de woningbouwvereeniging
„Eensgezindheid" nieuwe plannen moet indienen, want het
bestuur der vereeniging zal dan wel weten, wat het met het
ingediende bouwplan moet doen, nu dit is geprojecteerd op
een terrein, waartegen de Eaad bezwaar heeft. In de buurt
van dit terrein liggen andere terreinen, waartegen de Eaad
geen bedenking heeft geuit.
Het College heeft 2 woningbouwverenigingen tegen elkaar
uitgespeeld, door te wijzen op den eigenaardigen toestand,
die zou ontstaan, wanneer de woningbouwvereeniging „Eens
gezindheid" tenslotte zou mogen gaan bouwen, terwijl de
woningbouwvereeniging „Ons Belang", die haar plan, dat
behoorde tot het beginselbesluit van 1932, reeds veel eerder
heeft ingediend, niet tot uitvoering van haar plan mag over
gaan. Het is wel zeer handig om in die nota deze twee ver-
eenigingen tegen elkaar uit te spelen, maar de Eaad zal wijs
doen in die val niet te loopen, want degene, die kennis heeft
kunnen nemen van het rapport van den Directeur der Ge
meentewerken over de leegstaande woningen, zal, wanneer
hij deze zaak objectief bekijkt, het met spreker eens zijn, dat
het nu tijd wordt om aan nieuwe plannen te beginnen. Spre
kers voorstel beperkt zich niet tot de mogelijkheid, één be
paald terrein voor den bouw van arbeiderswoningen beschik
baar te stellen; het is volgens sprekers voorstel ook mogelijk
om aan deze woningbouwvereeniging opdracht te geven om
b.v. een saneeringsplan onder handen te nemen. Spreker stelt
voor, daarvoor terrein beschikbaar te stellen. Daarmede
wordt natuurlijk niet bedoeld gewone, ruwe grond, maar ter
rein dat daarvoor geschikt gemaakt is, hetzij door afbraak van
krotwoningen, hetzij bouwrijpe grondinzoover wil spreker hun
tegemoet komen, die meenen dat hiervoor speciaal ruwe
grond aangekocht zou moeten worden. Ook moet men niet
vasthouden aan specialen nieuwbouw, zooals de woningbouw-
vereenigingen altijd voorgestaan hebben; het is ook niet uit
gesloten, dat deze woningbouwvereenigingen een saneerings
plan ter hand nemen; spreker noemt de plannen in voorbe
reiding voor Geeregracht, Binnenvestgracht of Looierstraat
en Weeverstraat. Sprekers voorstel laat nieuwbouw, maar
ook het uitvoeren van een saneeringsplan toe. Spreker dringt
er dus bij den Eaad ten sterkste op aan, zijn voorstel aan te
nemen.
De heer Eikerbout weet, dat, hoewel destijds het plan be
stond om het land van Snoeker te bebouwen, het bestuur van
„Eensgezindheid" ook niet ongenegen is andere plannen bij
het College en bij den Eaad in te dienen. Het plan Binnen
vestgracht met omgeving draagt ook zeker de sympathie van
het bestuur wel weg en spreker weet, dat dit plan ook reeds
in een vergevorderd stadium is gekomen; het zou wellicht
zelfs reeds binnenkort aan de orde komen. Ligt het nu in de
bedoeling van het College, om uitsluitend de Vereeniging
tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen met
de uitvoering van de saneeringsplannen te belasten, zooals