244- MAANDAG 4 OCTOBER 1987. Vergoeding* controle op de middels vakbonden gesteunde (Goslinga e.a.) werkloozen. nu, zij het ook wat laat, gebleken; de heer van Eek heeft er wel wat van opgestoken en zou meer van dergelijke, zeer goede, degelijke, ouderwetsche financieele speeches moeten houden. Spreker doet ook op'den heer van Eek een beroep om deze subsidie, welke niet strikt noodzakelijk is, niet te geven. De-heer Snel spreekt zijn waardeering uit voor de indiening van dit voorstel. Het is den heer Goslinga waarschijnlijk niet bekend, welke groote kosten voor de organisaties verbonden zijn aan het laten stempelen, de controle en de administratieve maat regelen, welke aan de controle zijn verbonden; evenmin zal hij weten, dat de vergoeding, die door het College wordt voor gesteld, slechts een zeer bescheiden deel is van de gemaakte en nog te maken onkosten. Spreker is ervan overtuigd, dat de heer Goslinga ook in financieel betere tijden' dezelfde bezwaren tegen het voorstel zou aanvoeren. De organisaties hebben het echter ook niet royaal. Zij hebben altijd de belangrijke kosten zelf gedragen, terwijl andere gemeenten reeds jarenlang een vergoeding geven, die in vele gevallen belangrijk beter is dan die, welke nu wordt voorgesteld. De heer van Stralen begrijpt heel goed, dat men in dezen tijd, waarin het met de financiën der gemeente niet roos kleurig gesteld is, bezwaar maakt tegen elke nieuwe uitgave, waarop niet is gerekend. Men zal echter in aanmerking moeten nemen voor welk doel en onder welke omstandig heden een daartoe strekkend voorstel wordt gedaan. Wanneer de organisaties- haar verzoek eerder hadden in gediend, zou men het ook eerder in gunstige overweging hebben moeten nemen. Bij onderzoek is gebleken, dat in verschillende gemeenten de organisaties reeds een aantal jaren eenige vergoeding ontvangen voor de werkzaamheden, die zij in verband met de sbeunverleening verrichten. Spreker richt een woord van dank tot de Leidsche organisaties, die eerst nu haar verzoek hebben ingediend, omdat zij zoo lang mogelijk deze uitgaven uit eigen middelen wilden bestrijden. Eerst thans, nn door financieelen achteruitgang, ook bij de organisaties, het dezen niet meer mogelijk blijkt, de kosten geheel zelf te betalen, wordt een beroep op het ge meentebestuur gedaan om haar daarin een tegemoetkoming te geven. Het College heeft dit verzoek niet zoo maar, zonder meer, ingewilligddaarover is advies gevraagd aan den Direc teur van den Dienst van Sociale Zaken, die gunstig heeft geadviseerd, terwijl de desbetreffende Commissie eenstemmig heeft geadviseerd aan het verzoek te voldoen. Bij het onder zoek, door het College ingesteld, is gebleken dat in een aan tal plaatsen deze vergoeding wordt gegeven, in sommige plaatsen 2 cent, in andere iets-minder, in weer andere plaatsen iets meer dan 3 cent. Op grond van deze verkregen inlich tingen'vond het College toch geen vrijheid geheel en al af wijzend tegenover dit verzoek te staan. Het College achtte deze werkzaamheden van de organisaties, vooral de door dezen verrichte controle, toch ook voor de Overheidsfinan ciën van buitengewoon belang. Een goede contröle wordt ook door het Rijk op prijs gesteld en zelfs verlangd; dit blijkt uit het feit, dat het Bijk aan de gemeente vergoed 50' van de salarissen van de speciale controleurs, met de contröle op de steunverleening belast. Zoo is het ook hierbij; de organisaties verleenen belangrijke medewerking aan de uitvoering van de steunregeling, waarbij de contröle juist een zeer voornaam punt is. Spreker weet, dat die contröle door de organisaties op uitnemende wijze geschiedt; de ge meente zou het zeker niet beter kunnen doen. Deze werk zaamheden van de organisaties besparen een uitgave van duizenden guldens voor de gemeentekaswanneer die contröle en de uitkeering niet door de organisaties zouden geschieden, zouj de gemeente zeker drie a vier ambtenaren moeten aan stellen, en voor dezen de noodige ruimte beschikbaar stellen dat zon zeer beduidend meer kosten dan nn voorgesteld wordt. Om die redenen meent het College, hoewel het niet volledig wil ingaan op het verzoek om 3 cent te vergoeden, dat er toch aanleiding bestaat om een vergoeding van 2 cent te geven. Volgens den heer Goslinga is dit biji wijze van overgang en zal de ontbrekende cent ook wel worden gevraagd en> gekregen. Dat is niet het geval. Hoogstwaarschijnlijk zal een verzoek tot verhooging van deze-vergoeding niet worden gedaan; maar zeker is, dat het College daartegen bezwaar zoui maken. Het is- dus wel weer een uitgave van ƒ2.000; maar in de gegeven omstandigheden meende het College het voorstel tot toekenning van deze vergoeding wel te kunnen verdedigen. De heer Goslinga zegt, datuit de woorden van denWethouder Vergoeding contröle op de middels vakbonden gesteunde (Goslinga e.a.) werkloozene.a. blijkt, dat dit een nieuwe uitgave is. En tegelijkertijd wordt de rekening over 1936 ingediend met een groot tekort. Er moet dan toch geld zijn om het te betalen. Wanneer de Wet houder zegt: de organisaties zijn financieel achteruitgegaan en kunnen dit moeilijk betalen, dan zegt spreker: de ge meente is financieel ook achteruitgegaan. Deze nieuwe uit gave brengt noodzakelijk mede, dat een ander belang, dat de gemeente te verzorgen heeft, weer verminderd zal worden. Immers, met het voteeren van deze 2.000.schept men niet ƒ2.000.nieuwe inkomsten, maar alleen ƒ2.000.nieuwe uitgaven voor de gemeente, die weer op andere belangen moeten worden bezuinigd: Daarom kan spreker zich niet met dit voorstel vereenigenhet is precies het tegendeel van den plicht van het College, nl. bezuinigen. De Wethouder wekte, sprekende over dë subsidieering door het Bijk in de contröle, den indruk alsof het Bijk ook in' deze kosten subsidieert. Dit is echter niet het geval, in tegen stelling met alle andere kosten van de steunverleening, waarin het Bijk wel subsidieert. Spreker weet niet, of het Bijk deze contröle wel zoo hoog aanslaat, maar zelfs aangenomen, dat die contröle goed is; dan is dit toch een nieuwe uitgave, die uitsluitend op de gemeente drukt. Daarom is spreker er tegen. Nn zegt de heer Snel: het is zoo'n klein bedrag. Dat is het juisthet is een principe-besluit. De heer Snel ziet het met welgevallen voorgesteld en denktals er maar eenmaal* een' principe-besluit genomen is. Maar als- men er eenmaal mee begint, is het eind weg. Men betreedt een geheel nieuw subsidie terrein. Dit is een nieuwe uitgave, waarvoor maar weer dekking gezocht moet worden of waarvoor andere belangen moeten worden opgeofferd. Dekking hiervoor is- moeilijk te vinden; andere belangen aantasten is na 5 of 6 jaren be zuiniging ook wel zeer moeilijk. Dit vergroot het tekort, brengt de gemeente dichter bij de noodlijdendheid: en* be neemt haar de vrijheid van handelen. Bovendien is dit niet een absoluut noodzakelijke uitgave; dat heeft de Wethouder ook niet kunnen aantoonen. Spreker gelooft graag, dat het den vakvereenigingen ook zoo goed niet gaat, maar die hebben toch nog een aardigen spaarpot, die zijn niet nood lijdend, lang niet zoo noodlijdend althans als dë gemeente. Daarom is spreker tegen dit voorstel. De heer van Stralen heeft over de bijdrage van het Bijk in deze contröle gesproken om te motiveeren, waarom ook voor de gemeente een belang is gelegen in een zoo goed moge lijke uitoefening van de contröle. Daarom betaalt het Bijk, naast de andere kosten van de steunverleening, nog 50 van de salarissen van de ambtenaren, met de contröle belast. Het Bijk acht een zoo goed mogelijke besteding van de Over heidsgelden dus van groot belang. Nu hebben het Bijk en de gemeente ook belang bij eem zoo goed mogelijke contröle door de organisaties; dit mag' uitgedrukt worden in een kleine bijdrage in dë kosten, die de organisaties daarvoor maken. De heer Goslinga acht nu deze uitgave niet noodzakelijkdaarover is ook nog meenings- verschil denkbaar. Indien de organisaties bij weigering van een vergoeding zich noodgedwongen tot de gemeente zouden moeten wenden met het verzoek èn de uitkeeringen èn de contröle over te nemen, zon de gemeente zeer belangrijke bedragen moeten uitgeven voor salarissen en huur van gebouwen: De organisa ties stellen te veel prijs op den tegenwoordigen goeden gang van zaken dan dat zij dit verzoek tot het gemeentebestuur zouden richten, maar men moet deze mogelijkheid in aan merking nemen bij de voorgestelde subsidie van 2.000» Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aan genomen met 31 tegen 2 stemmen» Vóór stemmen: mevrouw Braggaar, de heeren Eikerbout, van der Tas, van der Kwaak, Bergers, Coster, Wilbrink, van Stralen, Yerweij, Tepe, Beekenkamp, van. Weizen, Manders, van der Beijden, Carton, de Reedfe, Keij, Groene- veld, Wilmer, van Rosmalen, van Eek, Schüller, van den Voort, mevrouw de Cler, de heeren van der Laan, Lombert, Snel, Jongeleen, Tobé, Hessing en Valentgoed.. Tegeni stemmende heeren Würtz en Goslinga. XX. Voorstel tot het beschikbaar stellen van geld cm ten behoeve van het automatiseeren van de regeling* van bet verkeer op het kruispunt: bij' de De Gijselaarbank. (153) De heer Beekenkamp betreurt het, dat het College dit voorstel niet aan de Commissie van Fabricage heeft toe gezonden. Het is spreker uit een calculatie, welke hij voon zichzelf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 3