226
MAANDAG 6 SEPTEMBER 1937.
Tijdelijk Wethouder.
(de Reede c.a.)
van advies over de verzoekschriften, ingediend ingevolge
de verordening, regelende het beroep, bedoeld in de artt. 13,
15, 17 en 18 van het Reglement Autovervoer Personen en
een tweetal amendementen op de aanhangige concept
verordening.
Het voorstel en de amendementen zullen.worden behandeld
bij punt 25 van de gedrukte agenda.
4°. Verzoek van de N.V. Fabriek van Verduurzaamde
Levensmiddelen voorheen L. E. N ieu wen huizen om het
voorstel tot het intrekken van het uitbreidingsplan, voor
zooveel betreft gronden gelegen ten noord-westen van de
spoorbaan AmsterdamRotterdam en ten Zuiden van het
v.m. Psychopatenasyl, niet aan te nemen casu quo slechts
aan te nemen, nadat de gemeente aan haar tevoren volledige
vergoeding zal hebben gewaarborgd van de schade, welke
zij door het uitblijven van aankoop resp. onteigening zal
lijden.
Het verzoek zal worden behandeld bij punt 27 van de
gedrukte agenda.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van een tijdelijk Wethouder. (125)
De heeren Goslinga, Valentgoed, Lombert en van der
Kwaak vormen stembureau I voor de benoemingen, ver
meld onder de punten 1 tot en met 13, de heeren Schüller,
Tobé, Hessing en van der Tas vormen stembureau II voor
de benoemingen, vernield onder de punten 14 tot en met 23.
De heer de Reede zegt, dat de betreurenswaardige ziekte,
die den Wethouder van Fabricage dwingt, gedurende langen
tijd het werk te laten rusten, en het vooruitzicht, dat het
nog wel eenige maanden zal duren, voordat de Wethouder
zijn taak kan hervatten, het College hebben doen besluiten
den Raad voor te stellen een tijdelijken Wethouder te
benoemen.
De christelijk-historische raadsfractie is na overweging
van dit punt gaarne bereid de verantwoordelijkheid, die zij
in het College op zich genomen heeft, te blijven dragen,
waarom zij den Raad in overweging geeft de plaats van
den heer Splinter in het College tijdelijk te doen bezetten
door haar voorzitter, den heer Wilbrink.
Wordt aangewezen als tijdelijk vervanger van Wethouder
Splinter, de heer J. Wilbrink met 23 stemmen; de heer
de Reede verkreeg 1 stem, terwijl 2 stemmen van onwaarde
waren.
Na de gehouden stemming komen de heeren van Weizen en
van der Voort ter vergadering.
De heer Wilbrink verklaart de benoeming aan te nemen.
Spreker dankt den Raad voor het in hem gestelde ver
trouwen en hoopt zijn taak naar zijn beste weten en kunnen
te volbrengen, maar wenscht ook, dat zij van zeer beperkten
duur zal zijn doordat de heer Splinter door de rust, welke
hij thans geniet, spoedig weer geestelijk en lichamelijk in
staat zal zijn het werk te verrichten.
De Voorzitter doet thans op verzoek van den heer Schüller
de deuren sluiten.
Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat.
Ook de heeren Bergers, van Rosmalen, Key en Groeneveld
waren inmiddels ter vergadering gekomen.
De Voorzitter geeft in overweging in verband met de
benoeming van den heer Wilbrink tot tijdelijk Wethouder
in plaats van dezen een ander raadslid tot lid van de
Commissies van Fabricage, voor den Markt- en Havendienst
en voor de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit
aan te wijzen; deze commissies zijn Commissies van Bijstand
van Burgemeester en Wethouders en het is niet gewenscht
dat naast den Wethouder, die deze Commissies presideert,
daarvan ook nog een andere Wethouder lid is. Het is niet
noodig, voor de Verkeerscommissie een ander raadslid dan
den heer Wilbrink aan te wijzen, omdat deze commissie
niet een Commissie van Bijstand is.
De heer de Reede geeft namens de christelijk-historische
fractie den Raad in overweging, den heer Wilbrink als lid
van de Commissie van Fabricage tijdelijk te vervangen door
Benoeming leden Commissies.
(de Reede e.a.)
den heer van der Kwaak, als lid van de Commissie voor
den Markt- en Havendienst door den heer van der Reijden
en als lid van de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit door spreker.
II. Benoeming van vier leden van de Commissie van
Financiën (aftredend: de H.H. M. H. de Reede, H. Lombert,
P. L. Hessing en P. van der Tas).
Worden benoemd: de heer M. II. de Reede met algemeene
(32) stemmen; de heer H. Lombert met 31 stemmen; de
heer J. H. A. Manders verkreeg 1 stem; de heer P. L. Hessing
met algemeene (32) stemmen; de heer P. van der Tas met
31 stemmen; de heer T. S. Goslinga verkreeg 1 stem.
De heeren de Reede, Lombert, Hessing en van der Tas
verklaren de benoeming aan te nemen.
III. Benoeming van vier leden van de Commissie van
Fabricage (aftredend de II.H. J. H. Schüller, J. H. A. Manders,
Mr. C. Beckenkamp en J. Wilbrink).
Worden benoemd: de heeren J. H. Schüller, J. H. A.
Manders en Mr. C. Beekenkamp, ieder met algemeene (32)
stemmen; de heer D. van der Kwaak met 31 stemmen; de
heer A. van Rosmalen verkreeg 1 stem.
De heeren Schüller, Manders en van der Kwaak ver
klaren de, benoeming aan te nemen.
IV. Benoeming van vier leden van de Commissie voor liet
Openbaar Slachthuis (aftredend: de II.H. Th. M. W. Bergers,
J. A. van der Reijden, M. Dubbeldeman en F. Eikerbout).
Worden benoemd: de heeren Th. M. W. Bergers, J. A.
van der Reijden, M. Dubbeldeman en F. Fikerbout, allen
met algemeene (32) stemmen.
De heeren Bergers, van der Reijden, Dubbeldeman en
Eikerbout verklaren de benoeming aan te nemen.
V. Benoeming van twee leden van de Commissie voor den
Markt- en Havendienst (aftredend: de II.H. J. Wilbrink en
J. J. Valentgoed).
Worden benoemd: de heer J. A. van der Reijden met31
stemmen; de heer A. van Rosmalen verkreeg 1 stem; de
heer J. J. Valentgoed met algemeene (32) stemmen.
De heeren van der Reijden en Valentgoed verklaren de
benoeming aan te nemen.
VI. Benoeming van drie leden van de Commissie voor de
Huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den Voor
zitter (aftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek, J. H. A.
Manders en Mr. C. Beekenkamp).
Worden benoemd: de heeren Mr. D. A.vanEck,J.H. A.
Manders en Mr. C. Beekenkamp, allen met algemeene (32)
stemmen.
Tot Voorzitter wordt vervolgens benoemd de heer Mr. D. A.
van Fck, eveneens met algemeene (32) stemmen.
De heeren van Eek en Manders verklaren de benoemingen
aan te nemen.
VII. Benoeming van twee leden van de Commissie voor
de Strafverordeningen (aftredend: de H.H. Mr. D. A. van
Eek en Mr. C. Beekenkamp).
Worden benoemd: de heeren Mr. D. A. van Eek en
Mr. G. Beekenkamp, beiden met algemeene (32) stemmen.
De heer van Eek verklaart de benoeming aan te nemen.
VIII. Benoeming van vijf leden van de Commissie voor
het Onderwijs (aftredend: de H.H. Tli. B. J. Wilmer, T.
Groeneveld, M. H. de Reede, T. S. Goslinga en Dr. M. Key).
Worden benoemd: de heeren Th. B. J. Wilmer, T.
Groeneveld, M. H. de Reede, T. S. Goslinga en Dr. M. Key,
allen met algemeene (32) stemmen.
De heeren Wilmer, Groeneveld, de Reede, Goslinga en
Key verklaren de benoeming aan te nemen.