72
N°. 121. Leiden, 12 Augustus 1937.
Blijkens het in de Leeskamer ter visie liggend schrijven
van den architect van den Stadhuisbouw is, in verband
met den aankoop en verwerking van natuursteen, den
aanleg van de centrale verwarming, de verlichting, liften
en bliksembeveiliging, voor kosten van het bouwbureau,
enz., enz., aanvulling van de voor den Stadhuisbouw be
schikbaar gestelde gelden met 280.000.noodig.
Voorts zal overeenkomstig de door den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen goedgekeurde be
grooting, over 1937 voor de gevelrestauratie een bedrag
van 56.000.worden verwerkt.
Vermits echter van de in 1936 uitgetrokken gelden een
som van 17.170.32 niet werd verwerkt en dit bedrag
derhalve naar den dienst 1937 zal worden overgebracht,
behoeft thans slechts in een bedrag van 38.829.68 te
worden voorzien.
In totaal moet derhalve een bedrag van 318.829.68,
worden beschikbaar gesteld. Met inbegrip van de reeds
vroeger verleende credieten (zie Ingek. Stukken No. 192
van 1936) zal dan voor den eigenlijken Stadhuisbouw
680.000.in totaal zijn toegestaan en voor de gevel
restauratie rond 133.450.
De Rijksbijdrage in de restauratiekosten van den gevel
zal over 1937 50% van 56.000.of 28.000.bedragen.
Van de Provinciale subsidie, welke is vastgesteld op 20%
van de geraamde kosten ad 220.000.tot een maximum
van 44.000.kan, in verband met de verdeeling van
dat bedrag over de jaren 1937 t/m 1943, over 1937 een
bedrag van 3750.worden tegemoet gezien, zoodat ten
slotte in een bedrag van 318.829.68 31.750.
287.079.68 moet worden voorzien.
Het Stadhuisfonds is op het oogenblik nog rond 130.000.
groot. Hiervan voor huren van tijdelijke dienstgebouwen,
enz. 30.000.reserveerende, kan voor gedeeltelijke dekking
van bovengenoemd bedrag van 287.079.68 een som van
100.000.aan het Stadhuisfonds worden onttrokken,
terwijl het restant ad 187.079.68 uit „geldleening" moet
worden gevonden.
In overeenstemming met het advies van de Commissie
van Fabricage geven wij U alsnu in overweging te besluiten
tot vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, model
D, dienst 1937, waarop een en ander is geregeld.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 122. Leiden, 12 Augustus 1937.
Op 12 November 1934 (Ingek. Stukken No. 253) besloot
Uw Vergadering tot aanleg van drie voetbalvelden op
terreinen der gemeente in den Stadspolder achter de Lucas
van Leydenstraat en de Bakker Korffstraat. Na gereed
koming van deze velden werd bij raadsbesluit van 12 October
1936 (Ingek. Stukken no. 182) het zuidelijk veld verhuurd
aan de Leidsche Voetbalvereeniging „Sportman", het mid
delste aan de af deeling Leiden van den Neder landsch en
Arbeiders-Sportbond, beide velden tegen een jaarlijksche
vergoeding van 175.terwijl het derde veld verhuurd
werd aan de Commissie voor Ontwikkeling en Ontspanning
van Werkloozen voor 150.per jaar. Den 15en Augustus
a.s. eindigen deze verhuringen.
Inmiddels is gebleken, dat de terreinen als voetbalvelden
nog niet geheel voldoen. Wanneer er n.l. veel regen valt,
zooals het geval was in de afgeloopen periode Januari tot
Mei, kunnen de terreinen het regenwater niet snel genoeg
verwerken, en zijn zij niet goed bespeelbaar. Een en ander
heeft tot gevolg gehad, dat de datum van ingang der huur,
welke aanvankelijk was gesteld op 1 Januari 1937, nader
moest worden bepaald op 1 April j.l. Door enkele nieuwe
draineerleidingen aan te leggen en eenige andere voorzie
ningen te treffen, kan in dezen ongewenschten toestand
verbetering worden gebracht. De kosten hiervan worden
geraamd op 400.per veld of 1200.in totaal. Wor
den deze verbeteringen aangebracht, dan zijn de bovenge
noemde vereenigingen bereid de sportterreinen op den
bestaanden voet opnieuw voor één jaar, ingaande 15 Augustus
a.s., in te huren. Te zijner tijd kan dan nader onder oogen
worden gezien, of en op welken voet eventueel deze terreinen
aan de Sportstichting in exploitatie dienen te worden
gegeven.
Voorts moeten eenige voorzieningen worden aangebracht
aan de bij Uw besluit van 7 Juni 1937 (Ingek. Stukken
No. 93) bij de Sportstichting ingebrachte objecten. Zoo
moet o.a. de afschering van het zuidelijk speelterrein bij
de Wilhelminabrug worden vernieuwd en de afsluiting van
het terrein achter Pomona worden verbeterd. De kosten
van een en ander worden geraamd op 1050.voor het
herstel van de afschering van het terrein bij de Wilhel
minabrug is bereids op de begrooting 1937 (volgn. 568)
100.uitgetrokken, zoodat nog 950.noodig is.
Verder zijn besprekingen gevoerd met het bestuur van
de afdeeling Leiden van den Nederlandschen Bond voor
Lichamelijke Opvoeding over de aan die afdeeling toebe-
hoorende opstallen met inhoud op het terrein aan den
Zoeterwoudschen singel. Het bestuur is bereid deze voor
de exploitatie van het terrein noodige opstallen c. a. eenige
objecten uitgezonderd aan de gemeente over te dragen
voor de taxatiewaarde ad 2022.65, welk bedrag o.i. aan
nemelijk is te achten. In totaal wordt derhalve een bedrag
van 4172,65 vereischt, dat kan worden afgeschreven op
den post onvoorziene uitgaven, waarop 12675.beschik
baar is.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage
gelegde stukken geven wij Uw Vergadering mitsdien in
overweging te besluiten:
a. door vaststelling van den overgelegden staat, model C,
tot wijziging van de gemeentebegrooting voor 1937, ter
onzer beschikking te stellen:
1°. 1200.voor verbetering van de drie voetbalvelden
in den Stadspolder achter de Lucas van Leydenstraat en
de Bakker Korffstraat;
2°. 950.voor verbetering van het zuidelijk speelterrein
bij de Wilhelminabrug en het voetbalveld achter Pomona;
3°. 2022,65 voor de overname van aan de afdeeling
Leiden van den N. B. L. O. toebehoorende opstallen met
inhoud op het terrein aan den Zoeterwoudschen singel;
b. ons College te machtigen de onder a genoemde voet
balvelden in den Stadspolder wederom voor één jaar, in
gaande 15 Augustus a.s., op den bestaanden voet te ver
huren, t.w. het zuidelijke veld aan de Leidsche Voetbal
vereeniging „Sportman" voor 175.per jaar, het mid
delste veld aan de afdeeling Leiden van den Nederlandschen
Arbeiders-Sportbond voor 175.per jaar, en het noor
delijke veld aan de Commissie voor Ontwikkeling en Ont
spanning van Werkloozen voor 150.per jaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 123. Leiden, 12 Augustus 1937.
In ons voorstel d.d. 22 Januari j.l. (Ingek. Stukken No. 9),
in zake den aanleg van een militair oefenterrein met sport
veld op de gronden nabij den Haagweg ten zuiden van de
Toussaintkade deelden wij Uw Vergadering mede, dat de
gemeente ook den toegangsweg naar het terrein moest aan
leggen en dat de kosten ervan niet begrepen waren in het
crediet van 54.000.aangezien de wijze, waarop de weg
diende te worden gemaakt, nader onder oogen moest worden
gezien.
Thans kunnen ook de gelden voor dezen toegangsweg bij
U worden aangevraagd. Zooals op de overgelegde kaart is
aangegeven, zal de weg 8.10 M. breed worden met ter
weerszijden trottoirs van 3.45 M. breedte, en is hij gepro
jecteerd in het verlengde van de Da Costastraat. In de
Stinksloot zal een dam met duiker worden gelegd. De
kosten van deze werken worden geraamd op 7300.
Bovendien moet het koolaschpad ten westen van het
oefenterrein worden omgelegd, zooals met bruine kleur is
aangeduid en moet langs dat pad een ijzeren afrastering
worden geplaatst. Tot instandhouding van de vaargelegen-
heid is het voorts noodig een brug over de Boschhuizer-
wetering te verhoogen en een nieuwe brug over een sloot
bij die wetering te leggen, alsmede een 65 M. lange sloot extra
te graven. De aan deze werkzaamheden verbonden kosten
zijn te stellen op ƒ3700.
'Onder verwijzing naar dein de Leeskamer ter visie liggende
stukken, geven wij Uw Vergadering, in overeenstemming
met het advies van de Commissie van Fabricage, mitsdien
in overweging, door vaststelling van den overgelegden staat
model D, tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst
1937, het toegestane crediet van ƒ54.000.voor den aanleg
van een militair oefenterrein met sportveld nabij den
Haagweg te verhoogen met 11.000.voor den aanleg van
den toegangsweg naar het nieuwe militaire oefenterrein,
het omleggen van een koolaschpad en voorzieningen voor
het behoud van de vaargelegenheid.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.