GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
meEKOMEm stukken.
N°. 109. Leiden, 30 Juni 1937.
Bij Koninklijk Besluit van 28 April 1937 (S. 481) zijn
de rente- en aflossingsvoorwaarden van beleggingen van
Bijksfondsen en -instellingen gewijzigd.
Ingevolge art. 2 van dat Koninklijk Besluit is de rente
voet van geldleeningen, aan gemeenten vóór 1 Januari 1936
door de in dat artikel nader aangeduide Bijksfondsen en
-instellingen verstrekt, voorzoover die rente hooger is dan
4 per jaar, tot dit percentage verlaagd, zulks gerekend
te zijn ingegaan den löen September 1936.
Wat onze gemeente betreft, geldt dit voor eenige bij bet
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds aangegane leeningen, die
inmiddels met ingang van 1 Juli a.s. werden geconverteerd,
alsmede voor de 6 leening, oorspronkelijk groot
2.000.000.die in 1920 werd gesloten met de Bijksver
zekeringsbank.
Voorts bepaalt het Koninklijk Besluit in art. 1, dat in
de overeenkomsten van geldleening, waarbij door genoemde
Bijksfondsen en -instellingen vóór 1 Januari 1936 gelden
aan de gemeenten werden verstrekt onder voorwaarde, dat
versterkte aflossing is uitgesloten, deze voorwaarde wordt ver
vangen door de bepaling, dat versterkte aflossing van de
leening zal zijn toegestaan, mits van het voornemen daartoe,
onder opgave van het bedrag, ten minste drie maanden te
voren, aan den geldgever is kennis gegeven, met dien ver
stande, dat bij versterkte aflossing binnen de eerste vijf
jaren na den looptijd der leening de geldneemster een ver
goeding zal zijn verschuldigd ten bedrage van 1 van het
bedrag dier aflossing.
De met de Bijksverzekeringsbank gesloten leening, op
1 Augustus 1937 pro resto groot 1.150.000.kan derhalve
met een termijn van 3 maanden zonder boete worden
opgezegd.
Vermits een rentevoet van 4 ons in den tegenwoordi-
gen tijd nog te hoog voorkwam, wendden wij ons tot genoemd^'
instelling met de vraag, tegen welke rente en onder weljp
voorwaarden zij de leening wenschte te continueeren.
Ons desbetreffend schrijven leidde echter niet tot eenig
resultaat, zoodat ons Ooilege zich vervolgens in verbinding
stelde met eenige bankinstellingen voor het verkrijgen van
een offerte voor een geldleening van 1.500.000.jmÊfor
de aflossing van de leening der B.V. B. is een bedragfan
1.150.000.benoodigd, zoodat een bedrag van /350.00b.
voor andere kapitaalsbehoeften men denke aan den
bouw van het Stadhuis en andere buitengewone werken
is bestemd.
Het bedrag van 1.150.000.moet in verband met den
resteerenden looptijd, in 23 jaar worden afgelost, het be
drag van ƒ350.000.in 40 jaren.
Blijkens de in de Leeskamer ter visie liggende stukken
werden van die bankinstellingen aanbiedingen ontvangen,
die zooveel lager dan 4 waren, dat tot aflossing bij de
Bijksverzekeringsbank alleszins aanleiding bestaat.
Uit de overgelegde stukken blijkt voorts, dat de gunstigste
aanbieding werd gedaan door de firma Staal en Co., zoo
dat deze offerte voor acceptatie in aanmerking komt; zij
betreft een 4-tal leeningen op onderhandsche schuldbekente
nis tot bedragen van ƒ300.000.ƒ250.000.ƒ600.000.
en ƒ350.000.samen ƒ1.500.000.
In overeenstemming met het advies van de Commissie
van Financiën geven wij Uwe Vergadering derhalve in
overweging
a. door vaststelling van de overgelegde ontwerp-besluiten
bij de in die ontwerp-besluiten genoemde instellingen geld
leeningen aan te gaan van ƒ300.000.ƒ250.000.
600.000.en 350.000.zulks tegen een rente en onder
de voorwaarden, eveneens in de ontwerp-besluiten vermeld;
b. vast te stellen den overgelegden staat, model J), tot
wijziging van de begrooting, dienst 1937.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.