MAANDAG 5 JULI 1937. 219 (van Eek c.a.) weer dezelfde discussie, terwijl de Eaad nu geheel in de zaak zit. Ter besparing van tijd ware het beter geweest, wanneer de heer Schüller het voorstel nu had kunnen over nemen. Spreker betreurt, dat de Voorzitter op een dergelijke wijze de behandeling heeft geleid. De Voorzitter meent, dat door de intrekking van het voorstel-Elkerbout, waarop het amendement-Schüller was aangenomen, dat voorstel van de baan was. Nu kan men tijdens een discussie zeer goed een voorstel overnemen, maar in dit geval was de toestand eenigszins anders; er was n.l. in plaats van het voorstel-Elkerbout gekomen een geheel ander voorstel-Schiiller, met een geheel anderen inhoud en en ook met een geheel andere strekking. Nu had spreker het amendement-Schüller kunnen beschouwen als een afzonderlijk voorstel, dat aangenomen was, maar zoolang het was inge diend als een amendement op het voorstel-Elkerbout, dat inmiddels ingetrokken is, kon spreker op dat oogenblik niet anders doen dan het voorstel te beschouwen als zijnde af gedaan, te meer, omdat spreker den heer Schüller daarmede in het geheel niet in een onaangename positie brengt; de (Voorzitter e.a.) heer Schüller kan zijn voorstel toch opnieuw indienen. Spreker erkenthij had ook anders kunnen handelen, maar hij was daartoe naar zijn meening niet verplicht. Spreker weet niet of het wel juist zou zijn, aan het einde der beraadslaging, tijdens de stemming, de discussie te heropenen en een voor stel te doen herleven. Sprekers bedoeling daarmede is niet het voorstel-Schüller geen of minder goede; kansen te geven, maar spreker acht het regelmatiger om te zeggen: met het intrekken van het voorstel-Elkerbout is ook het amendement- Schüller vervallen. De heer Groeneveld vraagt, wanneer de raadsleden in het bezit zullen komen van een legimitatie-bewijs als zoodanig? De Voorzitter zegt, dat in de vorige vergadering van het College de tekst van de identiteitskaart voor de Raadsleden is vastgestelddeze kaarten kunnen dus binnenkort worden uitgereikt. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 7