MAANDAG 10 MEI 1937. 179 Wering van Schoolverzuim; e.a. (Voorzitter e.a.) Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van zeven leden van de Noorder-Commissie en van zeven leden van de Zuider-Commissie tot Wering van Schoolverzuim. (69) De Voorzitter verzoekt den heeren van Rosmalen, Tobé, van der Voort en Würtz het stembureau te vormen. Worden benoemd, ieder met algemeene (33) stemmen: a. tot leden van de Noorder-Commissie tot Wering van Schoolverzuim de heeren W. Caro, N. v. d. Heuvel, A. J. den Hollander, J. H. A. Manders, C. Mulder, G. J. v. d. Ploeg en W. E. Wolvers; b. tot leden van de Zuider-Commissie tot Wering van Schoolverzuim de heeren D. Bosma, P. J. M. Hocks, A. B. Mulder, J. Schouten Az., N. B. M. Vreeburg, H. van Woudenberg en A. A. Wijnnobel. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. II. Praeadvies op het verzoek van Mej. A. M. de Haan, om ontslag als onderwijzeres aan de o. 1. school aan de Duivenbodestraat. (70) III. Voorstel tot het wijzigen van het raadsbesluit van 18 Mei 1936 inzake verhuring van het voormalige politie posthuis e.a. aan den Hoogc Rijndijk, aan H. Gaasbeek, te Leiden. (71) IV. Voorstel inzake het verhuren van een strook grond, grenzende aan perceel Morscliweg No. 2, aan Mevrouw de Wed. E. HoogeveenAardoom, te Oegstgeest. (72) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen II tot en met IV besloten. (De heer Manders komt ter vergadering.) V. Voorstel tot het wijzigen van een tweetal raadsbesluiten inzake verhuring van het perceel Aalmarkt No. 12 en de benedenverdieping van het perceel Nieuwe Rijn No. 22. (73) De heer Lomhert vraagt, of het de bedoeling van dit voorstel is om den huurders een tegemoetkoming te geven teneinde hun het bestaan wat gemakkelijker te maken. Wordt bij een dergelijk voorstel geen rekening gehouden met de huurwaarde van de panden? Ten opzichte van de beide gevallen, waarop het voorstel betrekking heeft, kan niet gezegd worden, dat de huren, die thans betaald worden, te hoog zijn. De heer Splinter antwoordt, dat het natuurlijk niet de bedoeling is, den betrokken huurders een tegemoetkoming te verleenen. Dit voorstel is uitsluitend het gevolg van de algemeene huurdaling van dergelijke woningen. Men heeft zich de vraag te stellen: wat is op het oogenblik de huur waarde van die panden. Ook particulieren hebben in dezen tijd de huren moeten verlagen. Neemt men een afwijzende houding aan, dan komen de huizen leeg te staan en men heeft maar niet direct nieuwe huurders. Daarom wordt steeds getracht met de huurders tot overeenstemming te komen. Wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VI. Voorstel inzake het verhuren van de bovenschool van het schoolgebouw aan de Paul Krugerstraat aan de afd. Leiden van den Nederlandschen R.K. Volkshond en tot het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van de inrichting van die bovenschool tot teekensehool. (74) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VII. Voorstel tot het wijzigen van het raadsbesluit van 4 November 1935 in zake verkoop van een strook grond, gelegen achter de perceelen Voldersgracht Nis. 16 en 18, kadastraal hekend gemeente Leiden, Sectie II Nis. 3587 (oud 1368) en 3589 (oud 1366), aan J. A. Slierings, te Leiden. (75) Verkoop strookje grond Voldersgraeht; e.a. (Goslinga e.a.) De heer Goslinga acht dit voorstel typeerend voor den gang van zaken in deze gemeente en misschien ook andere gemeenten. Spreker herinnert er aan, dat de bedoelde grond indertijd onteigend moest worden op grond van het saneerings- plan-Bouwelouwensteeg. Die grond was heel duur. Hij moest met goud betaald worden. Later is gebleken, dat de gemeente twee strookjes kon missen, die achter het perceel van den heer Slierings lagen aan de Paradijssteeg. De heer Slierings wenschte den grond terug te koopen, maar toen was die grond niets waard! Ten slotte is overeenstemming bereikt met den heer Slierings over een prijs van 10.per M2. De oppervlakte van den grond blijkt nu niet 28, maar 32 M2. te zijn. Waarom moet de heer Slierings nu niet 320. betalen? De heer Bergers is van oordeel, dat de grond van den heer Slierings in het geheel niet met goud betaald is. De heer Slierings kon vroeger hetgeen hij noodig had voor zijn bedrijf, door den achteringang brengen. Nu moet alles door zijn huis gesjouwd worden, wat niet erg aangenaam is. De heer Splinter is het met den heer Goslinga eens, dat, als de gemeente onteigenen moet, zij in den regel zeer veel geld moet betalen. Intusschen betreft het hier een eenigszins eigenaardig geval. Er is uitgegaan van een oppervlakte van 28 M2. en met den heer Slierings is overeenstemming bereikt over een totaalprijs van 280.plus 70.voor de erf- afscheiding. Later bleek die strook 32 M2. groot te zijn. Het is zeer moeilijk om met den heer Slierings te onderhandelen. Dat is ook destijds gebleken bij den aankoop. Dank zij de bemiddeling van den heer Bergers is die aankoop ten slotte tot stand gekomen. De heer Slierings wil die 4 M2. niet betalen. De erfafscheiding is reeds gemaakt. Moet de gemeente nu voor die 40.gaan procedeeren? Burgemeester en Wethouders hebben aldus geredeneerd: laten wij, waar het een klein bedrag geldt, zeggen: de grond kost niet 10. maar ƒ9.per M2., dan komt de zaak tot haar einde. De heer Goslinga begrijpt, dat het moeilijk is over een bagatel te gaan procedeeren. Het doet spreker intusschen genoegen, dat de Wethouder het met hem eens is, dat in de oogen van gegadigden, als de gemeente grond moet koopen, die grond schreeuwend duur is, doch dat, als de gemeente grond moet verkoopen, deze geen sou waard is. De heer Splinter zegt, dat hij het in alle opzichten met den heer Goslinga eens is. Wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VIII. Voorstel in zake het aangaan van een tweetal geld- leeningen en tot het vaststellen van den desbetreffenden begrootingsstaat. (76) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. IX. I. Herstemming over het voorstel-SchülIer inzake het houden van een woning- en gczinstclling en het in stellen van een woningonderzoek; II. Voortzetting van de behandeling van: a. het voorstel tot het intrekken van het beginsel besluit van 21 Maart 1932 inzake den houw van een aantal arbeiderswoningen met Rijksvoorschot, voor zooveel betreft de door de woningbouwver- eenigingen „Ons Belang" en „de Goede Woning" en de door de gemeente te bouwen woningen; b. het praeadvies op de verzoeken van de Woning- bouwvereeniging „Eensgezindheid" inzake den bouw van een aantal woningen en de tekoop- aanbieding door L. Snoeker van grond henoorden de Trompstraat; c. het voorstel, om de verdere adressen en het voor- stel-Schoneveld d.d. 20 Juni 1936 als afgedaan te beschouwen. (68) Hierbij komt aan de orde het amendement van den heer Schüller op het in de vorige vergadering ingediende voorstel- Elkerbout, welk amendement luidt als volgt: „De ondergeteekende stelt voor: het voorstel sub. b van den Heer F. Eikerbout te wijzigen als volgt:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 3