34 Aantal woningen t/m. 5.50 huur 12300 (11800). Aantal woningen t/m. ƒ5.huur 11300 (10800). Het overschot bedroeg dus voor de woningen t/m.: 6.— huur, 4.2 (5.5 (4.15%). 5.50 3.7 (4.8 5.— 3.7 (5 De reserve is nu eenigszins teruggeloopen, wat o.a. een gevolg kan zijn van meerdere onttrekking van woningen aan hare bestemming, en aan de voor Leiden onverwacht groote bevolkingstoeneming in 1936. De bevolking is in dat jaar n.l. met 1504 zielen gestegen, tegenover 836 in 1935, terwijl in het tijdvak van 1 Januari 1927 tot en met 31 December 1935 de gemiddelde toeneming per jaar 433 bedroeg. Aangezien de behoefte aan woningen door verschillende factoren wordt beheerscht, zou het niet juist zijn, alleen op de bevolkingstoeneming af te gaan voor de berekening van het benoodigd aantal woningen voor een toekomstig tijdvak. Bovendien is het geheel onzeker of de vermeerdering van de bevolking dit jaar en daarna even snel blijft gaan. Er is intusschen een' berekening gemaakt van het vermoedelijk aantal overcomplete woningen met een huurprijs t/m. 6. op 31 December 1937 in het onderstelde geval, dat ook over 1937 de bevolking met 1500 zielen zal stijgen. Aantal beschikbare woningen op 15 December 1936 537 In voorbereiding (waaronder 101 woningen van Werk manswoningen) en geraamde verbouw tot woning 150 687 Toeneming behoefte: door verandering van bestemming50 door toeneming aantal zielen 250 300 Aantal beschikbare woningen op 31 December 1937 387 dat is een reserve van i 3 In dit wel zeer ongunstig gestelde geval zal er derhalve aan het einde van het loopende jaar nog een woningoverschot zijn, dat de normale reserve van 2 te boven gaat. Daarbij is dan nog in het oog te houden, dat de 400 woningen, die bij de telling als niet voor bewoning geschikt werden aan gemerkt, niet alle voor den woningvoorraad persé als ver loren behoeven te worden beschouwd, vermits een aantal nog kan worden verbeterd. Deze cijfers en omstandigheden toonen naar de meening van de meerderheid van ons College wel overduidelijk aan, dat voorloopig voor nieuwbouw met steun van de gemeente geenerlei aanleiding bestaat en in geen geval op dit oogenblik. Er is dan ook naar het oordeel van de meerderheid geen reden de afdoening van deze zaak nog langer uit te stellen. De minderheid van ons College kan zich niet met deze conclusie vereenigen. Ook zij is gekant tegen den bouw van overbodige woningen, doch voor haar staat nog niet vast, dat er inderdaad een overcompleet aan arbeiderswoningen in bovengenoemden omvang bestaat. Op gegevens, alleen verkregen door een telling van leegstaande woningen, mag men haars inziens niet afgaan bij de bepaling van den be schikbaren woningvoorraad; daartoe dient een woning- en gezinstelling met een woningonderzoek in den door den heer Schüller bedoelden zin plaats te hebben en van het resultaat van een zoodanige telling zal dan moeten afhan gen of het plan van „Ons Belang" en eventueele verdere plannen in uitvoering kunnen komen. In Uwe Vergadering van 13 Juli 1936 werden voorts om praeadvies in onze handen gesteld een adres van den heer L. Snoeker en een voorstel van den heer Schone veld, inge diend naar aanleiding van de mededeelingen, vervat in Ingekomen Stukken No. 106 van 1936, betreffende de be stemming van den grond, gelegen ten oosten van de van Speykstraat en ten noorden van de Trompstraat, waarop het vorengenoemde plan van „Eensgezindheid" was ge projecteerd. Uit de in de Leeskamer ter inzage gelegde nota moge U blijken, dat er geen aanleiding aanwezig is om op het adres van den heer Snoeker in te gaan en evenmin, om het voor stel van den heer Schoneveld aan te nemen. Het bovenstaande samenvattende geven wij als College alsnu aan Uwe Vergadering in overweging: a. het voorstel van den heer Schüller inzake een woning en gezinstelling en een onderzoek naar den toestand der woningen, niet aan te nemen; b. het beginselbesluit van 21 Maart 1932 inzake den bouw van een aantal arbeiderswoningen met Bijksvoorscliot in te trekken voorzooveel betreft de door de vereenig ingen „Ons Belang" en „de Goede Woning" en de door de gemeente te bouwen woningen; c. afwijzend te beschikken op de verzoeken van de ver- eeniging „Eensgezindheid" om medewerking te verleenen voor den bouw van 82 woningen, waaronder 11 woningen voor ouden van dagen, en niet over te gaan tot aankoop van den door den heer Snoeker aangeboden grond benoorden de Trompstraat d. de verdere adressen en het voorstel-Schoneveld als afgedaan te beschouwen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 27 Mei 1936. Aan de Baad der Gemeente Leiden. De Baad van oordeel, dat het noodzakelijk is te beschikken over de vereiste gegevens om te kunnen oordelen of de aan bouw van arbeiderswoningen tot een huurprijs van p.m. 5. per week noodzakelijk is, besluit, Burgemeester en Wethouders te verzoeken door een nauwkeurig onderzoek gegevens te willen verschaffen aan de Baad omtrent de volgende punten; 1. het totaal aantal woningen in Leiden met een huurprijs tot 5.per week; 2. het aantal kamers van elk dezer woningen met ver melding van het aantal personen van elk geslacht, dat in die woning woont; 3. het aantal gezinnen dat in elk dezer woningen woont met vermelding van het aantal personen van elk geslacht dat in die woning woont; 4. het aantal van die woningen, dat noodzakelijk blijkt verbeterd te leunnen worden volgens de woningwet en het aantal van deze woningen dat na onderzoek blijkt op het oogenblik of in de naaste toekomst uit de woningvoorraad te moeten verdwijnen. J. H. Schüller. Aan den Baad van de Gemeente Leiden. De Baad verzoekt aan Burgemeester en Wethouders, alsnog, naar aanleiding van het ingekomen stuk N°. 106, 1936, een voorstel op de agenda te plaatsen voor de eerst komende vergadering van den Gemeenteraad. Leiden, 20 Juni 1936. Schoneveld. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GBOEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 8