H°. 58. Leiden, 9 April 1937. Ten laste van de gemeente loopen bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds en bij de Indische Pensioenfondsen eenige geldleeningen tegen een rente van 1 en hooger. Blijkens de in de Leeskamer ter visie liggende stukken kunnen deze leeningen, tezamen 5.221.000.groot, op aannemelijke voorwaarden worden geconverteerd. Onder verwijzing naar die stukken geven wij Uwe Ver gadering, in overeenstemming met het advies van de Com missie van Financiën, mitsdien in overweging door vast stelling van de overgelegde ontwerp-besluiten: I. de volgende door het Algemeen Burgerlijk Pensioen fonds verstrekte leeningen: a. 4% leening, aangegaan bij raadsbesluit van 22 Decem ber 1900, oorspronkelijk groot 400.000. pro resto157.000. b. 4-j-% leening, aangegaan bij raadsbesluit van 30 Maart 1931, oorspronkelijk groot 1.750.000.pro resto1.375.000. c. 4J% leening, aangegaan bij raadsbesluit van 30 Maart 1931, oorspronkelijk groot 1.750.000.pro resto1.450.000. d. 4|% leening, aangegaan bij raadsbesluit van 13 Juni 1935, oorspronkelijk groot 500.000.pro resto475.000. totaal 3.457.000. te converteeren in een leening van 3.457.000.tegen een rente en onder de voorwaarden als in het ontwerp-besluit is aangegeven; II. de volgende door de Indische Pensioenfondsen ver strekte leeningen: a. 4|% leening, aangegaan bij raadsbesluit van 30 Maart 1931, oorspronkelijk groot f 850.000.pro resto,700.000. b. 4% leening, aangegaan bij raadsbesluit van 2 Juli 1934, oorspronkelijk groot 647.000.pro resto589.000. c. 41 leening, aangegaan bij raadsbesluit van 13 Juni 1935, oorspronkelijk groot 500.000.pro resto475.000. totaal 1.764.000.— te converteeren in een leening van 1.764.000.tegeneen rente en onder de voorwaarden als in het ontwerp-besluit is aangegeven; III. de gemeentebegrooting, dienst 1937, voor betaling van kosten van aflossing te wijzigen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. H°. 59. Leiden, 9 April 1937. Blijkens de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, heeft de gemeente door tusschenkomst van de firma Staal Co. een aanbieding ontvangen voor een conversie-leening met langen looptijd ad 500.000. Aangezien deze aanbieding ons aannemelijk voorkomt, geven wij Uwe Vergadering, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Financiën, in overweging: a. door vaststelling van het overgelegde ontwerp-besluit bij de in het ontwerp-besluit genoemde instelling een geld- leening van 500.000.aan te gaan tegen een rente en onder de voorwaarden, eveneens in het ontwerp-besluit vermeld b. vast te stellen den overgelegden begrootingsstaat model D., tot wijziging van de begrooting dienst 1937. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. H°. 60. Leiden, 9 April 1937. De huurder van het winkelhuis Heerenstraat Ho. 48 wenscht de huur tegen 1 Mei a.s. te beëindigen. Als gegadigde voor de nieuwe huur heeft zich aangemeld Mejuffrouw M. M. Bomli, alhier; zij is bereid het pand, waarvan de huur thans 460.bedraagt, met ingang van 1 Mei a.s. te huren van jaar tot jaar tegen een jaarlijkschen huurprijs van 425.Zij kan zich ook vereenigen met de bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden, waaronder de 28 bepaling, dat de gemeente de huur met een termijn van drie maanden tusschentijds kan opzeggen. Aangezien met een verhuring op dezen voet genoegen kan worden genomen, geven wij Uw Vergadering, onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken en in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, derhalve in overweging te be sluiten het winkelhuis aan de Heerenstraat Ho. 48 van 1 Mei 1937 tot 1 Mei 1938 te verhuren aan Mejuffrouw M. M. Bomli, te Leiden, tegen een huurprijs van 425. per jaar, met dien verstande, dat de huur verder geacht wordt telkens voor den tijd van één jaar tegen denzelfden huurprijs en onder dezelfde voorwaarden te zijn verlengd, indien zij niet drie maanden tevoren door de huurster of door ons College is opgezegd, terwijl de huur in elk geval zal eindigen op 1 Mei 1948, zonder dat eenige opzegging wordt vereischt en voorts onder de overgelegde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. H°. 61. Leiden, 9 April 1937' De huurder van de bovenwoning Hieuwe Pijn Ho. 22a, A. Eradus, heeft een verzoek om huurvermindering ingediend. Dit huis is aan hem verhuurd bij raadsbesluit van 29 Mei 1933 (Ingek. Stukken Ho. 99) voor den prijs van 450. per jaar, met dien vorstande, dat de straatbelasting ad 25,32 voor rekening van den huurder is. Ook heeft Mevr. de Wed. J. Gelök om huurverlaging gevraagd. Aan haar werd bij raadsbesluit van 14 April 1930 (Ingek. Stukken Ho. 69), gewijzigd bij raadsbesluit van 23 December 1935 (Ingek. Stukken Ho. 245) het perceel Aalmarkt Ho. 5 verhuurd tegen een huursom van 420. per jaar, met inbegrip van de straatbelasting. Bovendien verzoekt H. C. van Leeuwen de huur te ver lagen van het perceel Hieuwe BijnHo. 20 en het bovenhuis van de Graanbeurs, welke bij raadsbesluit van 22 Januari 1923 (Ingek. Stukken Ho. 9), gewijzigd bij de raadsbesluiten van 14 Mei 1934 (Ingek. Stukken Ho. 85) en van 25 Maart 1935 (Ingek. Stukken Ho. 54), is bepaald op 1250.per jaar, straat belasting inbegrepen. Voorts is een nader verzoek om huurverlaging ingekomen van A. Christiaanse, in verband waarmede ons voorstel van 12 Februari j.l. (Ingek. Stukken Ho. 20, sub b en c) werd teruggenomen. Hij is huurder van het pakhuis Lokhorst straat Ho. 20, dat aan hem verhuurd is bij raadsbesluit van 2 September 1930 (Ingek. Stukken Ho. 173) tegen een jaar- lijksche huursom van 150.(straatbelasting ad 7.08 voor zijn rekening), en van het woonhuis Lokhorststraat Ho. 22, dat ingevolge raadsbesluit van 25 Januari 1932 (Ingek. Stukken Ho. 9) verhuurd is tegen 300.per jaar (straatbelasting ad 10.50 ten laste van den huurder). Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat er in deze gevallen aanleiding bestaat de huurprijzen met ingang van het nieuwe huurjaar op 1 Mei a.s. te ver lagen, t. w. dien van de bovenwoning Nieuwe Rijn Ho. 22a tot 425.per jaar, dien van het perceel Aalmarkt Ho. 5 tot 375.per jaar, dien van het perceel Hieuwe Rijn Ho. 20 met het bovenhuis van de Graanbeurs tot 1100.per jaar, dien van het pakhuis Lokhorststraat Ho. 20 tot ƒ125. per jaar, en dien van het woonhuis Lokhorststraat Ho. 22 tot 250.per jaar. De straatbelasting komt in al deze gevallen voor rekening van de gemeente. De heer van Leeuwen is, in verband met het aan brengen van eenige verbeteringen, bereid zich voor de nieuwe huur van het perceel Hieuwe Rijn Ho. 20 c.a. te verbinden tot 1 Mei 1940. Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken en in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging: a. Uw besluit van 29 Mei 1933, inzake de verhuring van de bovenwoning Hieuwe Rijn Ho. 22a aan A. Eradus, te Leiden, in dier voege te wijzigen, dat met ingang van 1 Mei 1937 de huurprijs wordt verlaagd tot ƒ425.per jaar, en dat de straatbelasting voor rekening van de ge meente komt; b. Uw besluiten van 14 April 1930 en 23 December 1935, inzake de verhuring van het perceel Aalmarkt Ho. 5, aan Mevrouw de Wed. J. GelökCoenraads, te Leiden, aldus te wijzigen, dat met ingang van 1 Mei 1937 de huurprijs wordt verlaagd tot 375.per jaar; c. Uwe besluiten van 22 Januari 1923, 14 Mei 1934 en 25 Maart 1935, betreffende de verhuring van het perceel Hieuwe Rijn Ho. 20 en het bovenhuis van de Graanbeurs, in dier voege te wijzigen, dat met ingang van 1 Mei 1937

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 2