134 MAANDAG 22 MAART 1937. Schoonmaken gemeentegebouwen door C.E.M.S.T.O.; e. a. (Goslinga e.a.) De heer Goslinga zegt, dat dat niet voldoende is. Men moet onderaanneming geheel verbieden. Als de uitvoerder van sociale wetten sluit spreker zich van harte daarbij aan. De Voorzitter zegt, dat deze zaak niet veel beteekenis heeft. Spreker betreurt het dat mevrouw de Cler deze zaak niet in de vergadering van 22 Februari j.l., toen ze a fond behandeld is, te berde gebracht heeft. Spreker acht opneming van de gevraagde bepaling overbodig. Mevrouw de Cler is bevreesd, dat de Cemsto zal trachten zich te onttrekken aan haar sociale verplichtingen, maar hier wordt een contract met de Cemsto gesloten; deze is verplicht al haar personeel tegen ziekte en ongevallen te verzekeren. En dat is het personeel, waarmee de gemeente alleen te maken heeft. Spreker betwijfelt zeer of de Cemsto het recht heeft in de gemeentelijke gebouwen te laten werken door personeel, dat niet in dienst van die firma is. Het is zeker niet de be doeling van de gemeente mede te werken aan een dergelijke tactiek van de firma, maar het is niet noodig daartegen een bepaling te treffen; de gemeente behoeft niet te dulden dat in gemeentegebouwen personeel werkt, dat niet in dienst is van de Cemsto. Spreker gelooft het evenwel niet; de gemeente heeft een contract met de Cemsto, die haar personeel moet verzekeren tegen ziekte, enz. Mevrouw de Cler kan dus genoegen nemen met een verklaring van spreker, dat mocht dit gebeuren spreker zal het onder zoeken hij dit de Cemsto verbieden zal. Mevrouw de Cler kan hiermede geen genoegen nemen. De feiten zijn absoluut gebeurd en dit gebeurt op het oogenblik nog. Nu zegt de Voorzitter, dat daarvan aan hem niets bekend is, maar spreekster wil hem de gebouwen wel noemen, waar het gebeurt. De Voorzitter zegt, dat dat volkomen onjuist is. De ge meente heeft de middelen om daartegen op te komen. Mevrouw de Cler zegt, dat de betrokkenen het in den regel niet durven zeggen. De Voorzitter kan, als het medegedeeld wordt, maat regelen nemen, opdat het niet meer gebeurt. Spreker kan den toegang tot de scholen ontzeggen aan degenen, die daar komen zonder in dienst te zijn van de Cemsto. Mevrouw de Cler neemt met de toezegging van den Voor zitter genoegen en hoopt, dat de Voorzitter de zaak behoorlijk zal laten onderzoeken, want wat spreekster gezegd heeft, ge beurt ontegenzeglijk. De Voorzitter zal een onderzoek doen instellen, zoodra mevrouw de Cler hem heeft medegedeeld, waar het is geschied. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het gewijzigde voorstel van Burgemeester en Wethouders be sloten. XXIII. Voorstel in zake het verleenen van medewerking aan de regeling betreffende het Voorzieningsfonds voor Kunstenaars en tot het vaststellen van den desbetreffenden begrootingsstaat. (48) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXIV. Praeadvies op het voorstel van den heer Snel in zake het instellen van een onderzoek naar den toestand in de gezinnen der werkloozen. (49) De heer Snel spreekt zijn teleurstelling uit over het feit, dat het onderzoek zich op het oogenblik uitstrekt over slechts enkele gezinnen. Het is niet mogelijk een onderzoek in te stellen naar den toestand in de gezinnen van alle werkloozen, maar het zal wel zeer moeilijk zijn door een onderzoek naar den toestand in een twintigtal gezinnen zich een juist beeld te vormen van den algemeenen toestand. Men kan dit doel slechts bereiken door het instellen van een breed opgezet en goed gefundeerd onderzoek, waarom spreker ook vraagt, of het niet mogelijk is, het onderzoek op een belangrijk grootere schaal te doen plaats hebben. Verder vraagt spreker, of het de bedoeling van het College is, den Raad het resultaat van het onderzoek mede te deelen en ook, of het salaris van 150.dat de met dit onderzoek Onderzoek naar toestand in gezinnen der werkloozene. a. (Snel e.a.) belaste huishoudleerares ontvangt, wel in overeenstemming is met de verantwoordelijkheid voor den arbeid gedurende de 12 weken van het onderzoek. De heer van Stralen kan zich wel eenigszins voorstellen, dat de heer Snel er min of meer door te leur gesteld is, dat dit het resultaat vormt van het voorstel, dat deze verleden jaar deed tot het instellen van een onderzoek. Het College heeft reeds in het ingekomen stuk uiteengezet, waarom het onderzoek niet van gemeentewege geschiedt. Indien het Rijk het onder zoek niet had ingesteld, zou het College zeker een voorstel daartoe hebben ingediend. Het kwam het College thans voor, dat het ter wille van de uniformiteit beter was, het plaatselijk onderzoek niet te houden, maar zich aan te sluiten bij het algemeene onderzoek, dat het Rijk zich voorstelde. Aangezien dit onderzoek geschiedt naar vaste maatstaven, krijgt men niet alleen een overzicht over den toestand in Leiden, maar blijkt tegelijkertijd, hoe het te dien aanzien in andere gemeen ten gesteld is. In dat opzicht heeft het onderzoek in het ge- heele land wel voordeelen boven een onderzoek, dat zich alleen over Leiden zou uitstrekken. Inderdaad omvat het onderzoek maar 20 gezinnen; dit aantal is vastgesteld en die gezinnen zijn echter uitgezocht ook in overleg met de arbeidersorganisaties. Ook al zou men dat aantal grooter hebben genomen, het blijft toch altijd maar een steekproef. Wil men een overzicht van den toestand in elk gezin afzonderlijk, dan zal men een volledig onderzoek in elk gezin moeten instellen. Het College meende in dit geval te kunnen ingaan op de aanbieding, het College gedaan door deze Commissie, waarmede in elk geval voor een deel was voldaan aan den wensch van den heer Snel. Ongetwijfeld zal te zijner tijd het resultaat van dit onderzoek aan den Raad worden medegedeeld. Alleen is het mogelijk, dat het College daarmede zal moeten wachten tot het resultaat van het onderzoek in het geheele land bekend is. Spreker weet niet of Leiden de vrijheid zal krijgen de in Leiden verkregen ge gevens te publiceeren, los van het resultaat van het geheele onderzoek, en of Leiden er zelfstandig conclusies uit zal mogen trekken. Het wordt n.l. van belang geacht, dat de conclusies uit dit onderzoek niet op één plaats worden getrokken, maar dat deze Commissie na afloop van haar enquête de resultaten van dit onderzoek vastlegt en daaruit haar eigen conclusies trekt. De Commissie is daartoe in de gelegenheid, omdat zeer vele deskundigen op dit gebied, vooral medici, in de commissie zitting hebben. De belooning ad 50.voor de huishoudleerares is niet door de gemeente vastgesteld, maar door de Commissie. Deze huishoudleerares heeft de leiding van dit onderzoek niet alleen in Leiden, maar is daarvoor ook aangewezen in een aantal plaatsen in de omgeving, waarvoor zij een soort gelijke vergoeding ontvangt, zoodat zij voor haar werkzaam heden niet 50.ontvangt, maar een hooger salaris, door haar bemoeiingen in andere gemeenten. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXV. Voorstel tot het hescliikbaarstellcn van gelden ten behoeve van het uitbreiden van de bureauruimte van en de stempelgelegenheid in het gebouw- van den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken. (50) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Vervolgens is aan de orde: XXIX. Voorstel tot wijziging van de verordening tot voor koming van brand. (160 van 1936 en 31) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De verordening wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld. XXX. Voorstel tot wijziging van de verordening op de Wateren in de gemeente Leiden. (184 van 1936 en 32) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. Beraadslaging over artikel I. De heer Manders meent, dat de voorgestelde redactie van het artikel de bedoeling daarvan niet zuiver weergeeft, al

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 6