MAANDAG 22 MAART 1937. 133 Verhuren perceelene. a. (Manders e.a.) den toegang tot de Veemarkt te verkrijgen. De Eaad zou goed doen eens een uitspraak uit te lokken, of deze woning behouden moet worden. Daarvoor zou veel te zeggen zijn. De Voorzitter zegt, dat de heer Groeneveld nu ontkent, dat dit huis verleden jaar geschilderd is. Spreker heeft den Directeur der Gemeentewerken gevraagd zich daarvan te overtuigen; deze heeft zich daarvan overtuigd door zijn opzichter en door te informeeren bij dengene, die het ver leden jaar geschilderd heeft. Verder kan spreker niet gaan. Als de heer Groeneveld het niet gelooft, moet hij voor eigen rekening maar een onderzoek instellen. Spreker is het met den heer Groeneveld eens, dat de kans dat daar de Veemarkt komen zal, vooreerst niet groot is. Daarom is het alleszins raadzaam na te gaan, inhoever het huis in beteren staat gebracht kan worden, opdat het langer mee kan. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIX. Voorstel tot het verpachten van het recht tot heffing van den weg- en watertol c.a. tegenover den Rijnsburgschen Vliet, bij het „Leidsche Hek", aan P. Ciggaar, te Oegstgeest. (45) XX. Voorstel in zake liet ter beschikking stellen van een strook grond, gelegen nabij de van der Duvnstraat, aan de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, ten behoeve van den bouw van een transformatorgebouwtje. (46) XXI. Voorstel a. tot wijziging van de verordening, regelende de ver deeling van de kieskringen voor de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad in stemdistrieten b. tot wijziging van de verordening, houdende aanwijzing van de stemlokalen voor de stemdistrieten voor de ver kiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, van de Provinciale Staten en van den Ge meenteraad en van de stemlokalen voor de voor het publiek toegankelijke zittingen van de hoofdstembureaux. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen XIX tot en met XXI besloten. De Voorzitter doet thans de deuren sluiten. Xa eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat. XXII. Herstemming over het amendement van Mevrouw de Clerde Bruijn op het voorstel om het in- en uitwendig schoonmaken enz. van gemeentegebouwen ondershands op te dragen aan de N.V. Chemische en Mechanische Stof bestrij ding s- Onderneming, te Amsterdam en voortzetting van de be handeling van dat voorstel. (25) Over het amendement van mevrouw de Cler luidende: ,,Ondergeteekende stelt voor de arbeidsvoorwaarden vast gelegd in het Bestek Xo. 2 Dienst 1936/37 inzake de overeenkomst tusschen de Gemeente en de N.V. „Cemsto", te handhaven." staken wederom de stemmen, aangezien 16 leden zich daar voor en 16 leden zich daartegen verklaren. Vóór stemmen: de heeren Groeneveld, van Eek, mevrouw de Cler, mevrouw Braggaar, dé heeren Dubbeldeman, van der Voort, Jongeleen, Snel, Hessing, Valentgoed, Schiiller, van Stralen, Verweij, van Weizen, Carton en Keij. Tegen stemmen: de heeren Wilmer, Manders, de Eeede, van der Laan, Coster, van der Kwaak, Wilbrink, Eikerbout, van der Eeijden, Tobé, Beekenkamp, Bergers, Würtz, van Eosmalen, Tepe en Goslinga. In verband hiermede wordt het amendement geacht niet te zijn aangenomen. De heer Lombert was tijdens deze stemming niet aanwezig. Het amendement van den heer van Weizen luidende: „Ondergeteekende stelt voor: bij het verlengen van de overeenkomst met de X. V. (C.E.M.S.T.O.) ingek. stuk Xo. 25, geen verlaging van de Schoonmaken gemeentegebouwen door C.E.M.S.T.O. (Voorzitter e.a.) uurloonen te doen plaats vinden voor de werksters en schoolschoonmaaksters, doch deze te handhaven op: a. f 0,30 per uur voor hen, die een volledige dagtaak vervullen b. f 0,33 per uur, die ten minste 30 uur werken; c. f 0,35 per uur, die minder dan 30 uur werken." wordt aangenomen met 29 tegen 2 stemmen. Vóór stemmen: de heeren Wilmer, Groeneveld, Manders, van Eek, mevrouw de Cler, mevrouw Braggaar, de heeren Dubbeldeman, van der Laan, van der Voort, Jongeleen, Snel, Coster, Hessing, van der Kwaak, Wilbrink, Eikerbout, van der Eeijden, Tobé, Bergers, Valentgoed, Schüller, Würtz, van Stralen, Verweij, van Eosmalen, van Weizen, Tepe, Carton en Keij. Tegen stemmen: de heeren Beekenkamp en Goslinga. (Bij deze stemming was behalve de heer Lombert ook de heer de Eeede afwezig.) De Voorzitter deelt mede, dat het voorstel van het College alsnog in dien zin is gewijzigd, dat inplaats van 1 Maart 1937 wordt gelezen 1 April 1937. Mevrouw de Cler vraagt heropening van de beraadslaging over het voorstel van het College. De Voorzitter heeft hiertegen bezwaar. De heer Wilmer vraagt, of de Voorzitter niet bereid is, het voorstel van mevrouw de Cler over te nemen, daar dat lid misschien ernstige reden heeft om heropening van de be raadslaging te vragen. De Voorzitter zegt, dat het College geenszins weet, om welke reden mevrouw de Cler haar verzoek heeft gedaan. De zaak is bediscussieerd. Er moet een zekere orde in den gang van zaken behouden blijven. De heer Eikerbout vraagt, of daardoor de stemmingen ongedaan gemaakt worden. Zoo niet, dan heeft het toch heel weinig beteekenis. De heer van Eek begrijpt, dat de Raad niet over een ver zoek tot heropening van de beraadslaging kan besluiten, indien de Eaad niet weet, om welke reden het verzoek wordt gedaan. De Voorzitter stelt mevrouw de Cler in de gelegenheid, haar verzoek toe te lichten. Mevrouw de Cler wil gedaan trachten te krijgen, dat in de besteksvoorwaarden voor de N.V. Cemsto de verplichting wordt opgenomen, om met alle werksters, die in haar dienst zijn, een arbeidsovereenkomst te sluiten, wat de X.V. Cemsto op het oogenblik niet doet. De Voorzitter zegt, dat het College na deze toelichting geen bezwaar heeft tegen het verzoek van mevrouw de Cler. Spreker stelt thans voor de beraadslaging over het voorstel van het College te heropenen. "Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. Mevrouw de Cler acht het gewenscht in het bestek de clausule op te nemen, dat de firma wordt verplicht het per soneel, noodig voor den geregelden schoonmaakdienst, op arbeidscontract aan te stellen, hetgeen op het oogenblik niet het geval is. Wanneer in een gebouw gewoonlijk twee werksters noodig zijn, van wie er een weggaat, wegens verplaatsing of ontslag, en er dus één werkster overblijft, dan stelt de Cemsto aan die werkster voor, die andere werkster in haar dienst te nemen. Dit is al eens voorgekomen. Bij ziekte ontvangt die tweede werkster dan geen ziekengeld. Op deze wijze tracht de Cemsto aan de sociale lasten te ontkomen. Het zal toch niet in de bedoeling der gemeente liggen, dit te besten digen. Bij een van de gebouwen is verder een werkster, die 54 uren per week werktals hulp moet zij dan iemand in dienst nemen, die geen uitkeering volgens de Ziektewet of de Invaliditeitswet krijgt, bij ziekte of ongeval. Spreekster ver zoekt dus in het bestek een clausule op te nemen, waardoor de Cemsto verplicht wordt ieder, die die firma in dienst heeft voor den schoonmaakdienst, op arbeidscontract aan te stellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 5