20 N°. 40. Leiden, 12 Maart 1937. In verband met de ziekte van den heer C. Kok werd de heer Drs. G. B. A. Sixma met ingang van 27 November 1936, tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den tijd van drie maanden, benoemd tot tijdelijk leeraar in de Engelsche taal aan het Gymnasium. Aangezien de heer Kok nog ziek is en de werkzaam heid van den tijdelijken leeraar derhalve langer dan drie maanden moet duren, geven wij, met verwijzing naar de desbetreffende, bij de stukken gevoegde adviezen van Curatoren van het Gymnasium en van den Inspecteur der Gymnasia, Uwe Vergadering in overweging de tijdelijke opdracht aan den heer Drs. G. B. A. Sixma tot het geven van onderwijs in de Bngelsche taal aan het Gymnasium tot wederopzeggens te verlengen, doch uiterlijk tot het tijdstip waarop de heer Kok zijn functie als leeraar aan het Gymnasium zal hebben hervat, of, indien dit niet voor het einde van den loopenden cursus geschiedt, uiterlijk tot het eind.e van dien cursus. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 41. Leiden, 12 Maart 1937. Door den heer C. Kok wordt bij zijn in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven eervol ontslag gevraagd als leeraar aan het Gymnasium. Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering, onder verwijzing naar de bij de stukken gevoegde adviezen van Curatoren van het Gymnasium en den Inspecteur der Gymnasia, in overweging den heer C. Kok met ingang van 1 October a.s. eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van leeraar aan het Gymnasium. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 42. Leiden, 12 Maart 1937. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende rapporten van de Commissie van Financiën d.d. 4 en 9 Maart j.l. geven wij Uwe Vergadering in overweging goed te keuren: 1°. de suppletoire begrooting, dienst 1935, van het College van Vrouwenkraammoeders 2°. de rekening, dienst 1935, van dit College; 3°. de begrooting, dienst 1937, van genoemd College; 4°. de begrooting, dienst 1937, van het Gereformeerde Minne of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis; 5°. de begrooting, dienst 1937, van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis; 6°. de suppletoire begrooting, dienst 1935, van den Armenraad 7°. de rekening, dienst 1935, van den Armenraad. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 43. Leiden, 12 Maart 1937. In Uwe Vergadering van 9 November 1936 (Ingek. Stukken No. 191) werd besloten, om gedurende de maanden November en December 1936 en het le kwartaal 1937, zoo noodig, kasgeldleeningen aan te gaan tot een maximum van 1.500.000.—. In verband met het aangaan, ingevolge Raadsbesluit van 21 December 1936 (Ingek. Stukken No. 233), van eene 3|- obligatie]eening, groot 1.500.000.behoefde tot dusver van deze bevoegdheid geen gebruik te worden gemaakt, zoodat op het oogenblik geen kasgeld door de gemeente is opgenomen. Met het oog echter op de gedurende het 2e kwartaal aan de gemeentekas te stellen eischen voor de betaling van de ondersteuning van werkloozen en armlastigen, de restitutie van pensioenen en andere groote betalingen, waaronder die voor rente en aflossing van geldleeningen (o. a. werden bij de conversie van eenige geldleeningen de aflossingen over 1937 ten bedrage van in totaal 230.000.buiten het nieuwe leeningsbedrag gehouden, welk bedrag dus vervroegd uit den gewonen dienst moet worden voldaan), is het wel gewenscht, om voor dat kwartaal over eene machtiging tot het opnemen van kasgeld te beschikken. Het maximaal bedrag, dat gedurende genoemd kwartaal de kasschuld zal mogen beloopen, wenschen wij te zien vastgesteld op 1.000.000 Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging te besluiten, gedurende het 2e kwartaal 1937, zoo noodig, kasgeldleeningen aan te gaan tot zoodanig bedrag, dat op geen enkel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld, met inbegrip van het in rekening-courant bij de N. V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten op te nemen bedrag, de som van 1.000.000.te boven gaat en onder de voor waarden als door ons College zullen worden gesteld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 44. Leiden, 12 Maart 1937. Van P. A. Lefeber, huurder van de benedenwoning Nieuwsteeg No. 10, is een verzoek om huurvermindering ingekomen. Dit huis is aan hem verhuurd bij raadsbesluit van 27 Maart 1922 (Ingek. Stukken No. 90), gewijzigd bij raadsbesluit van 25 Maart 1935 (Ingek. Stukken No. 52), voor den prijs van 350.per jaar, straatbelasting inbegrepen. Bovendien heeft W. A. Blom om huurverlaging gevraagd. Aan hem werd bij raadsbesluit van 27 Mei 1935 (Ingek. Stukken No. 92) de garage met bovenwoning Langebrug No. 99 verhuurd tegen een jaarlijksche huursom van 720. straatbelasting inbegrepen. Voorts verzoekt Mr. W. C. Feitkamp de huur van het door hem bewoonde huis .,Groenoord" aan den Haarlermer- wegNo.49te verlagen, terwijl hij, blijkens de stukken ook een wijziging in de verhuringsvoorwaarden vraagt. Het huis is aan hem verhuurd bij raadsbesluit van 28 Augustus 1933 (Ingek. Stukken No. 162), gewijzigd bij raadsbesluit van 25 Maart 1935 (Ingek. Stukken No. 52), tegen een huursom van 624.per jaar, met inbegrip van de straatbelasting. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat er in deze gevallen aanleiding bestaat den huurprijs met ingang van het nieuwe huurjaar op 1 Mei a.s. te verlagen, t.w. dien van de benedenwoning Nieuwsteeg No. 10 tot 300.per jaar, dien van de garage met bovenwoning Langebrug No. 99 tot 675.per jaar, en dien van het huis „Groenoord", tot 575.per jaar, straatbelasting inbegrepen. Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage lig gende stukken, geven wij mitsdien Uw Vergadering in overweging a. Uw besluiten van 27 Maart 1922 en 25 Maart 1935, inzake de verhuring van de benedenwoning Nieuwsteeg No. 10, aan P. A. Lefeber, te Leiden, aldus te wijzigen, dat met ingang van 1 Mei 1937 de huurprijs wordt verlaagd tot 300.per jaar; b. Uw besluit van 27 Mei 1935, inzake de verhuring van de garage met bovenwoning Langebrug No. 99, aan W. A. Blom, te Leiden, in dier voege te wijzigen, dat de huurprijs met ingang van 1 Mei 1937 wordt verlaagd tot 675.— per jaar; c. Uw besluiten van 28 Augustus 1933 en 25 Maart 1935, inzake de verhuring van het huis „Groenoord", aan den Haarlemmerweg No. 49, aan Mr. W. C. Feitkamp, te Leiden, aldus te wijzigen, dat de huurprijs met ingang van 1 Mei 1937 wordt verlaagd tot 575.per jaar, en dat aan de verhuringsvoorwaarden wordt toegevoegd de in de Lees kamer ter visie liggende bepaling. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 45. Leiden, 12 Maart 1937. Bij raadsbesluit van 6 April 1936 (Ingek. Stukken No. 50) werd het recht tot heffing van den weg- en watertol tegen over den Rijnsburgschen Vliet, bij het zg. „Leidsche Hek" voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1936, verpacht aan P. Ciggaar, te Oegstgeest, voor de som van 1050 per jaar. De pacht eindigt derhalve op 30 April a.s. Op dien dag loopt ook de laatstelijk bij Koninklijk Besluit van 8 Mei 1934 No. 46 verleende concessie tot het heffen van den tol afbij de Kroon zijn reeds de noodige stappen gedaan voor de verlenging van deze machtiging.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 8