16 Bereikt vleesch de gemeente te water, dan moet het te water worden vervoerd naar den Maresingel vóór het Open baar Slachthuis en vandaar overgebracht naar het keurings lokaal; is bedoeld vervoer te water niet mogelijk, dan mag het vleesch op een door den Directeur te bepalen plaats binnen de gemeente gelost worden, waarna het onverwijld langs den door den Directeur aan te wijzen weg naar het Openbaar Slachthuis moet worden vervoerd. Vleesch, ingevoerd door vaar- of voertuigen van diensten of ondernemingen, welke voor het lossen en laden vaste lig- of standplaatsen hebben, mag met schriftelijke toe stemming van den Directeur op bedoelde plaatsen gelost worden, waarna het onverwijld langs den door den Directeur aan te wijzen weg naar het Openbaar Slachthuis moet worden vervoerd. Van het bepaalde in dit artikel is uitgezonderd het vleesch, genoemd in art. 6 onder a, c, d en e. Artikel IX. Art. 11 wordt genummerd 8. Artikel X. Art. 12 wordt genummerd 9 en gelezen als volgt: Art. 9. Vleesch, in een andere gemeente gekeurd volgens de be palingen van de Vleeschkeuringswet of van de Veewet, is, behoudens het bepaalde bij art. 9 der Vleeschkeuringswet, bij invoer in de gemeente onderworpen aan het onder zoek, bedoeld in art. 8, eerste lid, dier wet. Het in het eerste lid bedoelde onderzoek geschiedt zoo spoedig mogelijk in het keuringslokaal of in een ander door den Directeur aan te wijzen lokaal van het Openbaar Slacht huis. Het keuringslokaal is geopend op de door Burgemeester en Wethouders vast te stellen dagen en uren. Is bij aankomst van het vleesch aan het Openbaar Slacht huis het keuringslokaal gesloten, dan is de vervoerder ver plicht te wachten, tot het geopend is, tenzij de Directeur toestemming verleent het vleesch tot aan de openstelling op' het Openbaar Slachthuis kosteloos in bewaring te geven. Van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is uit gezonderd het vleesch, genoemd in art. 6 onder a, c, d en e, Artikel XI. Art. 13 wordt genummerd 10 en gelezen als volgt: Art. 10. Ingevoerd vleesch, hetwelk bij het in art. 9, eerste lid, bedoelde onderzoek is goedgekeurd, wordt op de in art. 21 genoemde plaatsen voorzien van het merk, bedoeld in art. 16, tweede lid, der Vleeschkeuringswet. Artikel XII. Art. 14 wordt genummerd 11 en gelezen als volgt: Art. 11. Ieder, die vleesch in de gemeente invoert, moet voorzien zijn van een duidelijke schriftelijke aanwijzing van den persoon, door wien het is verzonden, en van den persoon, voor wien het bestemd is, en is verplicht deze aanwijzing op eerste vordering van de ambtenaren, belast met het opsporen van overtredingen van deze verordening, te ver- toonen. Bovenstaande bepaling geldt niet voor ingevoerd vleesch, genoemd in art. 6 onder c en e en art. 8 onder B, letter d. Artikel XIII. In het opschrift boven art. 15 vervallen de woorden „en vleesch waren". Artikel XIV. Art. 15 wordt genummerd 12 en gelezen als volgt: Art. 12. Het is verboden, tenzij met schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders en onder opvolging van de door hen aan de vergunning verbonden voorwaarden, vleesch de gemeente door te voeren, anders dan: a. per spoor; b. per beurtschipper, wiens beurtvaart rechtstreeks zonder oponthoud door Leiden voert. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor vleesch, genoemd in art. 6 onder c, d en e. Artikel XV. Art. 16 wordt genummerd 13 en in het eerste lid van dit artikel vervallen dé woorden „en ongekeurde vleeschwaren", terwijl het laatste lid wordt gelezen als volgt: Voor de toepassing van deze verordening wordt, onver minderd het bepaalde bij de Vleeschkeuringswet, vleesch geacht ongekeurd te zijn, indien het niet onderworpen is geweest aan het in art. 9, eerste lid, voorgeschreven onder zoek, of, voorzoover het deelen betreft, waarop volgens de artt. 10 en 21 merken worden aangebracht, deze deelen niet voorzien zijn van de voorgeschreven goedkeuringsmerken. Artikel XVI. De artt. 17 en 18 worden genummerd 14, resp. 15. Artikel XVII. Art. 19 wordt genummerd 16 en gelezen als volgt: Art. 16. Ieder, die het bedrijf van vleeschverkooper gaat uit oefenen, is verplicht daarvan ten minste 8 dagen te voren schriftelijk kennis te geven aan den Directeur met ver melding van de lokalen, welke hij daartoe in gebruik wenscht te nemen; gelijke verplichting rust op den vleeschverkooper, die de lokalen, waarin hij zijn bedrijf uitoefent, verbouwt of uitbreidt of die de uitoefening van zijn bedrijf verplaatst naar lokalen, welke hij vóórdien daartoe niet in gebruik had. Van elke krachtens het vorige lid gedane kennisgeving geeft de Directeur aan den belanghebbende een schriftelijk bewijs af. Artikel XVIII. Art. 20 wordt genummerd 17. Artikel XIX. Art. 21 wordt genummerd 18 en gelezen als volgt: Art. 18. Het is verboden: a. op den openbaren weg of aan de huizen met vleesch te venten of vleesch te verkoopen of ten verkoop aan te bieden b. vleesch voor de huizen of op den openbaren weg ten toon te stellen, uit te stallen of ten verkoop voorhanden te hebben; e. vleesch te verkoopen, af te leveren of ten verkoop of ter aflevering voorhanden te hebben en, voorzoover betreft vleeschverkoopers, vleesch voorhanden te hebben, anders dan in lokalen, welke aan de krachtens art. 19 der Vleesch keuringswet gestelde eischen voldoen, en anders dan in lokalen, met betrekking tot welke de in art. 16 van deze verordening bedoelde kennisgeving is gedaan. Artikel XX. Art. 22 wordt genummerd 19. Artikel XXI. Art. 23 wordt genummerd 20 en gelezen als volgt: Art. 20. Hij, die slacht of doet slachten, hij, die een slachtdier of vleesch ter keuring aanbiedt en hij, wiens vleeschwaren aan een onderzoek moeten worden onderworpen, is verplicht den met de keuring belasten ambtenaren ten behoeve van de keuring of het onderzoek de noodige hulp te verleenen, zoo dit van hem verlangd wordt, en toe te laten, dat door of vanwege deze ambtenaren ten behoeve van de keuring of het onderzoek vleesch, vleeschwaren, organen of deelen worden ingesneden, uitgesneden, medegenomen of aan andere handelingen onderworpen. Artikel XXII. Art. 24 wordt genummerd 21. Artikel XXIII. Art. 25 wordt genummerd 22, terwijl in dit artikel in de plaats van: „art. 24" wordt gelezen: art. 21. Artikel XXIV. Art. 26 wordt genummerd 23. Artikel XXV. Art. 27 wordt genummerd 24 en in dit artikel wordt: ,i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1937 | | pagina 4