310
MAANDAG 21 DECEMBER 1936.
Sportfondsenbad e.a.
(Hessing e.a.)
Tegen stemmen: de heeren Valentgoed, Schüller, Yos,
van Weizen, Dubbeldeman, Groeneveld, van Eek, van der
Yoort, Hessing, mevrouw de Cler, mevrouw Braggaar,
de heeren van der Laan, Snel, Jongeleen en Carton.
Het gewijzigde onderdeel sub 2, wordt vervolgens aange
nomen met 30 tegen 5 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Valentgoed, Schüller,
Lombert, van Stralen, Yos, Bergers, Dubbeldeman, Wilbrink,
Manders, Wilmer, de Beede, van Rosmalen, Groeneveld,
van Eek, Wiirtz, Tobé, van der Voort, Hessing, mevrouw
de Cler, mevrouw Braggaar, de heeren Coster, van der
Reijden, van der Laan, Snel, Jongeleen, Carton, van der
Kwaak, Tepe en Splinter.
Tegen stemmen: de heeren van Weizen, Goslinga, Schone-
veld, Eikerbout en Beekenkamp.
Het onderdeel sub 3 wordt hierna verworpen met 20 tegen
15 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Verweij, Valentgoed, Schüller,
van Stralen, Vos, van Welzen, Dubbeldeman, Groeneveld,
van Eek, Wiirtz, van der Voort, Hessing, mevrouw de (der,
mevrouw Braggaar, de heeren Coster, Snel, Jongeleen,
Carton, Tepe en Splinter.
Vóór stemmen: de heeren Lombert, Bergers, Wilbrink,
Manders, Goslinga, Wilmer, de Reede, van Rosmalen, Tobé,
van der Reijden, Schoneveld, van der Laan, van der Kwaak,
Eikerbout en Beekenkamp.
Het onderdeel sub 4, overgenomen door Burgemeester
en Wethouders in dien zin, dat de uren van open
stelling, de tarieven, loonen enz. aan de goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders zullen zijn onderworpen
(zie bl. 309 2e kolom) wordt vervolgens zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De heer Hessing trekt, gezien den uitslag van de stem
mingen over de punten 1 en 2 van het amendement-Wilmer
zijn amendement in.
De Voorzitter constateert, dat het amendement van den
heer Hessing c.s. (zie bl. 300) is ingetrokken.
Vervolgens wordt het gewijzigde punt a van het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aangenomen met 26 tegen 9
stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Valentgoed, Schüller,
van Stralen, Vos, van Welzen, Dubbeldeman, Wilbrink,
Manders, van Rosmalen, Groeneveld, van Eek, van der Voort,
Hessing, mevrouw de Cler, mevrouw Braggaar, de heeren
Coster, van der Reijden, Schoneveld, van der Laan, Snel,
Jongeleen, Carton, van der Kwaak, Tepe en Splinter.
Tegen stemmen: de heeren Lombert, Bergers, Goslinga,
Wilmer, de Reede, Würtz, Tobé, Eikerbout en Beekenkamp.
De punten b en e van het voorstel van Burgemeester en
Wethouders worden achtereenvolgens zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De heer Goslinga wenscht geacht te worden tegen punt b
te hebben gestemd.
VI. Voorstel tot het verleenen van een Kerstgave aan
daarvoor in aanmerking komende werkloozen. (227)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
VII. Pracadvies op het adres van eenige bewoners van de
Stadhouderslaan in zake verbetering en verbreeding van die
laan en verlaging van de Jan van Goyenbrug. (228)
De heer Coster zegt, dat al meermalen gesproken is over de
wenschelijkheid om de Jan van Goyenbrug te verlagen.
Verlaging van de Jan van Goyenbrug was echter overbodig,
zoolang de Neksluisbrug hooger lag, maar nu die verlaagd is,
zou verlaging ook van de Jan van Goyenbrug toch wenschelijk
zijn, niet alleen in het belang van de bewoners, maar ook
in dat van hen, die daar dagelijks moeten zijn met fietsen
en handwagens. Aan een voorstel tot verlaging van de Jan
van Goyenbrug zou spreker gaarne zijn stem geven.
Verbetering Stadhouderslaan en verlaging Jan van Goyenbrug.
(Lombert e.a.)
De heer Lombert sluit zich aan bij den heer Coster. Het
verwondert spreker eenigszins, dat aan het verzoek van
de bewoners maar voor de helft is voldaan. Een afdoende
verbetering zal eerst zijn verkregen, wanneer ook de Jan
van Goyenbrug wordt verlaagd; de daaraan verbonden
kosten ad 1.500.mogen toch geen bezwaar genoemd
worden voor een zoo noodzakelijke verbetering.
De heer Sehüller zegt, dat wanneer zijn fractie met dit
voorstel meegaat, dit niet wil zeggen dat zij het er mee
eens is. Waar spreker echter in de sectie-vergadering gewezen
heeft op de wenschelijkheid van deze vernieuwing met behulp
van het Werkfonds uit te voeren, zal hij met dit voorstel
meegaan, maar hij zal daarop bij de behandeling van de
begrootmg terugkomen..
De heer Goslinga is het met de drie vorige sprekers niet
eens. Deze straat is geen verkeersweg van den eersten rang,
maar zou slechts beteekenis krijgen bij doortrekking naar de
Koninginnelaan, maar dat gebeurt niet. Indien men in plaats
van die brug daar een lagere brug kon krijgen, had het zin
daaraan geld te besteden, maar zóó is dit toch een niet strikt
noodzakelijke uitgave. De toestand daar is absoluut niet
onhoudbaar; een definitieve verbetering krijgt men daar
toch niet. Laat men dat geld liever voor dringender zaken
besteden. Spreker kan zijn stem niet aan dit voorstel geven;
hij vindt dit werk zoeken.
De heer van der Reijden beveelt, in tegenstelling met den
heer Goslinga, wel verbetering van deze brug aan; voor de
menschen die van Tuinstadwijk komen, is het daar een
slechte toestand. Met de fiets kan men die brug niet op
komen; in dezen winter zullen daar beslist ongelukken ge
beuren. Reeds vroeger is over verandering van die brug
gesproken en nu er toch aan gewerkt wordt, vindt spreker
het thans den tijd die verbetering aan te brengen.
De heer Splinter zegt, dat met 1.500.geen afdoende
verbetering van deze brug zou worden verkregendaarmede
zou de brug alleen eenigszins verlaagd kunnen worden. Is
dat nu f 1.500.waard Voor een afdoende verbetering,
zoodat ze ook voor het rijverkeer dienst zou kunnen doen,
zou de brug geheel vernieuwd en verbreed moeten worden.
Spreker is het met den heer Goslinga eens, dat deze
uitgave niet strikt noodzakelijk is. Spreker ziet de nood
zakelijkheid echter niet in, daaraan meer uit te geven
later kan men zien daar een brug te krijgen, die wel voor
het rijverkeer geschikt is. Met 1.500.is men niet klaar
dit is maar een hulpmiddel.
Verbetering van de Stadhouderslaan acht spreker wen
schelijk met het oog op het verkeer, dat daar is dit is
wel niet zoo druk, maar er is toch wel eenig verkeer en
op het feit, dat het middengazon gebruikt wordt als
speelplaats voor de kinderen. Daarom stelt spreker voor
deze laan behoorlijk in orde te maken; dit wordt bekostigd
nit den Post Onderhoud Plantsoenen; daarvoor vraagt
spreker hier geen geld.
De heer Lombert zegt, dat wanneer het College niet bereid
is die brug eenigszins behoorlijk op te knappen, dan ook de
verbetering van de Stadhouderslaan niet moet doorgaan.
Laat het College dan dit voorstel terugnemen; anders zal
spreker tegen het voorstel stemmen.
De heer Splinter acht verbetering van de Stadhouders
laan noodig.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
aangenomen met 29 tegen 6 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Valentgoed, Schüller,
van Stralen, Vos, van Welzen, Dubbeldeman, Wilbrink,
Manders, de Reede, van Rosmalen, Groeneveld, van Eek,
Würtz, van der Voort, Hessing, mevrouw de Cler, mevrouw
Braggaar, de heeren van der Reijden, Schoneveld, van dei-
Laan, Snel, Jongeleen, Carton, van der Kwaak, Eikerbout,
Beekenkamp, Tepe en Splinter.
Tegen stemmen: de heeren Lombert, Bergers, Goslinga,
Wilmer, Tobé en Coster.
VIII. Voorstel tot het verstrekken van een kapitaal aan de
gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Illiijngeest" ten
behoeve van de aanschaffing en de montage van twee stoom
ketels e.a. met bijkomende werken door vaststelling van de
desbetreffende begrootingsregelingen. (228)
De heer Goslinga vraagt of deze ketels in het binnenland
i