GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
77
IN6EKOHEK «TtlESEN.
N°. 144. Leiden, 24 Augustus 1936.
Sedert eenigen tijd is, gelijk Uwe Vergadering bekend is,
bij ons in overweging het vraagstuk van de opheffing van
het Bouw- en Woningtoezicht als zelfstandigen dienst en
het onderbrengen van de werkzaamheden van dien dienst
bij den dienst van Gemeentewerken.
Thans zijn wij aangaande dit vraagstuk voldoende ge-
informeerd, om bij Uwe Vergadering een voorstel tot die
reorganisatie aanhangig te kunnen maken.
Vooraf echter de motieven, welke ons tot dit voorstel
leiden.
De reorganisatie wordt door ons College in de eerste plaats
wenschelijk geacht met het oog op een meer doelmatige
organisatie van de takken van gemeentezorg, welke door de
beide diensten worden behartigd.
De werkzaamheden van de diensten van Gemeentewerken
en van het Bouw- en Woningtoezicht raken elkander ge
durende de laatste jaren op verscheidene punten zeer nauw
en vorderen in vele gevallen een zeer intensieve samenwerking
van beide diensten.
Dit is vooral een gevolg van de omstandigheid, dat het
nieuwe uitbreidingsplan en de uitleg van de bebouwde kom
een belangrijk grootere bemoeiing van den dienst van Ge
meentewerken met bouwplannen van particulieren, woning
bouwverenigingen, enz. vorderen, dan voorheen het geval
was, en dat de werkzaamheden van dien dienst met betrekking
tot de volkshuisvesting wij denken hierbij aan de aan
wijzing van gronden voor Woningwetbouw, aan de voorziening
in woningbehoefte door rechtstreekschen bouw door de
gemeente en aan de saneering van de binnenstad steeds
grooter en veelvuldiger zijn geworden.
Als vanzelf is daardoor de vraag naar voren gekomen, of
samenvoeging van beide diensten niet als een voor de hand
liggende reorganisatie moest worden beschouwd, te meer,
omdat door concentratie ongetwijfeld een bespoediging in
de afdoening van zaken zal worden verkregen.
Over zeer vele onderwerpen toch moet thans het advies
worden ingewonnen, zoowel van den dienst van Gemeente
werken als van dien van het Bouw- en Woningtoezicht.
Geeft dit reeds op zich zelf tot vertraging in de afdoening
daarvan aanleiding, de behandeling wordt nog omslachtiger
en de vertraging nog grooter, indien de adviezen van elkander
afwijken en nadere adviezen moeten worden gevraagd.
Het zal zonder meer duidelijk zijn, dat in dit opzicht een
meer doelmatige behandeling van zaken zal worden verkregen
door een samensmelting van de beide diensten onder één
leiding.
Behalve om redenen van doelmatigheid, is de samen
smelting ook gewenscht met het oog op de daaruit voort
vloeiende vermindering van de jaarüjksche uitgaven. In de
eerste plaats toch zal de functie van Directeur van het
Bouw- en Woningtoezicht, welke functie op dit oogenblik
vacant is, wegvallen en verder verwachten wij, dat de samen
smelting van beide diensten een zoodanige verdeeling van
werkzaamheden zal mogelijk maken, dat ook uit dien hoofde
eenige bezuiniging zal worden verkregen.
Omtrent de door ons gedachte organisatie van de werk
zaamheden van het Bouw- en Woningtoezicht in het verband
van die van Gemeentewerken merken wij het volgende op.
Het doel, hetwelk bij de reorganisatie voor oogen staat,
een doelmatige organisatie en een bezuiniging op de jaar-
lijksche uitgaven, zal het meest benaderd worden, indien het
personeel van het Bouw- en Woningtoezicht in de huidige
formatie van den dienst van Gemeentewerken wordt opge
nomen en derhalve niet de dienst van het Bouw- en Woning
toezicht in zijn geheel als een afzonderlijke afdeeling, met een
min of meer zelfstandig hoofd en eigen administratie, bij den
dienst van Gemeentewerken wordt ingelijfd.
De vier Inspecteurs, die in hoofdzaak controleerenden
arbeid verrichten, zullen daarmede belast dienen te blijven.
Zij hebben daarmede een volledige taak, terwijl zij uiteraard
over de ervaring beschikken, welke een goede uitoefening
van de controle eischt.
De Hoofdinspecteur zal belast blijven met de werkzaam
heden, voor welke hij voornameüjk is aangesteld, te weten
het controleeren van gewapend beton- en ijzerconstructies.
Daarnaast kan hem de directe technische leiding van de
Inspecteurs worden opgedragen, terwijl hem tevens, aangezien
met een en ander niet zijn geheele persoon wordt gevorderd,
de medewerking kan opgedragen worden aan de voorbereiding
van plannen voor gemeentelijke werken. Hierdoor wordt
tegelijk -eenige verlichting verkregen in den arbeid van het
leidende personeel van den dienst van Gemeentewerken,
dat door het groote aantal werken, hetwelk in uitvoering
en in voorbereiding is, zwaar is belast.
De administratieve werkzaamheden van den dienst van
het Bouw- en Woningtoezicht zullen, voor zooveel van
redactioneelen aard zijnde, aan den Administratief Hoofd
ambtenaar bij Gemeentewerken kunnen worden toever
trouwd. Dezen zal een assistent ter zijde moeten worden
gesteld, waarover hieronder nader.
Het overige gedeelte kan bij de administratie van Ge
meentewerken worden ondergebracht. De administratief
ambtenaar 2e klasse bij den dienst van het Bouw- en Woning
toezicht zal, in verband daarmede, aan die administratie
moeten worden toegevoegd.
Hog opmerkende, dat de gecombineerde dienst o. i. niet
van dien omvang zal zijn, dat zij niet door de leiding behoorlijk
zou kunnen worden overzien, meenen wij met het voren
staande te hebben duidelijk gemaakt, dat er aanleiding is om
tot opheffing vaai het Bouw- en Woningtoezicht als zelf
standigen dienst over te gaan en tevens, dat hét onderbren
gen van de werkzaamheden van dien dienst bij den dienst
van Gemeentewerken op de bovenaangegeven wijze zonder
bezwaar kan geschieden.
In Groningen en Delft zijn beide takken van gemeentezorg
tot één dienst gecombineerdde ervaring aldaar verkregen,
heeft geen aanleiding opgeleverd veranderingen in dien
toestand te brengen.
Thans iets over de wijze waarop de reorganisatie tot stand
dient te worden gebracht.
Zooals gezegd, dient Bouw- en Woningtoezicht als zelf
standige dienst te worden opgeheven.
Aan het personeel van dien dienst zal derhalve, wegens
opheffing van zijn betrekking, eervol ontslag moeten worden
verleend.
Met ingang van den dag, waarop dat ontslag ingaat, zal
dit personeel, behoudens na te noemen uitzonderingen, bij
den dienst van Gemeentewerken moeten worden aangesteld
in dezelfde rangen en op hetzelfde salaris, waarin en waarop
dit thans werkzaam is.
De Hoofdinspecteur evenwel zal, nu de aard van zijn
werkzaamheden verandering zal ondergaan, o.i. aangesteld
moeten worden als Ingenieur bij Gemeentewerken en wel,
met het oog op de aan zijn tegenwoordige functie verbonden
wedde van 3.456.4.032.in den rang van Ingenieur
2e klasse, aan welke functie een wedde verbonden is van
3.456.4.416.—.
Vermits de Hoofdinspecteur in het genot is van twee
periodieke verhoogingen, ware hem bij de benoeming in zijn
nieuwe functie een tweetal periodieke verhoogingen bij ver
vroeging toe te kennen.
Aan de diensten van den klerk le klasse bij het Bouw- en
Woningtoezicht zal na de reorganisatie geen behoefte meer
bestaan, zoodat deze ambtenaar niet bij den dienst van
Gemeentewerken kan worden aangesteld. Aan hem zal der
halve, overeenkomstig de desbetreffende verordening, wacht
geld moeten worden toegekend.
De vorenvermelde assistentie van den Administratief
Hoofdambtenaar bij Gemeentewerken, wiens werkzaamheden
aanmerkelijk zullen worden uitgebreid, zal moeten worden
verleend door een kracht met min of meer grondige vak
bekwaamheid, aan wien meer belangrijke werkzaamheden, zij
het onder leiding van den Administratief Hoofdambtenaar,
zelfstandig zullen kunnen worden overgelaten.
Als zoodanig komt niet in aanmerking de tegenwoordige
assistent, zoodat aan dezen ambtenaar, wegens verandering
in de inrichting van het dienstvak, waarbij hij werkzaam is,
eervol ontslag zal moeten worden verleend onder toekenning
van wachtgeld.
Het ontslag van den Hoofdinspecteur en van de door
Uwe Vergadering benoemde Inspecteurs zal, evenals de
benoeming van den Hoofdinspecteur tot Ingenieur bij
Gemeentewerken, door Uwe Vergadering moeten geschieden,
zulks ingevolge de desbetreffende verordening. Het ontslag
van het verdere personeel bij den dienst van het Bouw
en Woningtoezicht, de aanstelling van dat personeel, voor
zooveel noodig, bij den dienst van Gemeentewerken en het
ontslag van den assistent van den Administratief Hoofd
ambtenaar bij laatstgenoemden dienst, zullen door ons
College moeten plaats hebben.
Het tijdstip van ingang van een en ander ware aan ons
College over te laten.
Onder opmerking ten slotte, dat het mogelijk is gebleken,
dat de dienst van Gemeentewerken, ook na de reorganisatie,
in het gebouw Breestraat 125 tijdelijk blijft gehuisvest en
met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage liggende
stukken, waaronder het advies ter zake van de Commissie
van Fabricage, welke zich met de reorganisatie op den boven
aangegeven voet volkomen kan vereenigen, geven wij Uwe
Vergadering in overweging: