75
tot de aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van zijn
school voor gewoon lager onderwijs aan den Hooge Morschweg,
zulks in verband met de toeneming van het aantal leerlingen.
Wij deelen U daaromtrent mede, dat deze aanschaffing
niet strekt ter vervanging van leermiddelen, die tengevolge
van langdurig gebruik niet meer gebruikt kunnen worden
en evenmin tot aanvulling van den voorraad in verband
met vermindering door gebruik, zoodat de kosten van deze
leermiddelen, welke door het schoolbestuur worden geraamd
op 211.18, behooren tot de buitengewone uitgaven, bedoeld
in artikel 72 der Lager Onderwijswet van 1920 en niet tot
die, welke moeten worden bestreden uit de exploitatiever-,
goeding, bedoeld in artikel 101 dier wet.
Met verwijzing naar het bij de stukken gevoegd advies
van de Commissie voor het Onderwijs, geven wij Uwe
Vergadering in overweging te besluiten:
a. medewerking te verleenen aan het bestuur van de
Vereeniging voor Christelijk Onderwijs te Leiden, tot de
aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van zijn school
voor gewoon lager onderwijs aan den Hooge Morschweg;
b. over te gaan tot vaststelling van den overgelegden
begrootingsstaat, groot 212.teneinde ons College in
staat te stellen, de voor de sub a bedoelde leermiddelen
benoodigde gelden te zijner tijd ter beschikking van het
sehoolbestuur te stellen.
Op den post „Onvoorziene Uitgaven", waarvan dit bedrag
moet worden afgeschreven, is nog 24.213.beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 141 Leiden, 7 Augustus 1936.
Ingevolge de verordening betreffende de geneeskundige
armenverzorging en den werkkring en de bezoldiging van
de Stadsgeneesheeren, te Leiden, worden de stadsgenees-
heeren door Uwe Vergadering telkens voor den tijd van
twee jaren benoemd.
Omtrent het tijdstip van aftreding bij voorziening in tus-
schentijds ontstane vacatures, houdt de verordening geen be
palingen in. De benoeming in die vacatures geschiedt dan
ook eveneens voor den tijd van twee jaren. Tengevolge
hiervan eindigt de ambtsvervulling van de stadsgenees
heeren niet op hetzelfde tijdstip.
Met de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst, wier
advies in de Leeskamer ter inzage is gelegd, zijn wij van
meening, dat het aanbeveling verdient in deze leemte te
voorzien en wij geven Uwe Vergadering mitsdien in over
weging vast te stellen de navolgende
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van den 26en Sep
tember 1927 (Gemeenteblad No. 14), betreffende de ge
neeskundige armenverzorging en den werkkring en de
bezoldiging van de Stadsgeneesheeren, te Leiden,
zooals deze verordening laatstelijk is gewijzigd bij
verordening van den 25en Februari 1935.
Eenig Artikel.
In artikel 10 van bovengenoemde verordening wordt
tusschen het tweede en derde lid een nieuw lid ingevoegd,
luidende
„Zij treden tegelijk af. Hij die benoemd wordt ter ver
vulling van een tusschentijds openkomende plaats, treedt
af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is
benoemd, had moeten aftreden."
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 142. Leiden, 7 Augustus 1936.
In verband met den bouw van het nieuwe Gymnasium
aan de Fruinlaan is herziening van het plan van uitbreiding
der gemeente, voorzoover betreft de gronden gelegen ten
Zuiden van de Fruinlaan en ten Oosten van de Cobetstraat,
noodig.
De herziening zal moeten omvatten een wijziging van de
bestemming van de terreinen, gelegen binnen de op de over
gelegde teekening B aangegeven paarse omlijning.
De op bedoelde teekening met groene en roode kleur
aangegeven gedeelten der perceelen kad. bekend gemeente
Leiden, sectie M Nis. 5551, 868 en 5550, thans bestemd
voor straat, villabouw en beteren bouw (eengezinswoningen),
dienen bestemd te worden voor „openbare gebouwen".
In verband hiermede moet straat No. 62 zoodanig wor
den verlegd, dat deze een verbinding vormt tusschen de
Cobetstraat en de door te trekken Burggravenlaan. Overigens
behoeft de bestemming van de in het gebied liggende
gronden geen wijziging.
Het ontwerp tot deze herziening heeft gedurende den in
de Woningwet voorgeschreven termijn op de gemeente
secretarie voor een ieder ter inzage gelegen. Er zijn geen
bezwaren ingediend. Mitsdien kan Uwe Vergadering thans
tot de vaststelling van het plan tot herziening overgaan.
Op grond van het vorenstaande geven wij Uwe Vergade
ring, met verwijzing overigens naar de in de Leeskamer
neergelegde stukken, in overweging het plan van uitbreiding
voor de gemeente Leiden, vastgesteld bij Raadsbesluit van
6 November 1933 en laatstelijk herzien bij Raadsbesluit
van 20 Januari 1936, te herzien in dier voege, dat kaart
IV van dit plan wordt gewijzigd, zooals op de hierbij
behoorende teekening, gemerkt B, ten aanzien van het op
die teekening met een paarse omlijning omgeven gebied,
is aangeduid.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 143. Leiden, 7 Augustus 1936.
Naar aanleiding van het in Uwe Vergadering van 2 Decem
ber 1935 om praeadvies in onze handen gesteld adres van
bewoners van de Hoogewoerd, in zake verbetering van het
wegdek van het gedeelte Hoogewoerd, gelegen tusschen de
Plantage en de Kraaierstraat, deelen wij U het volgende mede.
Aangezien de toestand van genoemd straatgedeelte inder
daad dringend verbetering behoeft, hebben wij bereids den
Directeur der Gemeentewerken opgedragen, om de bestrating
van dat gedeelte op dezelfde wijze te verbeteren als is ge
schied met de bestrating van het overige gedeelte van de
Hoogewoerd.
De verbetering is in het werkprogramma voor het loopende
jaar opgenomen en zal derhalve bestreden worden uit de
voor het gewoon stratenonderhoud op de loopende be
grooting uitgetrokken gelden.
In verband hiermede kan het adres van de bewoners van
de Hoogewoerd als afgedaan worden beschouwd, en wij
geven U mitsdien in overweging daartoe te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.