MAANDAG 13 JULI 1936. 211 Aankoop grond in Stadspolder; c. a. (Lombert e.a.) meente-financiën verantwoord zooveel kapitaal vast te leggen in dergelijken grond, waarvan lang niet vaststaat, dat hij binnen afzienbaren tijd in exploitatie zal worden gebracht? De heer Splinter zegt, in antwoord op de vraag van den heer Goslinga, niet koopziek te zijn geweest, maar het in het belang van de gemeente te achten, den Raad voor te stellen tot den aankoop van deze perceelen bouwgrond in den Stadspolder te besluiten. Deze gronden vormen eigenlijk een geheel met de gronden, welke aan de andere zijde van den spoordijk liggen. Yoor den aankoop van laatstbedoelde gronden gevoelde het College echter niets. De perceelen grond, die binnen den spoordijk liggen, kunnen bouwrijp gemaakt worden, zoodra de daarvoor ge schikte tijd is aangebroken. Uiteraard acht het College dezen aankoop financieel ver antwoord; anders had het dit voorstel niet gedaan. De heer Goslinga zegt, in antwoord op de opmerking van den heer Schüller, dat hij de geheele vorige week buiten de stad is geweest en geen gelegenheid heeft gehad met zijn fractiegenooten overleg te plegen. Sprekers fractiegenoot, lid der commissie, de heer Beekenkamp heeft evenwel niet zoo veel macht over spreker, dat hij ook zou moeten zwijgen, wanneer hij ernstige bezwaren heeft tegen een bepaald voorstel. Een dergeüjke kadaverdiscipline heerscht niet in de anti-revolutionnaire Eaadsfractie. Al schijnt de prijs, die thans wordt voorgesteld, niet zeer hoog te zijn, in den aankoop van het stukje grond ligt niet veel voordeel voor de gemeente. Uit de stukken, welke in de Leeskamer ter inzage hebben gelegen, is het spreker gebleken, dat de bouwrijp gemaakte grond 6.96 per M2. zal kosten, zonder renteverlies, terwijl de Directeur de verkoop waarde schat op 7.50 per M2., zoodat de marge zeer klein is. Hoelang zal het duren, voor deze grond bouwrijp gemaakt en bebouwd is? De Wethouder is niet ingegaan op sprekers opmerking, dat deze grond onvoordeelig gelegen is ten opzichte van de twee spoorlijnen: de spoorwegbaan naar de Gasfabriek en de verbindingsbaan met de Heerensingellijn. De gemeente behoeft het nadeel, dat daardoor een gedeelte van den grond onbebouwd moet blijven, niet te dragen, want daarmede kan rekening worden gehouden bij het bepalen van de koop som bij den aankoop van dien grond. Wanneer nu die grond tusschen de spoorlijnen voor een koopje te krijgen zou zijn, dan zou spreker er ook voor zijn, maar wanneer het gaat om grond, waarvan de winst zonder renteverlies is geschat op 54 cent, dan zit daarin verlies, tenzij men het geheele complex snel verkoopt, maar daarop is geen kans. Spreker heeft gehoord, dat er een voorstel zal komen van het College om geen gelden meer beschikbaar te stellen voor den bouw door woningbouwvereenigingener zullen dus niet veel woningbouwverenigingen zijn, die om grond vragen, zoodat men jaren met dien grond zal zitten. Bij den aankoop van grond moet de uiterste voorzichtigheid betracht worden. Spreker kan zijn stem niet aan dit voorstel geven. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen met 29 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen: de heeren Vallentgoed, Coster, mevrouw Braggaar, de heeren van der Eeijden, Yos, Eomijn, Carton, Schoneveld, Kuipers, Hessing, van der Kwaak, Beekenkamp, Jongeleen, Tepe, Splinter, van Stralen, Verweij, Bergers, mevrouw de Cler, de heeren Würtz, Wilbrink, Groeneveld, van Weizen, Manders, van Rosmalen, van Eek, van der Voort, Snel en Schüller. Tegen stemmen: de heeren Tobé, Goslinga, Wilmer en Lombert. XII. Praeadvies op de verzoeken van de Openbare Leeszaal en Bibliotheek „Reuvens" om de aan haar toegekende subsidie niet te verlagen en haar een jaarlijksche toelage te verstrekken, in verband met het kosteloos uitleenen van boeken aan werk- loozen. (118) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIII. Voorstel om de kosten van verlichting van de vanwege het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie op den openbaren weg te plaatsen publieke telefooncellen, als mede van de reeds geplaatste cel op de lloogewoerdsbrug, voor rekening van de gemeente te nemen. (118) Verlichting publieke telephoonecllene. a. (Coster e.a.) De heer Coster verzoekt de nieuw te plaatsen telefooncellen zoo te plaatsen, dat zij niet in den weg staan aan voet gangers of wielrijders, zooals wel het geval is met de cel op de Hoogewoerdsbrug. De heer van der Voort zegt, dat zijn fractie voor dit voorstel zal stemmen, omdat zij het een algemeen belang acht, dat Leiden uit zijn telefonisch isolement wordt verlost. Nu wil het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Tele fonie echter twee van deze cellen plaatsen in de onmiddellijke nabijheid van door het Staatsbedrijf zelf opgerichte post stations, n.l. op de Eijnzichtbrug en aan de Doezastraat bij den Zoeterwoudschen Singel. Spreker ziet niet in waarom deze plaatsing beter zou zijn dan de oorspronkelijke door het College voorgestelde plaatsing bij de politieposthuizen, waarop het Staatsbedrijf niet is ingegaan, omdat dan van die cellen niet voldoende gebruik gemaakt zou worden. Spreker geeft het College in overweging te verzoeken, die cellen te plaatsen resp. op het Noordeindsplein of op het Kort Eapenburg en aan de Stadhouderslaan. De Voorzitter zegt, dat bij de plaatsing van de telefoon cellen rekening gehouden zal worden met de belangen van het verkeer. Het spijt spreker, dat de heer van der Voort de opmerkingen, welke hij thans gemaakt heeft, niet heeft gemaakt in zijn betrekking. De Directeur van het post kantoor in Leiden kan in dezen het beste oordeelen en zal ook wel weten, dat de cellen nu geplaatst worden bij de postagentschappen, die echter na des avonds 8 uur en ge durende den nacht niet geopend zijn. Het laatste is wellicht voor de directie van het postkantoor een aanleiding geweest om de cellen daar te doen plaatsen. De heer van der Voort houdt steeds zijn functie van ambte naar bij de posterijen scherp gescheiden van zijn functie van Eaadslid. Men heeft hem daarover zelfs weieens aangevallen, maar alleen buiten de deur van het postkantoor is spreker lid van den Eaad. Spreker heeft er geen bezwaar tegen, dat de telefooncellen in de stad worden geplaatst, maar heeft er alleen op willen wijzen, dat nu in de onmiddellijke nabijheid van een post agentschap of poststation, dat 12 uur per dag geopend is; een telefooncel wordt geplaatst, terwijl de directie van het telefoonkantoor niet wenschte in te gaan op het verzoek van het College om de cellen te plaatsen bij de politie-posthuizen. Het argument van de directie van het telefoonkantoor houdt dus geen steek. De Voorzitter is bereid de argumenten van den heer van der Voort ter kennis van de directie van het postkantoor te brengen. De heer Groeneveld vraagt zich af, of het feit, dat van de bestaande telefooncel zeer weinig gebruik wordt gemaakt, niet het gevolg is van de omstandigheid, dat men daarin als het ware in een vitrine staat te telefoneeren. Spreker geeft het College in overweging de directie van het postkantoor te verzoeken, het bovenste gedeelte van de cellen van matglas te voorzien. De Voorzitter is van oordeel, dat men de inrichting van de cellen moet overlaten aan de directie der Posterijen, die vermoedelijk wel haar redenen er voor zal hebben gehad de cellen, die overal in het land geplaatst worden, op de bekende wijze in te richten. Spreker acht het dan ook niet noodzakelijk er bij de directie op aan te dringen, het bovenste gedeelte van de celwanden ondoorzichtbaar te maken. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIV. Praeadvies op liet adres van de afd. Leiden van den Provincialen Bond van Geitenfokvereenigingen in Zuid- Holland inzake het in het leven roepen van een verordening, betreffende de beteugeling van de wilde bokkenhouderij. (97) Hierbij komt tevens aan de orde de adhaesie-betuiging van den Provincialen Bond van Geitenfokvereenigingen in Zuid-Holland ter zake. De heer Wilbrink herinnert er aan, dat het College altijd verklaart prijs te stellen op deskundig advies. Thans heeft dr. Stuurman geadviseerd, wel een verordening vast te stellen. Heeft het College zich nu geheel en al geschaard achter de Commissie voor de Strafverordeningen, die wel op het terrein

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 5