GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 27 IKOBKOHEK 8TVKKEN. N°. 46. Leiden, 27 Maart 1936. Als gevolg van het bij de wet van 22 Februari j.l. (8. 100) tot stand gekomen'op 1 Maart j.l. in werking getreden reglement op de voorloopige pensionneering van onder wijzers moet, behoudens in enkele uitzonderingsgevallen, op straffe van verlies van Eijksvergoeding, ontslag worden verleend aan hoofden en onderwijzers van lagere scholen, die den leeftijd van zestig jaren bereikt hebben. Hoewel aan de gemeente geen verplichting is opgelegd tot ontslag van de 60-jarigen, meenen wij dat daartoe, alleen reeds ter wille van het behoud van het Rijkssubsidie moet worden overgegaan. Mitsdien geven wij U in overweging, met ingang van een nader door ons te bepalen datum, wegens het bereiken van den zestigjarigen leeftijd, eervol ontslag te verleenen aan de heeren: 1°. W. Koops, hoofd van de Leerschool, 2°. M. J. Krop, hoofd van de opleidingsschool voor u.l.o. aan de Driftstraat 3°. J. J. Verhage, hoofd van de opleidingsschool voor u.l.o. aan de Langebrug B 4°. J. Huge, onderwijzer aan de Jongensschool voor ULO; 5°. J. L. van Leeuwen, onderwijzer aan de Jongensschool voor ULO; 6°. J. M. Mazurel, onderwijzer aan de Jongensschool voor ULO. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 47. Leiden, 27 Maart 1936. Aangezien Mevrouw Dra M. E. JonkerWesterveld, leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, door ziekte verhinderd is haar betrekking waar te nemen, was het noodig een voorloopige voorziening te treffen met be trekking tot het onderwijs in de Wis- en Natuurkunde aan die school. In afwachting van Uwe beslissing hebben wij goedge vonden, dat het onderwijs in de Wis- en Natuurkunde aan genoemde school wordt gegeven door Mejuffrouw Dra. A. Hiemstra alhier. Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging Mejuffrouw Dra. A. Hiemstra alsnog met ingang van 9 Maart 1936, tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den verderen duur van den cursus 19351936, te benoemen tot tijdelijk leerares in de Wis- en Natuurkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 48. Leiden, 27 Maart 1936. In de vacatures van hoofd der school, welke zullen ontstaan tengevolge van het aan de heeren W. Koops, M. J. Krop en J. J. Verhage, in verband met het bereiken van den zestig jarigen leeftijd te verleenen ontslag, zal, naar onze meening, kunnen worden voorzien door overplaatsing van reeds in onze gemeente werkzame hoofden van scholen, terwijl in de tengevolge van die overplaatsing openvallende plaatsen moet worden voorzien door benoeming van nieuwe leerkrach ten. In verband daarmede en met verwijzing naar het ter inzage gelegd advies van den Inspecteur van het Lager Onderwijs in deze inspectie, geven wij Uwe Vergadering in overweging: I met ingang van een nader door ons College te bepalen datum a. den heer J. Voorwinden, hoofd van de o.l. school aan de Medusastraat B, te stellen aan het hoofd van de Leerschool; b. den heer A. van der Hoogt, hoofd van de o.l. school aan den Zuidsingel B, te stellen aan het hoofd van de opleidings school voor u.l.o. aan de Langebrug B c. den heer F. J. Riks, hoofd van de o.l. school aan de Vrouwenkerksteeg, te stellen aan het hoofd van de oplei dingsschool voor u.l.o. aan de Driftstraat. II. over te gaan tot benoeming, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, van drie onderwijzers, hoofden van scholen, in verband waarmede wij U de volgende voordrachten aanbieden a. o.l. school aan de Medusastraat B: 1°. J. G. A. VAN SLUIJS, hoofd eener o.l. school te Uitgeest, 2°. J. BERKENBOSCH, hoofd eener o.l. school te Hooger- Smilde, 3°. J. P. PAULUSSE, hoofd eener o.l. school te Zaltbommel; b. o.l. school aan den Zuidsingel B: 1°. J. BERKENBOSCH, hoofd eener o.l. school te Hooger- Smilde, 2°. J. P. PAULUSSE, hoofd eener o.l. school te Zaltbommel, 3°. J. RINGELING, hoofd eener o.l. school te Gouda; c. o.l. school aan de VrouwenTcerlcsteeg 1°. J. P. PAULUSSE, hoofd eener o.l. school te Zaltbommel, 2°. J. RINGELING, hoofd eener o.l. school te Gouda, 3°. J. ENTROP, hoofd eener o.l. school te Silvolde. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 49. Leiden, 27 Maart 1936. Bij hunne in de Leeskamer ter inzage liggende adressen, verzoeken Mej. Dr. C. Hovens Gréve en de heeren H. P. Veldhuijzen, W. J. E. M. Simons en A. J. B. Poortman, bestendiging in de betrekking van schoolarts. Aangezien tegen inwilliging van deze verzoeken noch bij de Commissie voor den Gemeentelijken Geneeskundigen dienst, noch bij ons College bedenkingen bestaan, geven wij U in overweging Mej. Dr. C. Hovens Gréve en de heeren H. P. Veldhuijzen, W. J. E. M. Simons en A. J. B. Poortman weder om te benoemen tot schoolarts, zulks voor het tijdvak van 1 April 1936—1 April 1938. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 50. Leiden, 27 Maart 1936. Bij raadsbesluit van 15 April 1935 (Ingek. Stukken No. 77) werd het recht tot heffing van den weg- en watertol tegen over den Rijnsburgschen Vliet, bij het zgn. „Leidsche Hek" voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1935, verpacht aan P. Ciggaar, te Oegstgeest, voor de som van 1.200.per jaar. De pacht eindigt derhalve op 30 April a.s. De heer Ciggaar is na gevoerde besprekingen bereid be vonden den tol wederom voor een jaar te pachten. Met het oog op de ongunstige tijdsomstandigheden wenscht hij de pachtsom echter te zien verlaagd tot 1.050.per jaar. Aangezien wij met de Commissie van Fabricage van oordeel zijn, dat met dit bedrag genoegen kan worden genomen, geven wij Uw Vergadering, onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, in overweging het recht tot heffing van den weg- en watertol tegenover den Rijnsburgschen Vliet, bij het „Leidsche Hek", waaronder begrepen de huur van de huizing, staande op het trekpad aan dien Vliet, alsmede de huur van den tuingrond, gelegen bij, en van het perceel grond, gelegen achter de woning, voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1936, te verpachten aan P. Ciggaar, te Oegstgeest, voor een jaarlijksche pachtsom van 1.050.onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 51. Leiden, 27 Maart 1936. Ingevolge Uwe besluiten van 29 Mei 1933 (Ingek. Stukken N°. 112) en 9 Juli 1934 (Ingek. Stukken N°. 154) werd ten behoeve van den bouw van gemeentewege van 55 arbeiders woningen op een terrein, gelegen tusschen de Lusthoflaan en de Os- en Paardenlaan, een grondvoorschot van ten hoogste 33.000.en een bouwvoorschot van ten hoogste 115.250. aanvaard. De werkelijke bouwkosten hebben bedragen, voor zooveel het grondvoorschot betreft, 33.000.zijnde het maximum voorschot en voor zooveel betreft het bouwvoorschot 116.642,12, zoodat dit laatste met 1392,12 werd over schreden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 1