MAANDAG 16 MAAET 1936. 141 Deelneming garantiefonds-Vee- en Zuivcltentoonstelling. (Wilbrink e.a.) rekening indient, die door de commissie te boog wordt bevonden en met 900.wordt verlaagd. Deze toestand is onjuist en duidt op onzuivere verhoudingen. Indien alles in orde was, zou spreker in hetzelfde geval niet hebben toe gestaan, dat men zijn rekening, die hij natuurlijk zoo sober mogelijk zou hebben gehouden, omdat hij als lid der commissie mede de verantwoordelijkheid droeg, met een bepaald bedrag verminderde. In de stukken, die spreker wel gezien heeft, maar waarvan de overige Raadsleden waarschijnlijk geen kennis hebben kunnen nemen, omdat ook deze stukken niet in de Leeskamer ter visie hebben gelegen, staat o. m. dat noch de secretaris, noch de penningmeester iets voor het verrichten van de administratieve werkzaamheden in rekening hebben gebracht. Dit is heel aardig, maar behoefde niet afzonderlijk vermeld te worden, daar het vanzelf spreekt, dat men als lid van het een of andere comité geen vergoeding voor zijn werk krijgt; ten hoogste ontvangt men ten slotte een onderscheidings- teeken. Het maakt evenwel een zeer eigenaardigen indruk, dat de voorzitter der commissie 500.in rekening heeft gebracht voor het verleenen van hulp aan den secretaris en den penning meester. Waar ter wereld heeft men ooit gehoord of gezien, dat de firma, waarbij de secretaris van een commissie, welke de belangen van de gemeenschap zal behartigen, is betrokken, het drukwerk voor die commissie verzorgt, terwijl met het drukwerk eigenlijk wat gegoocheld wordt, en dat een voor zitter dan een rekening van 500.indient voor hulp voor zichzelf; spreker zou het aangenamer gevonden hebben wanneer men getracht had in eigen kring voor dat tekort te zorgen of wanneer men van deze gestie niets had vernomen en deze rekeningen maar thuis had gelaten. Uit deze wijze van beheeren bespeurt spreker weinig verantwoordelijkheids gevoel, vooral waar het gaat om het beheer van publieke gelden en spreker kan dan ook geen vrijheid vinden om de gemeenschap het verdere tekort te laten dekken. Spreker was zeer verwonderd over het voorstel van den oud-voorzitter der Oommissie voor den Markt- en Havendienst, den heer Goslinga, om ook de stormschade te vergoeden, waar deze geen enkel verdedigbaar argument daarvoor heeft aangevoerd, en waar men daardoor op onverantwoordelijke wijze zou meewerken om een garantiebedrag, dat toch als uiterste grens was gesteld, nogmaals te verhoogen. Nu stelt de heer Goslinga voor, dit bedrag met ƒ2.333.90 te verhoogen; spreker heeft zich daarover sterk verwonderd, waar de heer Gosünga altijd zoo fel op de penning is, altijd zoo waakt voor het gemeentebelang en altijd tegen onnoodige uitgaven opkomt. Het woord van den heer Goslinga heeft echter voor spreker niet voldoende gezag om hem op dien weg te volgen dit acht spreker niet gemotiveerd. Het is toch ook geen gewoonte, dat een Wethouder de vergadering van een com missie komt bijwonen om een zaak uiteen te zetten. Spreker kan dus onmogelijk voor een zoodanig voorstel, dat geïnspireerd is door dergelijke suggesties, waarbij zoo weinig rekening gehouden is met hetgeen is gebeurd, stemmen. De heer Bergers zegt, dat de opzet van deze tentoonstelling zóó was, dat van de garantie van de gemeente geen gebruik zou behoeven te worden gemaakt, doch door den storm is groote schade aangericht. Nu zegt de heer Wilbrink, dat die kosten nog niet ƒ600.hebben bedragen; de kosten direct op de rekening waren niet hooger, maar de schade aan de tenten, die omgewaaid zijn, kan wel drie, viermaal zoo hoog gesteld worden. Daarbij komt een dag minder bezoek. Ook heeft in de courant gestaan, dat de tentoonstelling niet doorging, hetgeen ook invloed gehad heeft. Aanneming van het gewijzigde voorstel van het College is gewenscht, omdat men tegenwoordig moet rekenen met de concurrentie van andere markten; elke plaats recommandeert haar eigen veemarkt, tot zelfs in de uithoeken van het land; de markt hier moet dus in stand gehouden worden en aantrekkelijk gemaakt worden, te meer waar er sprake van is, dat Leiden ook aangewezen zal worden mettertijd voor de keuring van stamboekvee, waardoor er meer marktbezoek komt. Zoo doende komt de markt hier meer in trek en krijgt ze meer bekendheid. In het belang van Leiden is spreker zeer sterk geporteerd voor het gewijzigde voorstel van het College. De heer Goslinga is in de Commissie voor den Markt- en Havendienst gekomen op uitnoodiging van den Wethouder van Financiën; hij heeft er zich zelf niet ingedrongen. Het is goed dat spreker daar geweest is. Het eenige wat men kan zeggen is dat spreker niet uitgenoodigd is in de eerste ver gadering van de Commissie, waarin deze zaak behandeld is; dan had het misschien vlotter en beter gegaan. Het is echter Deelneming garantiefonds-Vee- en Zuiveltentoonstelling. (Goslinga.) in het geheel niet vreemd, dat men den vroegeren wethouder omtrent een zaak, die hij geheel en al heeft voorbereid en welke juist in den tijd van de wisseling der Wethouders haar beslag kreeg, inlichtingen vraagt, wanneer er over die zaak eenige wrijving ontstaat. Spreker heeft het op prijs gesteld, in de Commissie van zijn zienswijze te doen blijken. Naar aanleiding van de besprekingen in de Commissie heeft het College voorgesteld, het bedrag, dat de gemeente aan de Commissie zal uitkeeren, niet met 1.333.90, maar wel met 733.90 te verhoogen, want het College had reeds voorgesteld van de 1.333.90, die het in orde brengen van het terrein meer had gekost dan men geraamd had, 600. te vergoeden. Thans stelt het College voor, de Commissie 1.333.90 te vergoeden. Naar aanleiding daarvan heeft spreker zijn voorstel om ook het restant van het tekort aan de Commissie te betalen, ingetrokken. Sprekers houding in deze zaak is niet zoo vreemd als de heer Wilbrink het wil doen voorkomen. Aan de vermindering van het bezoek bemerkte men, dat de veemarkt achteruitging; deze achteruitgang was het gevolg van den rommeligen toestand op de markt. Het inrichten van de nieuwe veemarkt lag boven het bereik van de gemeente en al zou de Raad op staanden voet tot die inrichting hebben besloten, dan nog zou het ten gevolge van de noodige ont eigeningsprocedures jaren kunnen duren, vóór de nieuwe veemarkt in gebruik genomen kon worden. Om die reden heeft men de plannen tot verbetering van de bestaande veemarkt ontworpen. Spreker brengt den dienst van Ge meentewerken alle hulde voor de uitstekende wijze, waarop deze verbetering is tot stand gebracht. Het College stelde het verleden jaar bijzonder op prijs, toen een comité zich wilde belasten met het organiseeren van een veetentoonstelling ter gelegenheid van de opening van de verbeterde veemarkt. Het College is aan de totstand koming van het comité niet geheel en al onschuldig geweest, al heeft het dit niet in het leven geroepen. Het heeft het toegejuicht, dat het comité zich met zeer veel ijver en toe wijding aan de voorbereiding van de tentoonstelling heeft gegeven. De Raad heeft daarna op voorstel van het College besloten aan het comité een garantie ad 3.000.-4- te geven en het College 1.000.crediet te verstrekken voor het in gereed heid doen brengen van een gedeelte van de veemarkt tot tentoonstellingsterrein. Het bedrag van 1.000.was dus geen subsidie aan deze Commissie. Ook naar het oordeel van den Directeur van den Markt en Havendienst moeten de kosten, gemaakt voor het plaatsen van enkele tijdelijke gebouwtjes, gerekend worden tot de uitgaven, die noodig waren voor het doel, waarvoor het College 1.000.crediet had gekregen. Het was oorspronke lijk de bedoeling te volstaan met de inrichting van de nieuwe materialenloods tot ruimte voor de verschillende stands, maar de belangstelling, die vooral in de maand Augustus toenam, was zoo groot, dat deze loods geen voldoende plaats bood, waarom men ook een gedeelte van het Schuttersveld in gebruik genomen heeft. Indien het mooi weer was geweest, zou de tentoonstelling, gelegen in het centrum van een streek met veel veeteelt en tuinbouw, een stroom van bezoekers hebben getrokken, waardoor de inkomsten de uitgaven volkomen zouden hebben kunnen dekken. Sprekers memorie is nog best in orde, maar allen zullen zich herinneren, dat een geweldige storm alles ineen heeft doen storten. Helaas zijn daarvan uitvoerige, geïllustreerde mededeelingen in de pers gedaan, waardoor de tentoonstelling onmiddellijk in discrediet kwam. Niet alleen bij de opening, maar ook tijdens het bezoek van H. M. de Koningin was het zeer slecht weer, terwijl men dien dag als den voornaam- sten dag van de tentoonstelling kon beschouwen. De heer Wilbrink maakt er spreker nu een verwijt van, dat deze, die altijd op den penning is geweest en steeds voor de financieele belangen van de gemeente is opgekomen, bereid is de schade te vergoeden. Inderdaad is spreker wel altijd op den penning geweest, maar er zijn voor hem zaken, die boven het geld gaan. In dezen is het de goede trouw tegenover de commissie. De overschrijding van de geraamde uitgaven voor het in gereedheid brengen van het terrein, was het gevolg van de groote deelneming aan de tentoonstelling. De Commissie heeft tot de uitbreiding van het tentoonstellingsterrein be sloten in overleg met den gedelegeerde van het gemeente bestuur, den heer Mennes, Directeur van den Markt- en Havendienst, die het College er van had moeten verwittigen, dat men met het bedrag van 1.000.niet zou toekomen. Spreker maakt er den Directeur geen verwijt van, dat deze het niet heeft gedaan: spreker zelf was met vacantie afwezig,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 5