VRIJDAG 21 FEBRUARI 1936.
133
Gemcentc-begrooting.
(Lombert e.a.)
voor 1936 zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Volgnr. 210 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
Bij volgnr. 211 wordt de begrooting van den Reinigings-
en üntsmettingsdienst voor 1936 zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. even
eens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
aangenomen.
De volgnrs 212 en 213 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Bij volgnr. 214 wordt de begrooting van de Gemeentelijke
Hulpbank (Gemeentelijke Bank van Leening en Geldschiet-
bank) voor 1936 zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 215, luidende: UitTceering van
het Gemeentelijk Waschbureau wegens batig saldo. f 559.
De heer Lombert vraagt, op welke gronden het gemeente
bestuur het batig saldo van het Waschbureau stelt op
559.Voorzoover spreker als lid van de Commissie voor
de Financiën heeft kunnen beoordeelen uit de rekening, gaat
het aantal K.G. verwerkt waschgoed steeds achteruit.
De heer Vervveij zegt, dat doordat de waschindustrieelen
aan wie de wasch ter behandeling door het bureau wordt
gegeven, zich bereid hebben verklaard de totnutoe geldende
prijzen met 1 cent per K.G. te verlagen, de raming van de
winst op het Waschbureau met 500.kon worden verhoogd.
De begrooting van het Gemeentelijk Waschbureau wordt zon
der hoofdelijke stemming vastgesteld, waarna ook dit volgnr.
eveneens zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 216 wordt de begrooting van het Gemeentelijk
Radio Distributie Bedrijf voor 1936 zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. even
eens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
aangenomen.
De volgnrs. 217 tot en met 222 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 223, luidende: Opbrengst van
maatregelen tot versterking van de inkomsten en verlaging van
de uitgaven 259.521.
De heer Goslinga vraagt of de salarissen van Endegeest
hier ook bij zijn!
Heeft het College zekerheid, dat de verlaging van die sala
rissen aan de gemeentebegrooting ten goede komt?
De heer Vervveij zegt, dat onder dezen post ook is geraamd
de opbrengst van de salarisverlaging, ook voor Endegeest.
Spreker beantwoordt de vraag van den heer Goslinga, of
dit aan de begrooting ten goede zal komen, bevestigend op
grond van de inzage, die spreker heeft gekregen en genomen
van de resultaten van Endegeest zelf over 1935.
De heer Goslinga had juist gedacht, dat dit nooit aan de
begrooting ten goede kon komen. De Wethouder wil er blijk
baar in het openbaar niet veel van zeggen; als hij spreker
privé hierover nog eens wil inlichten, wil spreker daarover nu
zwijgen verder.
De heer Vervveij is daartoe bereid.
Volgnr. 223 wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De volgnrs. 224 tot en met 226 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Vervolgens wordt volgnr. 723 (Onvoorziene Uitgaven),
uitgetrokken op een bedrag van 30.085.zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De geheele begrooting van den gewonen dienst, in ontvang
en uitgaaf tot een bedrag van 9.708.829.wordt vervolgens
zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Gemeente-begrooting, e.a.
(van Weizen e.a.)
De heer van Weizen verklaart geacht te willen worden
tegen deze begrooting te hebben gestemd.
De uitgaafposten van den kapitaaldienst, volgnrs. 860 tot
en met 867, 867a, 868 tot en met 883, 883a, 884 tot en met
963, alsmede de ontvangstposten van dien dienst, volgnrs.
724 tot en met 732, 732a, 733 tot en met 747, de volgnrs.
747a, 747b, de volgnrs. 748 tot en met 859, worden achtereen
volgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen, zooals zij nader gewijzigd zijn bij de voorstellen
van wijziging.
De geheele begrooting van den kapitaaldienst, in ontvang
en uitgaaf tot een bedrag van 8.576.603.wordt tenslotte
zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De Voorzitter zegt den Raad dank voor de wijze, waarop
deze in de middagzitting aan sprekers verzoek tot bekorting
van de besprekingen heeft voldaan en ook voor de wijze,
waarop de Raad hedenavond de begrooting heeft afgehandeld.
De heer Wilmer constateert, dat in vergelijking met andere
jaren de Raad dezen keer de begrooting in een betrekkelijk
korten tijd heeft afgehandeld, waarover allen zeer verheugd
zijn. Het is geheel en al te danken aan de leiding, die de
Burgemeester bij deze discussies gegeven heeft. Namens den
geheelen Raad zegt spreker hem daarvoor dank.
Spreker zegt ook dank den Secretaris, den ambtenaren,
den stenografen, den verslaggevers van de pers (van wie vele
verscheidene overuren hebben gemaakt, zonder dat zij daar
voor eenige vergoeding ontvangen) voor de diensten die zij
hebben verricht.
De Voorzitter zegt, zeker mede namens de andere heeren,
den heer Wilmer dank voor diens vriendelijke woorden.
IV. Voorstel om de schoolboden weder iedere week te ver
strekken. (28)
De heer Goslinga heeft tegen dit voorstel bezwaar, niet
in de eerste plaats omdat de maatregel volgens de raming
van het College 700.zal kosten, al begrijpt spreker niet,
hoe het tot dit bedrag gekomen is, maar vooral omdat men
bij aanneming er van terugkomt op een vroeger genomen
bezuinigingsmaatregel. Het streven naar bezuiniging zal
daardoor bij de ambtenaren worden verzwakt. Het College
alleen kan de uitgaven niet omlaag drukken; het heeft daar
voor de medewerking van de ambtenaren en tal van andere per
sonen in gemeentedienst noodig. De aanneming van dit voor
stel zal bij de verschillende hoofden van dienst de gedachte
wekken, dat er weer voldoende geld is en men het niet zoo erg
nauw behoeft te nemen met de pogingen tot bezuiniging.
Spreker gevoelt niet veel sympathie voor de schoolbaden.
Ongeveer 10 van de 50 scholen in de gemeente maken er
gebruik van; tot deze 10 scholen behoort bijna geen enkele
bijzondere school.
In het jaar 1934 maakten van de 6383 leerlingen van de
bijzondere lagere scholen slechts 22 gebruik van de school
baden en men kan toch niet beweren, dat de gezondheids
toestand van de overige 6361 leerlingen te wenschen overlaat.
In het zelfde jaar maakten van de 4198 kinderen, die de
openbare lagere scholen bezochten, 1127 gebruik van deze
baden.
Deze getallen wettigen niet het doen van grootere uitgaven
voor dit doel. De bezwaren, die tegen de bezuiniging op dezen
post zijn aangevoerd en gememoreerd zijn in de adviezen,
zijn sterk overdreven. Spreker zal zijn stem aan dit voorstel
onthouden.
De heer Jongeleen beveelt het voorstel van het College bij
den Raad aan. De vermeerdering van de uitgaven met 700.
is alleszins gerechtvaardigd. Indien het College indertijd had
geweten, dat de bezuiniging slechts 700.zou bedragen,
had het den Raad zeker niet voorgesteld de schoolbaden
om de veertien dagen in plaats van elke week te verstrekken.
Uit het rapport van den Directeur van den Geneeskundigen
Dienst is gebleken, dat de toestand van de kinderen, die om
de veertien dagen een schoolbad kregen, achteruitging. Ook
uit een hygiënisch oogpunt is het wekelijks verstrekken van
schoolbaden van groot belang voor de kinderen. Bovendien
maken van deze gelegenheid gebruik kinderen, die thuis niet
in staat zijn een bad te nemen. Men zegt wel: water is niet
zoo duur, maar men dient te bedenken, dat de verwarming
van het badwater voor een groot gezin wel een groot bedrag
vraagt.