122
VBIJDAG 21 FEBBUAEI 1936.
Gemeente-begrooting Algemeene beschouwingen.
(Voorzitter.
Splinter, Goslinga, Tepe, van der Kwaak, de Beede, Lombert
en Wilmer.
Het voorstel van den heer Schüller e.a., luidende:
„Ondergeteekenden stellen voor, den opzichter van den
'Beinigings- en Ontsmettingsdienst niet te ontslaan" is hier
door vervallen.
Vervolgens is aan de orde de stemming over de verschillende
bij de algemeene beschouwingen behandelde voorstellen en
moties.
Het voorstel van den heer Schüller (No. 3), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor:
1°. het uitvoeren van straatwerk in eigen beheer te doen
geschieden
2°. indien de uitvoering van straatwerk niet in eigen
beheer wordt uitgevoerd, de loonen en arbeidsvoorwaarden
te doen vaststellen na ingewonnen advies van de Dienst
commissie van Gemeentewerken.", wordt verworpen met 18
tegen 15 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren de Vries, Schoneveld, Eikerbout,
Tobé, Beekenkamp, van Bosmalen, Wilbrink, Bomijn,
Splinter, Manders, Coster, Bergers, Goslinga, Tepe, van der
Kwaak, de Beede, Lombert en Wilmer.
Vóór stemmen: de heer van Eek, mevrouw Braggaar,'de
heeren Snel, Hessing, van der Voort, Jongeleen, Vallentgoed,
mevrouw de Cler, de heeren Verweij, van Stralen, Schullet,
Kuipers, Carton, van Weizen en Groeneveld.
De motie van den heer Schüller (No. 4), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor, het bestuur van de gemeente
woningen uit te breiden door opneming in genoemd bestuur
van een bewoner dezer woningen.",
wordt verworpen met 17 tegen 16 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren de Vries, Eikerbout, Tobé,
Beekenkamp, van Bosmalen, Wilbrink, Bomijn, Splinter,
Manders, Coster, Bergers, Goslinga, Tepe, van der Kwaak,
de Beede, Lombert en Wilmer.
Vóór stemmen: do heer van Eek, mevrouw Braggaar, de
heeren Snel, Hessing, Schoneveld, van der Voort, Jongeleen,
Vallentgoed, mevrouw de Cler, de heeren Verweij, van
Stralen, Schüller, Kuipers, Carton, van Weizen en Groeneveld.
De moties van den heer van Eek (Nis. 13 en 15), luidende:
„De Baad spreekt de wenselijkheid uit, dat voortaan ook
in Leiden op Zondagnamiddag het houden van optochten
met muziek en banieren als regel zal worden toegestaan.",
en
„De Baad besluit het aantal leden der Commissie van
Fabrikage met een te vermeerderen en derhalve in artikel I
tweede lid van de verordening regelende de samenstelling en
den werkkring van de Commissie van Fabrikage het woord
„vier" te veranderen in „vijf"."
worden achtereenvolgens verworpen, elk met 18 tegen 15
stemmen.
Tegen stemmen: de heeren de Vries, Schoneveld, Eikerbout,
Tobé, Beekenkamp, van Bosmalen, Wilbrink, Bomijn,
Splinter, Manders, Coster, Bergers, Goslinga, Tepe, van der
Kwaak, de Beede, Lombert en Wilmer.
Vóór stemmen: de heer van Eek, mevrouw Braggaar, de
heeren Snel, Hessing, van der Voort, Jongeleen, Vallentgoed,
mevrouw de Cler, de heeren Verweij, van Stralen, Schüller,
Kuipers, Carton, van Weizen en Groeneveld.
De motie van den heer van Eek (No. 16), luidende:
„De Baad van oordeel, dat het gemeentebestuur zich niet
moet mengen in de strijd voor of tegen het nieuw-malthusia-
nisme, besluit, dat de Nieuw-Malthusiaanse Bond, wat het
verhuren van gemeentezalen betreft, op gelijke voet zal
behandeld worden als andere verenigingen.",
wordt verworpen met 17 tegen 16 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren de Vries, Schoneveld, Eiker
bout, Tobé, Beekenkamp, van Bosmalen, Wilbrink, Splinter,
Manders, Coster, Bergers, Goslinga, Tepe, van der Kwaak,
de Beede, Lombert en Wilmer.
Vóór stemmen: de heer van Eek, mevrouw Braggaar, de
heeren Snel, Hessing, van der Voort, Jongeleen, Vallentgoed,
mevrouw de Cler, de heeren Bomijn, Verweij, van Stralen,
Schüller, Kuipers, Carton, van Weizen en Groeneveld.
Gemeente-begrooting Algemeene beschouwingen.
(Voorzitter.)
De motie van den heer van Weizen, luidende:
„De Baad van oordeel;
dat aan verenigingen of organisaties als de Nieuw-
Malthusiaanse Bond eveneens de gelegenheid behoort te
worden gegeven om in de Stadsgehoorzaal, of in zalen,
welke door het Gemeentebestuur worden verpacht, bijeen
komsten of vergaderingen te houden;
verzoekt het College van Burg. en Weth. geen uitzonde
ringsmaatregelen te treffen tegenover genoemde organisatie."
wordt hierdoor geacht te zijn vervallen.
De motie van den heer Carton (No. 18), luidende:
„De Baad spreekt de wenschelijkheid uit, dat de openbare
zweminrichting op Zondag wordt opengesteld.",
en het voorstel van mevrouw de Cler (No. 19). luidende:
„Ondergeteekende stelt voor het schoonmaken der Ge
meente Gebouwen in eigen beheer te doen uitvoeren.",
worden achtereenvolgens verworpen, elk met 18 tegen 15
stemmen.
Tegen stemmen: de heeren de Vries, Schoneveld, Eikerbout,
Tobé, Beekenkamp, van Bosmalen, Wilbrink, Bomijn,
Splinter, Manders, Coster, Bergers, Goslinga, Tepe, van der
Kwaak, de Beede, Lombert en Wilmer.
Vóór stemmen: de heer van Eek, mevrouw Braggaar, de
heeren Snel, Hessing, van der Voort, Jongeleen, Vallentgoed,
mevrouw de Cler, de heeren Verweij, van Stralen, Schüller,
Kuipers, Carton, van Weizen en Groeneveld.
Het voorstel van den heer Goslinga (No. 24), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor om voor het jaar 1936 de
storting in het Vernieuwingsfonds der Electr. Centrale te
verlagen tot 1 in plaats van tot l en het daardoor
ten bate van de begrooting der Lichtfabrieken c.q. der ge
meente te derven bedrag, te putten uit de Algemeene
Beserve.",
wordt verworpen met 26 tegen 7 stemmen.
Tegen stemmen: de heer van Eek, mevrouw Braggaar, de
heeren Snel, Hessing, Schoneveld, van der Voort, Jongeleen,
Vallentgoed, van Bosmalen, mevrouw de Cler, de heeren
Wilbrink, Splinter, Verweij, Manders, Coster, Bergers, Tepe,
van Stralen, Schüller, van der Kwaak, de Beede, Kuipers,
Lombert, Carton, van Welzen en Groeneveld.
Vóór stemmen: de heeren de Vries, Eikerbout, Tobé,
Beekenkamp, Komijn, Goslinga en Wilmer.
Het voorstel van den heer van Welzen (No. 26), luidende:
„Ondergetekende stelt aan de Baad voor wederom over
te gaan tot invoering van een zakelijke bedrijfsbelasting.",
wordt verworpen met 32 tegen 1 stem, die van den voorsteller.
Het voorstel van den heer Groeneveld (No. 28), luidende:
„Ondergetekende stelt voor:
Aan de leden van de Gemeenteraad worden identiteits
kaarten verstrekt, dienende als bewijs van toegang tot ge
meentelijke bedrijven, diensten en terreinen.",
en het amendement van den heer van Eek (No. 32a) (zie
blz. 45) worden achtereenvolgens verworpen, elk met 17
tegen 16 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren de Vries, Schoneveld, Eiker
bout, Tobé, Beekenkamp, van Bosmalen, Wilbrink, Bomijn,
Splinter, Coster, Bergers, Goslinga, Tepe, van der Kwaak,
de Beede, Lombert en Wilmer.
Vóór stemmen: de heer van Eek, mevrouw Braggaar, de
heeren Snel, Hessing, van der Voort, Jongeleen, Vallentgoed,
mevrouw de Cler, de heeren Verweij, Manders, van Stralen,
Schüller, Kuipers, Carton, van Welzen en Groeneveld.
Het voorstel van de heeren Beekenkamp, Wilmer en
Wilbrink (No. 32), luidende:
„Ondergeteekenden stellen voor, het College van Burge
meester en Wethouders te verzoeken
a. den Baad in de gelegenheid te stellen zich uit te spreken
over de wenschelijkheid, c.q. noodzakelijkheid van de vast
stelling eener verordening, houdende vestigingseischen voor
nieuwe winkelbedrijven binnen de gemeente Leiden;
b. ter richtige voorbereiding van een en ander reeds nu
een commissie ad hoe te willen benoemen, die, in afwachting
van hetgeen overigens door de Staten-Generaal ter zake zal
worden gedaan, zich laat voorlichten door de Kamer van
Koophandel en de plaatselijke Middenstandsorganisaties.",
wordt aangenomen met 27 tegen 6 stemmen.