MAANDAG 10 FEBEUAEI 1936.
29
Groente-distributie.
(Itoniijn e.a.)
vleesch via de betrokken bandelaren, opdat niet verder ont
wricht worde, wat reeds ten deele ontwricht is.
Die beslissing kan toch worden aangemerkt als een princi-
pieele beslissing. In een Leidsch blad is er op gewezen, dat
het hier om het principe gaat. Waar men op allerlei gebied
beslissingen van den Baad ziet, dat de kleinhandel moet
ingeschakeld worden, is door het College geen enkel argument
naar voren gebracht om hier van dat principieele standpunt
af te wijken en mag men van het College verwachten, dat
ook hier die lijn zal worden gevolgd.
De heer Wilbrink is het met de heeren Eomijn en Beeken
kamp eens, dat er wel een principieele kant aan deze
zaak zit.
Blijkens het Ingekomen Stuk geschiedt deze groentenver-
strekking reeds in 120 gemeenten. Spreker heeft echter in
de Leeskamer niets gevonden van al de gegevens, waarover
het gemeentebestuur beschikt; men moet het maar doen
alleen met het magere Ingekomen Stuk en met het adres
van de Middenstandcentrale; soberder kan het al niet.
Wanneer een Wethouder of een College sterk staat in een
voorstel, dat dan zoo noodzakelijk is als in de vorige raads
vergaderingen werd betoogd, dan kan het toch wel verdragen,
dat de ter beschikking staande gegevens aan critiek worden
onderworpen en aan de raadsleden bekend gemaakt. Spreker
vindt het zeer foutief wanneer het College, wetende dat
althans een deel van den Eaad hierin een principieele quaestie
ziet, aan den Eaad niet alle gegevens verstrekt waarover het
beschikt. Mede op grond daarvan kan spreker zeker niet
medewerken aan dit voorstel. Er wordt gesproken van midden
standers, maar het gaat hier om de belangen van een cate
gorie zeer kleine burgers, die niet middenstanders zijn in
den gewonen zin van het woord, maar veelal kleine zelfstan
digen, die het nog heel wat minder hebben dan de redelijk
gesitueerde arbeiders. Ligt het dan op den weg van het ge
meentebestuur van Leiden die menschen in hun bestaan nog
meer te bemoeilijken? Al is men overtuigd, dat de werkloozen
niet de grootste afnemers zijn van groenten, daartegenover
staat dat men toch ook kan verwachten dat men met die
bons gaat venten en ze aan de beter gesitueerden overdoet.
Dit is ook al geschied met de andere artikelen, die verstrekt
worden; met de kolenbons wordt gemarchandeerd; die
worden ook verkocht en verkwanseld; evenzoo de vleesch-
bons. Waarom zal dit niet gebeuren met een artikel, dat
men niet eiken dag noodig heeft? Een werklooze met 5
kinderen zal niet iederen dag 3| K.G. groenten noodig
hebbenzelfs wanneer hij werkt, consumeert hij ten hoogste
2 K.G. per dag. Al zou men eiken dag die hoeveelheid groenten
gebruiken, dan zou men toch nog ruimschoots gelegenheid
hebben daarmee een zaakje te doen. Waar de gevaren voor
den tusschenhandel zoo groot zijn, in dit opzicht, mag men
dien niet uitschakelen. Het is echter zeer de vraag, of de hoe
veelheid, die wordt afgenomen, aan de verwachting voldoet.
In Botterdam bedraagt die 7 in Dordrecht 15 Men
kan dan zeggen: dan kan het ook niet zoo'n bezwaar opleveren
voor den tusschenhandel, omdat het dan een minimaal bedrag
is. Maar evenmin als een werklooze een korting van 1.op
zijn uitkeering lijden kan, kunnen handelaren, die 15.
of 18.per week verdienen dat missen. Indien strafmaat
regelen getroffen zouden moeten worden tegen het overdragen
van deze groenten door werkloozen aan niet-werkloozen,
dan zou een groentenhandelaar, ook al constateerde hij dit,
niet den moed hebben het te verraden, want dan was hij die
menschen als klant kwijt, en zou hij omdat hij als verrader
van de werkloozen optrad zeker in de geheele straat geen
zaken meer kunnen doen. Controle door de belanghebbenden
zelf is zeker niet mogelijk. Waar door de gemeente, mede op
initiatief van de arbeidersvertegenwoordigers, goedkoope
brandstof beschikbaar is gesteld ook bij de handelaren, mede
in het belang van de afnemers, doordat zij niet gedwongen
waren zich naar het Centrale punt van afgifte te begeven,
gaat het niet aan bij de verstrekking van goedkoope groenten
personen, die men hier gelijkstellen kan met arbeiders, uit te
schakelen. Ieder weldenkend mensch zal het toejuichen
wanneer doorgedraaide groenten, die anders vernietigd
zouden worden, op zoo voordeelig mogelijke voorwaarden
ter beschikking van de werkloozen gesteld worden; tegen
woordig echter worden niet alleen doorgedraaide groenten
gedistribueerd, maar ook ondershands opgekochte groenten,
waardoor men den koopheden, die anders met de overge
bleven groenten een handeltje dreven onder de arbeiders
bevolking, daartoe de gelegenheid ontneemt.
Spreker acht de aanneming van het voorstel van den heer
Beekenkamp in alle opzichten wenschelijk, omdat daardoor
aan de belangen van de werkloozen en armlastigen volkomen
recht wordt gedaan, terwijl het schamel stukje brood niet
Groente-distributie.
(Wilbrink e.a.)
wordt ontnomen aan hen, die dit door den verkoop van groen
ten verdienen.
Tenslotte zal het voor de gemeente geen grootere kosten
met zich brengen. Wanneer men het wil, zal men kunnen
tegemoet komen aan het bezwaar, dat de groenten in con
signatie worden gegeven.
Het zou dwaas zijn om na een week het overschot aan
knolrapen, wortelen en uien te vernietigen, aangezien dit
wintervaste producten zijn, die men geruimen tijd kan
bewaren.
Op selderie en prei zit een arbeidersgezin niet te wachten.
Bovendien koopt men deze artikelen niet per kilo. Hij, die
voor de bereiding van een maaltijd 1 kilo daarvan noodig
heeft, heeft daarbij nog zooveel andere ingrediënten noodig,
dat een arbeidersgezin aan een dergelijken maaltijd niet
kan denken.
In het Ingekomen Stuk No. 13 van 30 Januari 1936 deelt
het College mede ,,eenige weken geleden werden b.v. ook sla
en bloemkool gedistribueerd." Spreker weet niet, wat het
College onder „eenige weken" verstaat, maar acht het onge
rijmd, dat de Nederlandsche Groenten- en Fruit-Centrale in
de maand Januari sla en bloemkool aan de werkloozen en
armlastigen distribueert, terwijl zelfs in de behoorlijke winkels
voor de meer gegoede burgers deze producten in die maand
niet verkrijgbaar zijn.
Eenerzijds heeft het College in de stukken, welke in de
leeskamer voor de leden ter inzage zijn gelegd, den leden
de cijfers onthouden en anderzijds tracht het den Eaad iets
wijs te maken (sla en bloemkool). Dat kan niet door den
beugel.
De heer Snel zegt, dat de sociaal-democratische fractie
uiteraard het voorstel van het College toejuicht.
Deze distributie zou nog meer tot haar recht komen,
indien men bij de groenten ook de aardappelen opnam.
Men valt het voorstel op een zeer overdreven wijze aan
en wekt den indruk, dat het College zich met de algemeene
distributie van groenten wil belasten.
De Leidsche Yereeniging van Handelaren in aardappelen,
groenten en fruit heeft eerst een openbare vergadering ge
houden, waarin de voorgestelde distributie werd besproken
en tot het bijwonen waarvan de Eaadsleden waren uit-
genoodigd, en heeft daarna een adres aan het College gericht.
Ook de Kamer van Koophandel en Fabrieken heeft den Eaad
in een adres verzocht, het voorstel van het College niet aan
te nemen.
In beide adressen uit men de gedachte, dat nu reeds door
gedraaide groenten tegen lageren prijs worden verkocht.
Dit is onjuistde doorgedraaide groenten moeten thans worden
vernietigd of worden door de Eegeering overgenomen.
Het is ook niets meer dan een bewering, dat de Leidsche
groentenhandelaren van de voorgestelde distributie schade
zullen ondervinden, want in honderden gezinnen ontbreken
thans de middelen om groenten te koopen of is het nuttigen
van groenten zeer tot schade van de gezondheid der gezins
leden een luxe geworden.
Ook in de pers is over het voorstel nogal eenige ophef
gemaakt. Spreker heeft den indruk, dat men dit goed be
doelde voorstel wil gebruiken als motief voor een politieke
rel, waarvoor geen enkele reden is.
Er moet wel een bijzondere oorzaak voor zijn, indien men
in de 120 gemeenten, waar nu reeds de voorgestelde distributie
plaats heeft, den handel heeft uitgeschakeld.
Het voorstel van het College is een gevolg van een reeds
in de maand Juli 1935 ingediend verzoekschrift van den
Leidschen Bestuurders-Bond naar aanleiding van de toe
zegging der Eegeering, dat als compensatie voor de steun
verlaging in 1934 goedkoope groenten aan de werkloozen
zouden worden verstrekt.
Spreker vertrouwt, dat het College de meerderheid van
den Eaad aan zijn zijde zal vinden, nu het poogt verlichting
te brengen in de grauwe ellende van de werkloozen.
In alle kringen getuigt men van medegevoel met de vrouwen
en mannen, die buiten hun schuld uit het normale leven zijn
gestooten en spreker neemt aan, dat men het in het algemeen
oprecht meent. De hartelijke woorden van medegevoel
worden echter tot een hoon, wanneer men tegelijkertijd nalaat
verlichting in het bittere lot dezer vrouwen en mannen te
brengen, waar het mogelijk is. Het is nu het oogenblik om
het oprecht medeleven met deze crisis-slachtoffers, die verder
dan een andere groep zijn weggezonken, te toonen.
Laten zij, die tegen het voorstel van het College opponeeren,
bedenken, dat men onmogelijk dagelijks in den normalen
handel groenten van het steungeld kan koopen. Laten zij
ook bedenken, hoe moeiüjk het de moeder in een gezin van
een werklooze valt, den kinderen het eigenlijk onontbeerlijke