MAANDAG 10 FEBRUARI 1936. 25 Commissie van Toezieht op de Bewaarscholene. a. (Voorzitter.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten deze voorstellen te behandelen bij de behandeling van de gemeentebegrooting voor 1936. 44°. Motie van den heer Beekenkamp om te bevorderen, dat door vertegenwoordigers van de daarvoor in aanmerking komende organisaties gezamenlijk overleg wordt gepleegd op welke wijze het bedrijfsleven in deze gemeente zooveel mogelijk in stand kan worden gehouden. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten de motie te behandelen bij de behandeling van de gemeentebegrooting voor 1936. 45°. Voorstel van den heer Romijn om een bedrag van 5.000.beschikbaar te stellen voor tewerkstelling van steuntrekkende personen. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten het voorstel te behandelen bij de behandeling van de gemeentebegrooting voor 1936. Ten slotte deelt de Voorzitter nog mede, dat is ingekomen: Schrijven van Gedeputeerde Staten, houdende mede- deeling, dat in een openbare vergadering van hun College op Dinsdag 18 Februari 1936 te 2 uui n.m. behandeld zal worden het door het bestuur der Vereeniging tot oprichting en instandhouding van scholen voor gewoon lager- en meer uitgebreid lager onderwijs op Gereformeerden Grondslag ingesteld beroep tegen het Raadsbesluit van 7 October 1935, waarbij medewerking werd geweigerd bij de vervanging van de in het schoolgebouw aan de Lusthoflaan aanwezige gas kachels door een nootjesketel. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten den brief van Gedeputeerde Staten voor kennisgeving aan te nemen. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van drie leden van de Commissie van Toe zicht op de Bewaarscholen. (14) De Voorzitter verzoekt mevrouw Braggaar, den heeren Kuipers, Tobé en de Vries het stembureau te vormen. Worden benoemd: de heer J. M. H. Horikx, mejuffrouw E. G. Bos en mejuffrouw D. C. E. Voltman, allen met algemeene (30) stemmen. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. la. Voorstel tot het verleenen van eervol ontslag aan Dr. J. J. van Eek en Mej. II. S. J. Fuhri Snethlagc, onderscheidenlijk als Directeur-Scheikundige van en Assistente hij den Districts- Keuringsdienst van Waren, wegens opheffing van hunne betrekkingen. (22) II. Rekening, dienst 1934, van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. (15) III. Begrooting, dienst 1936, van liet Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. (15) IV. Rekening, dienst 1934, van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (15) V. Voorstel tot verhuring van het perceel Haarlemmerstraat No. 165a aan W. F. Kanbier. (16) VI. Voorstel tot verhuring van het winkelhuis Hooigracht N0. 6 aan L. C. Heynen. (16) VII. V borstel in zake het, met wijziging van het Raads besluit van 12 November 1934, aanvaarden van een voorschot uit 's Rijks kas, ten behoeve van het verkrijgen en het bouw rijp maken van een terrein voor het 6e bouwplan van de Woningbouwvereniging „Ons Doel". (17) VIII. V oorstel tot het verleenen van een vergoeding, krach tens art. 109 der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1934, aan de besturen van bijzondere scholen voor lager- en uitgebreid lager onderwijs. (18) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen Ia, II tot en met VIII besloten. (De heer van Rosmalen was ter vergadering gekomen na het nemen van een besluit op het voorstel, vervat in punt Uitkeering voorschotten L. O. wet 1920: e. a. (Voorzitter e.a.) Ia der agenda en de heer Groeneveld na het besluit op het voorstel vervat in punt 4 der agenda.) IX. Voorstel in zake de vaststelling en uitkeering van de voorschotten op de vergoeding, bedoeld bij art. 101 der Lager Onderwijswet 1920, ten behoeve van bijzondere scholen voor lager- en uitgebreid lager onderwijs, over het jaar 1936. (19) De heer van Weizen zegt, dat voorgesteld wordt als grond slag voor deze vergoeding te nemen de uitgaven te dezer zake over 1932. Nu zijn sedert dien de uitgaven voor het onderwijs tamelijk sterk gedaald. Waarom wordt nu als grondslag genomen de vastgestelde rekening van 1932 en niet b.v. die van 1934, de laatste die dan vastgesteld is? De heer Tepe zegt, dat deze berekening volgens wettelijk voorschrift moet geschieden op de basis van de laatst vast gestelde rekening. Het gaat hier trouwens alleen om het verstrekken van een voorschot; de berekening van de ver goeding heeft pas later plaats. De heer Goslinga zegt, dat de bestuurders van de bijzondere scholen wel zullen betreuren, dat het niet kan op den grond slag van 1933, want die is 1.50 per kind hooger. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. X. Voorstel tot intrekking van bet aan liet Lcidseh Crisis- Comité toegekende subsidie, tot het verleenen van een subsidie aan de Commissie voor den aanvullenden steun aan onder steunde werkloozcn en tot vaststelling van de daarmede ver band houdende wijziging van de begrooting, dienst 1935. (21) Den heer Schoneveld is opgevallen, dat bij de stukken alleen was een schrijven van deze commissie en dat ontbrak een ad vies van den Dienst voor Sociale Zaken. Men houdt op het oogenblik een Commissie in het leven, die zonder schade voor de zaak zelf kan worden opgeheven. De beslissingen op aanvragen om aanvullenden steun worden in den regel genomen door den Directeur van den Gemeente lijken Dienst voor Sociale Zaken; de aanvragen worden daar op het bureau behoorlijk nagezien. Georganiseerden wenden zich rechtstreeks, via hun organisatie, tot den Gemeentelijken Dienst; ongeorganiseerden zijn verplicht zich bij het Crisis- Comité aan te melden. Waar deze aanvullende steun feitelijk wordt verstrekt aan de gesteunde werkloozen, die onder de Rijkssteunregeling vallen, is het spreker opgevallen dat van het College een voorstel uitgaat om die Commissie nog in stand te houdende verstrekking van dezen aanvullenden steun zou met hetzelfde resultaat ondergebracht kunnen worden bij den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken, te meer waar deze over alle gegevens beschikt. Bovendien heeft deze dienst nog een subcommissie van advies voor de steunverleening. Zonder eenig bezwaar en zonder eenige schade voor de belangen van deze personen zou men de taak van deze Commissie kunnen beschouwen als een onderdeel van den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken, te meer waar deze aanvullende steun wordt verstrekt om te voorzien in het gebrek aan de noodige kleeding, enz., ontstaan doordat de wekelijksche steunuitkeering alleen voldoende is voor het noodzakelijk levensonderhoud. Het kan zonder schade voor de betrokkenen en in het belang van de eenheid onder één dienst gebracht worden. Uit de gegevens, die in de leeskamer ter inzage lagen, bleek, dat per maand wordt uitgegeven aan salarissen van het admi nistratieve personeel 115.aan vergoeding voor den con cierge 52.aan verwarming en drukwerk te zamen 23. Het is wellicht mogelijk de werkzaamheden naar het bureau van den Dienst van Sociale Zaken over te brengen en dan het thans werkzaam zijnde personeel te vervangen door werklooze kantoorbedienden. Spreker dient een daartoe strekkend voorstel in. Het is evenwel gewenscht, de commissie in de gelegenheid te stellen, de werkzaamheden, welke zij nog te verrichten heeft, af te doen. Ook zal men het personeel niet direct kunnen ontslaan. Spreker dient daarom een amendement in, strek kende om de commissie in de gelegenheid te stellen, de noodige voorzieningen te treffen. De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen: 1°. een voorstel van den heer Schoneveld, luidende: „Ondergeteekende stelt voor het verleenen van aan vullende steun aan ondersteunde werkloozen op te dragen aan den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken, met ingang van 1 Mei 1936.";

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 3