34 MAANDAG 10 FEBRUARI 1936. Groente-distributie. (van Stralen e.a.) groenten alleen in eigen winkel zullen willen verkoopen dan wel bereid zullen zijn dit in gemeentelijke lokalen te doen. In Dordrecht heeft men den handel ingeschakeld door de handelaren in de gemeentelijke lokalen toezicht te doen houden. In Dordrecht is de zaak mislukt. De groentenhandelaren, die daar toezicht moesten houden, traden niet altijd even loyaal op. Men constateerde weieens, dat zij door het maken van schampere opmerkingen over de groenten de toepassing van den maatregel meer benadeelden dan bevorderden. Dit maakt spreker eenigszins huiverig voor het inschakelen van den groentenhandel. Om echter te bewijzen, dat het in dezen niet gaat tegen den handel of den middenstand, verklaart spreker zich vol komen bereid, vertrouwende namens het geheele College te kunnen spreken, alsnog te overwegen, of en zoo ja in welken vorm de handel bij deze distributie kan worden ingeschakeld, waarbij evenwel voorop moet staan, dat de manier, die in het voorstel-Beekenkamp c.s. is aangegeven, in geen enkel op zicht kan worden toegepast. In antwoord op de vraag van den heer Coster herinnert spreker er aan, dat hij in de vorige raadsvergadering heeft gezegd, dat de handel van den maatregel geen bezwaar zal ondervinden en spreker bereid was het prijsverschil van cent ter beschikking van den handel te stellen om het verzet tegen den voorgestelden maatregel te breken. Het College is echter van meening, dat het gemeentebestuur niet om die reden den cent per kilo aan den handel moet geven, indien althans niet blijkt, dat de handel aanzienlijke schade lijdt. Bovendien mag het den Raadsleden, die bezwaar tegen de voorgestelde uitgave hebben en op bezuiniging aandringen, niet onverschillig laten, of de gemeente al of niet de beschik king over den cent behoudt. Blijft het prijsverschil ter be schikking van de gemeente, dan zullen de kosten van de proef waarschijnlijk veel minder dan 500.bedragen. De gemeente behoeft niet in alle wijken van de stad winkels te huren; er zijn enkele gemeente-lokalen, welke gratis ter beschikking gesteld kunnen worden. De heer Wilbrink vraagt, waarom niet meer gegevens ter inzage voor de leden in de leeskamer zijn gelegd. De heer van Stralen kan deze vraag niet beantwoorden. Spreker heeft niet gezegd, of zij er wel of niet neergelegd kon den worden en heeft niets anders gedacht dan dat het de ge woonte was op de thans gevolgde wijze bij 'het ter visie leggen van gegevens te werk te gaan. Men bedenke, dat spreker nog niet zoo lang de functie van Wethouder heeft. Bij volgende gelegenheden zal spreker er voor zorgen, dat al het in aanmerking komende materiaal ter inzage van de leden in de leeskamer wordt gelegd. De Voorzitter zegt, dat het College alles, waarover het beschikte, ter visie in de leeskamer heeft gelegd. De heer Wilbrink merkt op, dat in de leeskamer alleen lagen het adres van den Middenstandsraad en het Ingekomen Stuk zelf. De Voorzitter zegt, dat in elk geval, ook door dezen Wet houder, zooveel mogelijk alle stukken ter visie gelegd zullen worden. De heer van Stralen dringt sterk aan op aanneming van het voorstel van het College en ontraadt aanneming van het amendement-Beekenkamp, omdat dit ten eenen male on uitvoerbaar is. Na 3 maanden, zal deze zaak opnieuw in den Raad komen en dan kunnen altijd de noodige verbeteringen en aanvullingen aangebracht worden. De Voorzitter zegt, dat het amendement-Beekenkamp tot inschakeling van den tusschenhandel naar de overtuiging van het College voor uitvoering niet in aanmerking komt dit is aldus niet wel mogelijk. Intusschen is er blijkens de woorden van den Wethouder nog wel een zekere mogelijkheid den handel op eenige wijze in te schakelen; het College zal zijn uiterste best doen, den handel zoo weinig mogelijk schade te berokkenen en dezen zooveel mogelijk in te schakelen, waar dit zonder de zaak zelf in gevaar te brengen mogelijk is. Nu geeft spreker den voorstellers van het amendement in overweging, aan het College over te laten, te onderzoeken nog eens de uitvoerbaarheid van inschakeling van den handel op de wijze, als door den heer van Stralen aangeduid. Het College zal zijn uiterste best doen daarvan zooveel mogelijk terecht te brengen; dan behoeft de behandeling van deze Groente-distributie. (Voorzitter e.a.) zaak niet verder te worden uitgesteld. Spreker geeft den Raad dus in overweging in die richting een uitweg uit de moeilijk heden te vinden. De heer Beekenkamp kan tot zijn spijt op de suggestie van den Voorzitter niet ingaan. Spreker is door den Wethouder niet overtuigd, dat zijn amendement onuitvoerbaar is; de Wethouder heeft daarvoor geen ander argument aangevoerd dan een passage uit een brief van de Nederlandsche Groenten- Centrale; spreker betreurt dat die niet ter inzage heeft ge legen; dan had hij dat kunnen overwegen. Waar echter de handelaren zich tot de meest loyale samenwerking bereid hebben verklaard, moet men een beetje vertrouwen in den handel hebben, te meer waar het gaat om een proef van 3 maanden en waar bovendien een contróle-commissie is inge schakeld, dus een centraal orgaan, dat zich speciaal belast met het toezicht hierop. Waar er bovendien principieele bezwaren zijn bij een groot deel van den Raad om in te gaan op de gedachte neergelegd in het voorstel van het College, had spreker gehoopt dat dit deze zaak had opgegeven en had ingezien dat het, waar het toch een proef voor 3 maanden geldt, terwille van het beoogde doel, en op prijs stellende de medewerking van den geheele Raad, den middenstand moest inschakelen. Waar de heeren van Eek en van Weizen verklaard hebben, dat het hun onverschillig is, op welke wijze de zaak uitgevoerd wordt, als het beoogde doel maar bereikt wordt, had het College beter het hoofd in den schoot kunnen leggen en tegemoetkomen aan het principieele bezwaar van de rechter zijde tegen uitschakeling van den middenstand. Spreker handhaaft dus zijn amendement. De heer Wilbrink kan niet voldoen aan het verzoek van den Voorzitter, aangezien de Wethouder spreker er in geen enkel opzicht van overtuigd heeft, dat de zaak niet goed zou zijn te regelen in den geest, waarin de heeren Wilmer, Beeken kamp en spreker haar geregeld willen zien. De Wethouder heeft nagelaten met de stukken te bewijzen, waarom de distributie met inschakeling van den handel in andere plaatsen is mislukt en op welke wijze de bezwaren daartegen in Leiden eventueel ondervangen zouden kunnen worden. Indien men de zaak ernstig ter hand neemt, zal het mogelijk zijn de groentenhandelaren in te schakelen. Zij moeten ter controle bij den dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon en bij den dienst van Sociale Zaken de bons, die zij voor de ver kochte groenten hebben ontvangen, inleveren. Indien er gemeentelijke winkels zijn, kunnen de werkloozen met een werkloozenkaart in alle winkels groenten halen en zelf een handeltje beginnen. Dat wil het College toch ook niet! Spreker heeft uit het betoog van den Wethouder, die een brief van de Nederlandsche Groenten- en Fruit-Centrale citeerde, begrepen, dat slechts 1 a 2 van de werkloozen van de distributie van goedkoope groenten gebruik maken. Dit beteekent zeer weinig, want ongeveer j- van de Leidsche bevolking is werkloos of wordt ondersteund. Wanneer even wel b.v. in Rotterdam en Dordrecht weinig werkloozen gebruik maken van deze distributie, beteekent het niet, dat alle andere werkloozen geen groenten koopen, maar wel, dat dezen een gedeelte van de benoodigde groenten afnemen bij den particulieren handel. Al zouden de werkloozen dan maar eens per week groenten afnemen, dan stijgt toch het aantal afnemers van de Groenten-Centrale en nu is toch aan te nemen, dat ook werkloozen meer dan eens per week groenten zullen afnemen. Bij den particulieren handel zijn de groenten vaak voor denzelfden prijs te koop. De Wethouder wees er op, dat in 1934 de toenmalige Wethouder deze distributie niet heeft doorgezet, maar toen was er over productie van verschillende groenten; toen kon ook de handel die groenten tegen lagen prijs leveren, maar dat is nu niet mogelijk en wanneer nu de Groenten-Centrale aan de gemeente roodekool en savoyekool levert voor 2| cent per KG., dan is dat geen doorgedraaide kool, maar kool, die op de veiling is gekocht; deze groenten worden aan de markt onttrokken en ter beschikking van de werkloozen gesteld Het is volgens spreker zeer goed mogelijk met een behoorlijke verdeeling de distributie in handen van den kleinhandel te geven. Spreker durft dit echter niet met vertrouwen aan het College over te laten; waar de Wethouder in den grond van zijn hart eenige bezwaren daartegen heeft, zullen die wel overwegend zijn en zal daarvan niets terechtkomen. Heeft de Raad eenmaal uitgesproken, dat de gemeente dit moet doen, dan zal spreker zich daarbij neerleggen, maar daarover moet eerst een beslissing uitgelokt en spreker hoopt dat die leden van het College, die niet op het standpunt staan van een ver doorgevoerde Overheidsbemoeiing ten aanzien van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 12