32 MAANDAG 10 FEBRUARI 19.36. Groente-distributie. (van Stralen e.a.) sedert het einde van het jaar 1934 buitengewoon sterk be vorderd. Waarom bestrijden dan nu de sprekers van de rechterzijde, wier geestverwanten de Regeering samen stellen, dit voorstel van het College in zoo sterke mate? Sinds het einde van het jaar 1934 hebben besprekingen plaats gehad met gemeentebesturen en vakcentrales, waarna in acht gemeenten een proef genomen is, die zoozeer heeft voldaan, dat men daarna van Regeeringszijde aan de be sturen van andere gemeenten heeft gevraagd, ook in hun gemeenten zonder verwijl deze distributie ter hand te nemen. De gemeente Leiden heeft 120 gemeenten in dezen laten voorgaan. Ook de vorige Wethouder van Sociale Zaken heeft aan deze zaak zijn aandacht gewijd en met vertegenwoordigers van bepaalde groepen van ingezetenen overleg gepleegd omtrent de wenschelijkheid van het nemen van den thans voorgestelden maatregel. Volgens den heer Romijn zou daarbij gebleken zijn, dat gezien het verschil tusschen de prijzen van de groenten, die gedistribueerd worden en van de groenten, welke in den vrijen handel worden verkocht, in Leiden geen aanleiding bestaat tot het nemen van dezen maatregel. Spreker heeft niet aan dit overleg deelgenomen en weet ook niet, hoe het gevoerd is. Een van de redenen, waarom men verleden jaar dezen distributiemaatregel niet heeft genomen, is waarschijnlijk, dat de vorige Wethouder van Sociale Zaken maar al te gaarne het oor heeft geleend aan de bezwaren, die van zekere zijde tegen deze distributie werden geuit. De heer llomijn zegt, dat daar absoluut geen sprake van is. De diensten zelf hebben spreker ontraden, dezen maatregel te nemen. De heer van Stralen onderstelt het slechts. Wanneer spreker let op het verzet van den groentenhandel en de middenstands organisaties tegen het voorstel van het College, kan hij zich voorstellen, dat zij bij een vorige gelegenheid geen ander advies hebben uitgebracht en dat in dit advies de reden gelegen is, waarom het College aan deze zaak geen verderen voortgang gegeven heeft. Er zijn echter nog andere groepen der bevolking, die hiervan iets af weten en een standpunt ten aanzien daarvan hebben. Door een zeer belangrijke arbeidersorganisatie is in Juli 1935 aan het College verzocht deze distributie ter hand te nemen; als vertegenwoordigers van een zeer groote groep arbeiders, waaronder duizenden werkloozen, het noodzakelijk achten de werkloozen op goedkoope wijze van een nuttig volksvoedsel als groenten te voorzien, dan moet men daaraan ook waarde hechten. Spreker heeft in een schrijven gezien, -dat de vorige Wethouder ge meend heeft na het inkomen van dit adres deze zaak niet te moeten ter hand nemen, maar dit over te moeten laten aan zijn opvolger; zoodra deze zich had ingewerkt, heeft hij zich ook met deze zaak bezig gehouden en is hij ook op grond van persoonlijke ervaring en van vroegere connecties uit drukkelijk voorstander hiervan geworden. Door de Regeering wordt deze distributie van groenten sterk bevorderd. In Leiden moet volgens spreker deze distributie ook worden ingevoerd. Het College wilde echter niet over één nacht ijs gaan en heeft een onderzoek ingesteld in verschillende plaatsen naar het verloop van deze distributie van goedkoope groenten; dat heeft eenigen tijd gekost. Dit onderzoek heeft het College tot de conclusie gebracht, dat er alles voor te zeggen was, dezen maatregel ook hier toe te passen. De gemeenten, waar de verstrekking van goedkoope groenten plaats vindt, liggen verspreid over het geheele land. De heer de Vries ziet in dit voorstel een socialistisch experiment; de heer Bergers beschouwt het als een middel om den sociaal democraten een succesje te bezorgen. Verre van dat echter. De lijst der gemeenten, waarin deze distributie plaats heeft, bewijst zeer uitdrukkelijk, dat het hier niet betreft een socialis tisch experiment. Deze zaak is ter hand genomen niet alleen in gemeenten met sterke sociaal-democratische raadsfracties of overwegend sociaal-democratische gemeentebesturen, maar ook in gemeenten met een christelijke raadsmeerderheid. Spreker noemt Eindhoven en Breda, in welke gemeenten deze distributie uitstekend gaat. In het orgaan „Steun- verleening en Werkverschaffing" leest spreker omtrent deze distributie in Eindhoven, dat de gemeente die in eigen hand heeft gehouden; de verkoop geschiedt daar dus niet door bemiddeling van de winkeliers, maar op 3 plaatsen in de stad zijn distributielokalen ingericht. De Eindhovensche Courant geeft verder een zeer gunstige beschrijving van deze distributie. Uit eenige passages van dit artikel blijkt wel, dat de thans voor gestelde maatregel in verschillende plaatsen zijn nuttig effect heeft gehad en door de betrokkenen op prijs gesteld wordt. Groente-distributie. (van Stralen.) Uit de lijst van gemeenten, waarin de gemeentelijke distributie plaats heeft, blijkt, dat zij ook bestaat in Zuid- Hollandsche gemeenten, die door Christelijke colleges van Burgemeester en Wethouders worden bestuurd n.l. Alphen, Noordwijk en ook zelfs in Rijnsburg, het centrum van de groententeelt, terwijl de heer Romijn meende, dat de distri butie alleen zin heeft in b.v. Drentsche gemeenten, in de omgeving waarvan niet zooveel groenten worden geteeld als in Zuid-Holland. Men heeft hierbij niet te maken met een socialistisch experiment, maar uitsluitend met een crisismaatregel, dien het College voorstelt te nemen in het belang van de nood lijdende bevolking. Spreker heeft niet goed kunnen begrijpen en heeft er zich ook eenigszins over verwonderd, dat verschillende Raads leden, vooral aan de rechterzijde, waarschijnlijk alleen voor gelicht door de hierbij betrokken belanghebbende midden standers, dadelijk hebben gemeend, dat met den op het allerlaatste oogenblik, vlak voor deze raadsvergadering, voorgestelden maatregel zal kunnen worden bereikt, dat goedkoope groenten aan de ondersteunde werkloozen en armlastigen worden verstrekt, terwijl ook met de belangen van den middenstand rekening wordt gehouden. Spreker vindt dit een bewijs van naïveteit, waaruit blijkt, dat deze Raadsleden de zaak niet zelfstandig hebben onder zocht, maar zijn afgegaan op de inlichtingen, die zij hebben gekregen. In bijna alle plaatsen, waar deze distributiemaatregel werd voorgesteld, is daartegen verzet gerezen. Overal hebben de groentenhandelaren bezwaar gemaakt tegen deze distributie van goedkoope groenten en overal moest de handel worden ingeschakeld. Men had er echter bezwaar tegen genoegen te nemen met de vastgestelde winst van een halven cent per KG.daarvoor konden zij het niet doen. Zoo heeft in een aantal gemeenten de handel zelf geweigerd aan deze distributie mee te werken, omdat de door de Groenten- Centrale vastgestelde winst van een halven cent te gering was. Dit verzet is echter na invoering van dezen maatregel even snel geluwd. Uit het feit, dat de handel zich tenslotte daarbij heeft neergelegd en in sommige plaatsen zelfs loyaal mede werkt aan de uitvoering van dezen maatregel, concludeert spreker, dat het belang van den handel niet zoodanig ge schaad wordt als men het hier voorstelt. Trouwens, de argumenten in het adres van de Vereeniging van Groenten- handelaren te Leiden zijn niet zeer doorslaggevend. Men had toch mogen verwachten, dat een organisatie, zoo nauw bij dit vraagstuk verbonden, de beschikking zou hebben over eigen argumenten, maar zij beroept zich uitsluitend op mededeelingen van een spreker op een vergadering daaraan wordt dan toegevoegd de beschuldiging, als zouden de verstrekte groenten minderwaardig zijn. Spreker acht het echter zeer tegenstrijdig, dat de handel in datzelfde adres vraagt, met de distributie van groenten, die minder waardig zijn, te worden belast. Hoe kan een bona-fide hande laar zich daartoe leenen? Men betoogt ook, dat men zoo'n buitengewone schade heeft van dezen maatregel. Dit is voor spreker niet zeer duidelijk. Men zegt van die zijde: ,,wat hebben de werkloozen er aan, als zij groenten voor 3 cent kunnen koopen en zij hebben geen ingrediënten om ze klaar te maken; bovendien zal deze maatregel geen effect hebben omdat de werkloozen zelfs 3 cent niet kunnen besteden". Door de sterke concurrentie zal dit bezwaar echter voor een groot deel opgeheven worden. Spreker geeft toe, dat eenige schade voor den handel van deze distributie van gemeentewege het gevolg zal kunnen zijn; de Groenten-Centrale schat deze schade op 1 a 2 van het debiet van den groentenhandel. Dit is een zeer gering percen tage; men kan dus niet zeggen, dat de groentenhandel zoo'n groote schade van dezen maatregel zal hebben, hoewel mis schien sommigen, maar dan niet de bona-fide groenten- handelaren, er schade van hebben. De heer de Vries vraagt, hoeveel groentenhandelaren gesteund worden door Maatschappelijk Hulpbetoon. Er zijn geen ondersteunde bona fide groentenhandelaren, wat niet wil zeggen, dat deze groep van ingezetenen een best bestaan heeft. Wel wordt steun verleend aan venters en degenen, die zich als zoodanig hebben opgeworpen. Zij ontvangen van den dienst van Maatschappebjk Hulpbetoon een bedrag van 10.a 25.als handelsgeld. Het is begrijpelijk, dat zij eenig bezwaar tegen de voorgestelde distributie hebben. Spreker vindt dit niet zoo erg, want hij heeft er juist bezwaar tegen, dat personen door Maat schappebjk Hulpbetoon als kooplieden de straat worden opgestuurd. Wanneer men spreekt over het toebrengen van schade aan den bona fide handel, bedenke men, dat deze schade vooral wordt toegebracht, wanneer de dienst van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1936 | | pagina 10