MAANDAG 6 AUGUSTUS 1934. 343 Wijziging wedden personeel Distriets-Keuringsdienst van (Romijn e.a.) Waren; e.a niet zijn te overzien. Spreker erkent ten volle, dat dit salaris van 2.500.min of meer uit de lucht is gegrepen, doch het is nu eenmaal een voorwaarde van den Minister. Het staat natuurlijk vast, dat dit salaris niet te eeuwigen dage zoo kan blijven, zonder eenige periodieke verhooging e. d.; het salaris van den vischkeurmeester moet dus toch onder de oogen worden gezien. De Minister heeft het vastgeknoopt aan de herziening van de salarissen van het gemeente- personeel; het College heeft dat nog niet kunnen doen, en meent, dat men in ieder geval thans dit moet vaststellen; dan is de vischkeurmeester tenminste behouden, en later kan diens positie dan nader worden bekeken. Het groote gevaar bestond, dat de vischkeurmeester zou verdwijnen. Men heeft van den Minister nu een pink gekregen; laat de Eaad het nu aan het College overlaten om naar bevinding die zaak verder af te doen; zeer stellig zal over deze zaak overleg met het Departement plaats vinden, zal een resultaat voor den betrokkene worden verkregen en zal in het oog van hen, die daarover te zeggen hebben, een bevredigende oplossing worden verkregen. De heer Sclioncveld trekt na de laatste woorden van den Wethouder, terwille van de zaak, en om blijk te geven dat hij de toezegging van het College weet te waardeeren en daarin vertrouwen heeft, zijn voorstel in. Aangezien het voorstel van den heer Schoneveld is inge trokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De algemeene beschouwingen worden gesloten. De artikelen I en II worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening in haar geheel zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. (Tijdens dit agendapunt was ook de heer Wilmer ter ver gadering gekomen.) XV. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten be hoeve van: a. den bouw van het zuidelijk rioolgemaal der centrale rioleering op het terrein tusschen de Geeregracht en het Plantsoen b. de verbetering van de verbinding tusschen de Geeregracht en de Jan van Houtbrug e. het leggen van de persleiding van het onder a. bedoelde rioolgemaal d. liet leggen van een stamriool in de Korcvaarstraat. (Zie Ing. St. No. 173.) De heer Eikerbout vraagt of, wanneer het niet mogelijk is uit het Werkfonds een subsidie voor dit werk te krijgen, dit dan wil zeggen dat dit werk niet tot uitvoering zal komen. De Voorzitter zegt, dat in het Ingekomen Stuk staat, dat het voorloopig gefinancierd wordt uit den Kapitaaldienst, dus uit geldleening. De heer Goslinga acht de vraag van den heer Eikerbout in het openbaar niet zeer tactisch. Laat de heer Eikerbout zijn vraag intrekken, evenals de heer Schoneveld zijn voorstel. De heer Eikerbout stelt het College voor een zeer moeilijk antwoord. Het College zal alle mogelijke moeite doen om uit het Werkfonds een bijdrage te krijgen en als dat niet gelukt, zal het nader bij den Eaad komen. De heer Eikerbout trekt zijn vraag in. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVI. Voorstel tot wijziging van: a. de verordening, regelende de voorwaarden, waaronder ten behoeve van bijzondere bewaarscholen subsidie uit de gemeentekas wordt verleend b. de verordening, regelende het openbaar bewaarschool- onderwijs in de gemeente Leiden. (Zie Ing. St. No. 174.) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De artikelen I en II van de sub a genoemde verordening worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening in haar Bijzondere en openbare bewaarscholen; e.a. (Kooislra e.a.) geheel, eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming, wordt vastgesteld. Het eenig artikel van de sub b genoemde verordening en daarmede de verordening in haar geheel wordt vervolgens ook zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vast gesteld. XVII. Voorstel: a. tot opheffing van de o. 1. opleidingsscholen voor U.L.O. aan den Maresingel A en B en tot stichting van een nieuwe opleidingsschool voor U.L.O. aan den Maresingel b. tot opheffing van de o. 1. scholen aan de Paul Krugcr- straat A en B en tot stichting van een nieuwe o. 1. school aan de Paul Krugerstraat. (Zie Ing. St. No. 175.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. XVIII. Voorstel: a. tot het verleenen van ontslag aan den heer A. Uitten- broek, als hoofd van de opleidingsschool voor U. L. O. aan den Maresingel A en aan den heer W. van der Laan, als hoofd van de opleidingsschool voor U. L. O. aan den Maresingel B; b. tot het stellen van den heer II. van der Jagt, thans hoofd van de o. 1. school aan de Paul Krugerstraat B, aan het hoofd van de nieuwe o. 1. school aan de Paul Krugerstraat e. tot overplaatsing van verschillende onderwijzers en onder wijzeressen. (Zie Ing. St. No. 176.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIX. Praeadvies op het voorstel van den heer van Eek c. s. in zake inperking van de werkloosheid. (Zie Ing. St. No. 152.) De heer Kooistra verzoekt, waar vier van de onderteeke naren van het voorstel niet aanwezig zijn, de behandeling van dit punt aan te houden tot de volgende vergadering. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders zich met die gedachte kunnen vereenigen, en stelt mitsdien voor het punt aan te houden tot een volgende vergadering. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. XX. Voorstel tot vaststelling van: a. cene verordening regelende de heffing van schoolgelden aan het Gymnasium, de Hoogerc Burgerschool met vijf jarigen cursus en de Hoogere Burgerschool voor Meisjes te Leiden; b. eene verordening regelende de invordering van de sub a. bedoelde schoolgelden. (Zie Ing. St. Nis 177 en 178.) De algemeene beschouwingen worden geopend. De heer Vos acht het in deze tijden, die voor zoovelen zoo uiterst moeilijk zijn, niet verantwoord, medewerking te ver leenen aan het totstandkomen van deze verordening. Spreker heeft de nieuw voorgestelde verordening verge leken met de bestaande, en noemt o.m. de navolgende cijfers: voor een gezin met 2 minderjarige kinderen, die beiden een dezer inrichtingen bezoeken, is bij de bestaande verordening het onderwijs vrij zoolang het gezin een inkomen heeft beneden ƒ1400.bij de nieuw voorgestelde veror dening moet echter reeds bij een inkomen van ƒ1300.school geld worden betaald, en dan maar liefst aanstonds 21.Spre ker heeft het op die wijze nagegaan tot een inkomen van 5000. (met menschen die een inkomen boven 5000.hebben, heeft hij minder medelijden) en heeft geconstateerd, dat het schoolgeld ongeveer of meer dan verdubbeld wordt. Vervolgens heeft spreker het nagegaan voor een gezin met 6 minderjarige kinderen, waarvan er 2 een dezer inrichtin gen bezoeken. Voor dat gezin is het onderwijs vrij tot een inkomen van ƒ2100.bij de bestaande verordening; bij de nieuw voorgestelde verordening slechts tot een inkomen van 1600.en dan moet bij 1600.worden betaald 10,50,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 7