304 MAANDAG 9 JULI 1934.
Reglement van Orde-Gemeenteraad; e.a.
(van Weizen e.a.)
Tegen stemmen: de heeren Meijnen, van Tol, van Ros
malen, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Bergers, Wilmer,
Bosman, Lombert, Coster, Tobé, van Eecke, Vos, van Es,
Wilbrink, de Reede en Eikerbont.
Vóór stemmen: mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren
Vallentgoed, van Weizen. Koole, Groeneveld, Verweij, van
Eek, Kuipers, Manders, mevrouw Braggaarde Does, de
heeren Kooistra, Beekenkamp en van Stralen.
Het gewijzigde artikel XXXIII wordt ten slotte zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De artikelen XXXIY, XXXV en XXXVI worden achter
eenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
De heer van Weizen ziet in deze verordening een uitvloeisel
van het streven van de reactie om de rechten van de leden
der parlementaire lichamen zooveel mogelijk te beknotten;
spreker kan daarmede niet accoord gaan en zal daarom tegen
de verordening in haar geheel stemmen.
De heer Kuipers zou gaarne willen, dat den leden werd
toegestaan, ook des middags in de vergaderzaal te rooken,
waartoe de Voorzitter tot nu toe geen toestemming heeft
gegeven, maar waartegen door de vrouwelijke leden van den
Raad geen bezwaar wordt gemaakt.
De Voorzitter constateert, dat dit punt op het oogenblik
niet aan de orde is. De Raad zal het eens afzonderlijk moeten
behandelen.
De verordening in haar geheel wordt zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
(De heer van Weizen wensclit geacht te worden te hebben
tegengestemd.)
Wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel sub b van het voorstel van Burgemeester
en Wethouders besloten.
Ten slotte wordt op voorstel van den Voorzitter zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten Burgemeester
en Wethouders te machtigen eventueel noodige redactie
veranderingen van formeelen aard aan. te brengen.
De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot des
avonds te 8 uur.
Voortzetting van de geschorste openbare vergadering van
Maandag 9 Juli 1934, des avonds te 8 uur.
Ook thans zijn de heeren Schüller en Huurman afwezig.
De Voorzitter stelt thans aan de orde:
Vile. Voortzetting van de behandeling van het voorstel in
zake het dempen van het Levendaal e.a., het doortrekken van
de Oegstgeestcrlaan en de Mariënpoelstraat e.a., alsmede tot
het vaststellen van de desbetreffende begrootingsregelingen
en van verordeningen resp. op de heffing en de invordering
van een belasting onder den naam van „Baatbelasting Leven
daal" te Leiden en van de daarbij te houden interpellatie
van den heer van Stralen inzake de demping van het Levendaal
en de doortrekking van de Ocgstgeesterlaan en de Mariënpoel
straat.
(Zie Ing. St. No. 139.)
De heer Splinter zegt, dat 11 jaar geleden voor het eerst
door de heeren Eerdmans, wijlen Sijtsma en mevrouw van
Itallievan Embden een motie in zake demping van het
Levendaal is ingediend, waarop Burgemeester en Wethouders
adviseerden vooralsnog niet over te gaan tot demping. Een
amendement van wijlen den heer Sijtsma om met bekwamen
spoed over te gaan tot demping werd in de Raadszitting van
26 November 1923 met 16 tegen 15 stemmen verworpen. In
1926 is opnieuw een voorstel tot demping van het Levendaal
van wijlen de heeren Witmans en Sijtsma en van mevrouw van
Itallievan Embden en mevrouw Dietrichde Rooij ver
worpen met 17 tegen 15 stemmen. Twee keeren dus is een
daartoe strekkend voorstel door den Raad verworpen. In 1930
is door de heeren Schüller en van Stralen wederom demping
van het Levendaal voorgesteld.
Demping Lcvendaal enz.
(Splinter.)
Nu vraagt de heer van Stralen waarom het zoo lang ge
duurd heeft. Spreker verwijst daarvoor naar het Ingekomen
Stuk, waarin duideüjk de reden staat, waarom het College nu
pas met het voorstel tot demping van het Levendaal komt.
Op 18 April 1931 adviseerde de Commissie van Fabricage
het College tot demping van het Levendaal. Op 22 October
d.a.v. besloten Burgemeester en Wethouders de noodige
gelden aan den Raad te vragen. Oorspronkelijk werden de
kosten van demping van het Levendaal met de verschillende
daaruit voortvloeiende werken o.a. zuidelijk rioolgemaal en
aankoop huizen in totaal op ongeveer 500.000.geraamd.
De economische crisis verhinderde de uitvoering der plannen.
Burgemeester en Wethouders stelden een urgentieprogram
samen, waarop de demping van het Levendaal niet mocht
voorkomen, wilden zij de goedkeuring van Gedeputeerde
Staten ontvangen voor de andere werken, die strikt noodzake
lijk waren. Daarna stelde de heer Manders voor, de demping
van het Levendaal in werkverschaffing te doen uitvoeren.
De mogelijkheid daarvan is onderzocht, met het gevolg, dat
Burgemeester en Wethouders thans voorstellen tot de uit
voering van de demping van het Levendaal met bijkomende
werken over te gaan.
De heer Schüller, die thans ziek is en van wien spreker
hoopt, dat hij spoedig weer hersteld de vergaderingen van
den Raad zal kunnen bijwonen, heeft gezegd, dat Burgemees
ter en Wethouders zijn voorstel hebben gesaboteerd. Spreker
begrijpt die opmerking niet. Het voorstel van de heeren Schül
ler en van Stralen is gesteld in handen van Burgemeester en
Wethouders om praeadvies. Het College stelt nu in zijn prae-
advies voor, tot de demping over te gaan. Van sabotage is
hier geen sprake.
Wat de technische bezwaren betreft, komt spreker aller
eerst tot de opmerkingen, die over den nauwen doorgang
naar de Plantage zijn gemaakt. In het Ingekomen Stuk heeft
het College duidelijk gezegd, dat het de doortrekking van den
weg op zijn volle breedte zeer wenschelijk acht, maar meent,
dat men ter beperking van de kosten met een plaatselijke
versmalling van den weg op dit oogenblik moet volstaan, om
later te trachten langs minnelijken weg de noodige perceelen
in handen te krijgen en dan in staat te zijn den weg te brengen
op de breedte, waarop men hem oorspronkelijk heeft gedacht.
De toestand, die nu geschapen wordt, is inderdaad niet mooi,
maar een dergelijken toestand heeft men op verschillende
plaatsen in de stad. Toen al het verkeer nog door de Zijlpoort
en de Morschpoort moest, kwamen daar ook geen ongelukken
voor. Het is dan ook niet noodig bij het begin en het einde
van de versmalling een verkeersagent te plaatsen: men past
zich geleidelijk bij den toestand aan. Hoe gaarne het College
ook zou willen, dat de doorgang meteen verbreed werd even
wijdig aan de rooilijn van het Levendaal, dat is op het oogen
blik niet mogelijk wegens de kosten; men moet even geduld
hebben, om die zaak na verloop van tijd in orde te brengen;
misschien kan het gedurende de demping reeds.
Onderhandelingen met de eigenaren van de daargelegen
panden heeft het College nog niet gevoerd, omdat het het beter
achtte eerst een aanvang te maken met de demping en daarna
te trachten die panden in handen te krijgen.
De heer Schüller vroeg, waarom het College destijds toe
stemming heeft gegeven om een van die perceelen te ver
beteren. Dat perceel is jaren geleden, toen de nieuwe eigenaar
het betrok, inwendig opgeknapt en later is ook de tuin ver
beterd, maar daaraan kon de gemeente volgens de verorde
ning niets doen. Trouwens, toen stond ook nog niet vast,
dat het Levendaal zon worden gedempt. Doch spreker ge
looft niet, dat dit op de werkelijke waarde veel invloed zal
hebben gehad.
Vele leden hebben zich uitgesproken voor demping van
het geheele Levendaal, ook van het gedeelte Barbarabrug
Steenschuur. Spreker zelf is voorstander van demping van
het geheele Levendaal, maar waar men in het College tot een
compromis is gekomen, hetgeen wenschelijk was om de dem
ping van het nu voorgestelde deel van het Levendaal te doen
slagen, heeft spreker zich toen bij het College aangesloten
om alvast het eerste deel gedempt te krijgen, terwijl men dan
later kon zien, hoe het met het tweede deel zou gaan. Spreker
kan zich begrijpen, dat openhouding van het stuk Barbarabrug-
Steenschuur eenigszins in het belang van het stadschoon is,
maar ook dat demping daarvan toch wel wenschelijk is in
verband met de vervuiling.
De meerdere kosten van demping van het deel Barbara
brugSteenschuur, buiten de vernieuwing van de Groenebrug,
zouden i 39.000.bedragen en met inbegrip van de ver
breeding van de Groenebrug65.000.Indien demping
van dat deel uit verkeersoogpunt gewenscht is, dan volgt
daaruit de wenschelijkheid om ook de Groenebrug te ver-
breeden, omdat die anders scheef zou komen te liggen tegen-