149
maken van het bepaalde bij artikel 3 van de verordening op
de subsidieering van de bijzondere bewaarscholen, betreffende
de getalsterkte van het personeel. De maatstaf toch voor de
bepaling van het getal leerkrachten (n.l. het gemiddeld aantal
leerlingen over het onmiddellijk voorafgaand kalenderjaar)
kan, ingeval van plotselinge sterke daling of stijging van het
aantal leerlingen, onjuist of onbillijk werken.
Ten slotte merken wij nog op, dat, waar in de practijk
de wenscbelijkheid is gebleken van uitbreiding van de dis
pensatie-bevoegdheid, opgenomen in het derde lid van artikel
6 van de verordening op het openbaar bewaar schoolonderwijs
(welke bepaling, krachtens artikel 4 der verordening op het
bijzonder bewaarschoolonderwijs, ook geldt ter aanzien van
bijzondere bewaarscholen) naar ons gevoelen uit dat lid be
hoort te vervallen: gedurende ten hoogste drie maanden,".
Met verwijzing naar het advies van de Commissie voor
het Onderwijs geven wij U mitsdien in overweging vast te
stellen de navolgende verordeningen:
I. V E R O R D E X I N G,
houdende wijziging van de verordening van 30 Januari 1933
(Gem.Blad No. 2), regelende de voorwaarden, waaronder
ten behoeve van bijzondere bewaarscholen subsidie
uit de gemeentekas wordt verleend, gewijzigd
bij verordening van 24 Juli 1933 (Gem.
Blad No. 27).
Artikel I.
Aan artikel 3 van bovengenoemde verordening wordt als
nieuw lid toegevoegd:
„5. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wet
houders afwijking van het bepaalde in het tweede en derde
„lid van dit artikel toestaan."
Artikel II.
Onder het opschrift „Overgangsbepalingen" wordt na
artikel 22 een nieuw artikel 22a ingevoegd, luidende:
Art. 22a.
„Zoolang de besturen van de krachtens deze verordening
„gesubsidieerde bijzondere bewaarscholen genoegen nemen
„met de uitkeering van een subsidie, hetwelk lager is dan
„dat, waarop zij volgens de bepalingen van deze verordeniug
„aanspraak kunnen maken, kunnen Burgemeester en Wet
houders toestaan, dat per leerling en per jaar meer dan
20.doch niet meer dan 26.schoolgeld wordt
„geheven."
II. VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 30 Januari 1933
(Gem. Blad No. 1), regelende het openbaar bewaarschool-
onderwijs in de gemeente Leiden, gewijzigd bij ver
ordening van 24 Juli 1933 (Gem. Blad No. 26).
Benig Artikel.
Uit het derde lid van artikel 6 van bovengenoemde ver
ordening wordt geschrapt: gedurende ten hoogste drie
maanden,".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 175. Leiden, 27 Juli 1934.
Onmiddellijk nadat de resultaten van de inschrijving voor
de September-toelating tot de o.l. scholen bekend waren
(d. w. op 4 Juli j.h), hebben wij het in de Leeskamer ter inzage
gelegd overzicht van de vermoedelijke klasse-sterkte op 1
September a.s. doen samenstellen. Gezien de bezetting van
de klassen en in het bijzonder die van de eerste klassen be
hoeft het o.i. geen betoog, dat maatregelen moeten worden
genomen om het gemiddeld getal leerlingen per klasse op
te voeren.
De beide opleidingsscholen voor Gymnasium en H. B. S.
(aan de Aalmarkt en Boommarkt) moeten naar ons gevoelen
intact worden gelaten. Het getal leerlingen van die scholen
is van 320 in 1931 gestegen tot 362 op 1 September a.s.
Bovendien zou opheffing van een van beide scholen geen
besparing geven, omdat samenvoeging van de overeenkom
stige klassen van beide scholen, gezien het getal leerlingen,
niet mogelijk is.
Van de opleidingsscholen voor U. L. O. komt o.i. voor
opheffing in aanmerking de school aan den Maresingel A,
welke thans reeds een eerste klasse mist. Bij een proef-in-
deeling bleek, dat de leerlingen van die school zonder veel
bezwaar over de overblijvende scholen kunnen worden ver
deeld en dat vorming van parallelklassen kan worden ver
meden. Wel zullen eenige kinderen uit het 4e en 5e leerjaar
van de Leerschool naar de scholen aan de Langebrug moeten
overgaan, om op de Leerschool plaats te maken voor leerlingen
van de Maresingelscholen.
Aangezien aanvankelijk alleen het hoofd van de school
aan den Maresingel A den wensch te kennen had gegeven op
wachtgeld te worden gesteld, lag het in ons voornemen U
voor te stellen de B-school niet op te heffen. Nu inmiddels
ook het hoofd van de B-school heeft verzocht op wachtgeld
te worden gesteld, zouden wij, om aan dat verzoek waar
tegen bij ons geen bedenking' bestaat te kunnen voldoen,
ook de B-school wensclien op te heffen en beide scholen willen
vervangen door één nieuwe school aan den Maresingel. Be
halve dan wat betreft het verleenen van ontslag aan het
hoofd der B-school, is de opheffing van deze school dus in
wezen van zuiver formeelen aard.
De nieuwe school aan den Maresingel zal 230 leerlingen,
de Leerschool en de school Langebrug B, welke thans
ietwat zwak bezet zijn, zullen dan respectievelijk 210
en i 200 leerlingen tellen.
Yerder moet naar onze meening worden opgeheven de
school aan de Paul Krugerstraat B, welke op 1 September a.s.
nog slechts 96 leerlingen zal hebben. Handhaving van de
beide scholen aan de Paul Krugerstraat is niet wel mogelijk.
Ten aanzien van deze scholen zou met het oog op de regeling
van het Rijkssubsidie kunnen worden gehandeld als in 1932
is geschied met betrekking tot de Schuttersveldscholen, n.l.
opheffing van beide scholen en vervanging door één nieuwe
school aan de Paul Krugerstraat. Evenals aan de Schutters
veldscholen kunnen de Paul Krugerstraatscholen alsdan
geleidelijk tot één school worden samengesmolten.
Verder strekkende maatregelen zouden wij, althans voor
het oogenblik, niet willen nemen. Weliswaar is ook de school
aan de Duivenbodestraat slecht bezet, doch in dat stads
kwartier is geen andere school van dat soort aanwezig. In
elk geval kan o.i. het resultaat van de eerstvolgende inschrij
ving van nieuwe leerlingen voor die school (welke met 1 Maart
nieuwe leerlingen toelaat) worden afgewacht.
Door deze veranderingen zal het salaris van twee boven
tallige leerkrachten minder voor rekening van de Gemeente
komen en zal verlies van subsidie voor 2 andere leerkrachten
worden voorkomen. Gezien de besparing, welke deze ver
anderingen ook voor het Rijk zullen opleveren, kan met
goede kans op succes voor de nieuwe school aan de Paul
Krugerstraat aan den Minister worden gevraagd het salaris
van één leerkracht extra aan de Gemeente te vergoeden.
Afgescheiden van overige besparing door de vermindering
van het getal scholen te verkrijgen, ramen wij de besparing
voor de gemeente op de salarissen op 9.000.a 10.000.
per jaar.
Op grond van het vorenstaande en met verwijzing naar
de bij de stukken gevoegde adviezen van de Plaatselijke
Schoolcommissie en van de Comfnissie voor het Onderwijs,
geven wij U mitsdien in overweging te besluiten, met ingang
van 1 September 1934:
a. de o.l. opleidingsscholen voor U.L.O. aan den Mare
singel A en B op te heffen en over te gaan tot stichting van
een nieuwe opleidingsschool voor U.L.O. aan den Maresingel;
b. de o.l. scholen aan de Paul Krugerstraat A en B op te
heffen en over te gaan tot stichting van een nieuwe o.l. school
aan de Paul Krugerstraat.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 176. Leiden, 27 Juli 1934.
Indien door Uwe Vergadering overeenkomstig ons prae-
advies van heden (Ingekomen Stuk No. 175) wordt besloten,
zal aan beide hoofden van de opleidingsscholen voor U.L.O.
aan den Maresingel eervol ontslag kunnen worden verleend
wegens opheffing van hunne betrekking.
Aangezien aan het hoofd der o. 1. school aan de Paul
Krugerstraat A, met ingang van 16 Augustus a.s., eervol
ontslag is verleend, kan het hoofd der o. 1. school aan de
Paul Krugerstraat B, de heer H. van der Jagt, in dienst
van de gemeente blijven. In overeenstemming met het ge
voelen van den Inspecteur van het L. O., wiens advies in
de Leeskamer ter inzage is gelegd, zouden wij den heer