112
VRIJDAG 26 JANUARI 1934.
Gemeentebegrooting.
(Goslinga e.a.)
zullen dan opnieuw kennis nemen van de mededeelingen
van de hoofden van de diensten, waarbij de rijwielen in gebruik
zijn. Spreker adviseert den Raad, niet op het voorstel van
den heer Kuipers in te gaap, omdat het geen effect kan sor
teer en.
De heer Kuipers meende, dat iemand, die in staat van
faillissement verkeert, geen leveranties meer mag verrichten
en is daarom zelf op onderzoek uitgegaan naar een beter
soort rijwielen. Spreker verneemt nu uit een interruptie van
den heer Goslinga, dat de leverantie eigenlijk geschiedt door
den curator en dan staat de zaak voor spreker anders.
De Wethouder noemde voor Den Haag een prijs van 28.
maar spreker heeft van Den Haag, waar hij informaties heeft
ingewonnen en waar men Fongers-rijwielen gebruikt, geen
opgave van den prijs van de rijwielen gekregen. Doch de
Haagsche regeling hieromtrent voldoet goed en er is pas weer
een nieuw contract vastgesteld. Het is bekend, dat het Fon-
gers-rijwiel een eerste klasse-fabrikaat is. Het is in het belang'
van de gemeente, maar ook in dat van de betrokkenen zelf,
om goede rijwielen te nemen en niet rijwielen van ƒ28.50;
een rijwiel van 28.50 is toch minder van kwaliteit dan een
van b.v. 40.
De Voorzitter doet opmerken, dat de gemeente ook niet
28.50 betaalt voor een rijwiel.
De heer Kuipers heeft van een rijwielhandelaar een prijs
opgave van 50.gekregenbij 80 tegelijk nog minder. De
rijwielen zijn sinds 2 jaar zeer in prijs gedaald. Spreker wil
dat de gemeente daarmede een proef neemt, omdat op dien
post bezuinigd kan worden. Het is in het belang van de ge
meente eerste qualiteit Hollandsche rijwielen te nemen.
Rijwielen van een dergelijken prijs zullen toch niet goed zijn.
Spreker heeft van Rijksveldwachters heel goede rijwielen
van 40.gezien, waarop jaren achtereen gereden is. De
rijwielhandelaar, dien spreker noemde, verzekerde hem dat
er het eerste jaar geen onderhoudskosten zullen zijn.
De Voorzitter zegt, dat het voorstel-Kuipers voor 1934 toch
geen effect kan sorteeren.
De heer Kuipers trekt na de mededeeling van den heer
Goslinga, dat de gemeente voor 1934 toch aan een contract
gebonden is, zijn voorstel in.
Aangezien het voorstel van den heer Kuipers (No. 24,
zie biz. Ill) is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van
beraadslaging meer uit.
De heer van Es vindt het een minder frisch idee en niet
geheel hygiënisch, dat een verkeersagent, die op post komt,
de witte handschoenen van zijn voorganger aantrekt. Kan
de Voorzitter als hoofd van de politie die zaak eens onder
oogen zien?
Verder hebben spreker van verschillende agenten klachten
bereikt over stijfheid in de kuiten tengevolge van het dragen
van beenkappen, hetgeen voorschrift is bij nachtelijke sur
veillance. Ook daarop vestigt spreker de aandacht van den
Voorzitter.
De Voorzitter wil gaarne de quaestie van de witte hand
schoenen onder oogen zien.
Bij volgnr. 268 wordt voorts zonder hoofdelijke stemming-
besloten
1°. den toeslag op het kleedinggeld van de inspecteurs en
het personeel der recherche voor 1934 te bepalen op 75
2°. de toelage, uit te keeren aan het politie-personeel, voor-
zoover dit in het genot is gesteld van kleedinggeld, als tege
moetkoming in de kosten van aanschaffing van schoeisel en
beenkappen, voor 1934 te bepalen op 20.
Volgnr. 268 wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De volgnrs. 269 tot en met 272 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 273, luidende: Subsidiën aan
vereenigingen ten behoeve van de opleiding van personeel van
politie 763.
waarbij tevens aan de orde komt het voorstel van den heer
Kuipers (No. 23), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor bij volgnummer 273 te ver-
hoogen met 100.ten einde de Algemeene Bond van
Gemeentebegrooting.
(Kuipers e.a.)
Politiepersoneel in Nederland in het bezit te stellen van een
subsidie, voor den cursus tot opleiding bij de politie."
De heer Kuipers zegt, dat het hier betreft den grootsten
bond van politiepersoneel, die 4.000 leden telt en speciaal
een secure opleiding voorstaat. De lessen worden niet gegeven
in een schoolgebouw, maar door middel van een schriftelijken
cursus. Aangezien andere bonden subsidie ontvangen omdat
zij scholen hebben n.l. in den Bosch en Hilversum, is het
billijk, dat ook aan dezen Bond subsidie wordt gegeven.
De Voorzitter moet dezelfde bezwaren maken als hij in
de voorafgaande jaren heeft geopperd. De cursus wordt niet
onvoldoende geacht, integendeel, men vindt hem wel wat
zwaar en meent, dat de Bond te lxooge eischen stelt. Er
is geen reden om den Bond, die geen school onderhoudt,
een subsidie te geven. Bij het personeel te Leiden zijn er
zeer weinigen, die zich door den cursus hebben laten op
leiden of zich er voor hebben aangemeld. Het beperkt zich
slechts tot één persoon.
Het voorstel van den heer Kuipers (No. 23) wordt ver
worpen met 22 tegen 12 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Wilmer, Donders, van der
Reijden, van Es, van Tol, Simonis, Coster, Huurman, Beeken
kamp, Vos, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Bergers,
Meijnen, Wilbrink, Manders, van Rosmalen, van Eecke,
Bosman en de Reede.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Schüller,
van Eek, Vallentgoed, mevrouw Braggaarde Does, de
heeren Kuipers, Kooistra, van Stralen, mevrouw de Clerde
Bruijn, de heeren Koole en van Weizen.
Volgnr. 273 wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Beraadslaging over volgnr. 274, luidende: „Belooning en
premiën aan brandmeesters en brandspuitlieden en hosten van
vergaderingen23.103.
De heer Groeneveld acht het antwoord van het College,
dat het praeadvies op zijn motie in zake het verleenen van
hulp door de brandweer, behalve bij brand, ook in andere ge
vallen van nood, uitgebracht zal worden bij het voorstel in
zake de reorganisatie van de brandweer, niet zeer bevredi
gend. Het ziet er niet naar uit, dat het praeadvies spoedig
zal komen. Bij geruchte heeft spreker vernomen, dat enkele
jaren geleden een commissie is benoemd, die over de reorga
nisatie van de brandweer zou rapporteeren. Tot nu toe is
niets daarvan bekend en Burgemeester en Wethouders hebben
ook geen enkele toezegging gedaan omtrent het tijdstip,
waarop de reorganisatie zal worden ter hand genomen.
Uit het thans verschenen verslag van de brandweer blijkt,
dat men zich in Leiden niet zeer veilig kan gevoelen, aange
zien er bij de brandweer nogal eenige gebreken bestaan. Het
is daarom gewenscht, dat spoedig tot de reorganisatie wordt
overgegaan. Kunnen Burgemeester en Wethouders nu een
toezegging doen omtrent het tijdstip, waarop dit zal gebeuren?
De heer Coster vraagt of de aanwezigheid van den hoofd
opzichter of van opzichters van Gemeentewerken bij brand
bepaald noodzakelijk is. Is daarover al eens de meening ge
vraagd van den Commissaris van Politie, die toch de leiding-
heeft bij brand? Zou met het oog op de bezuiniging in het
vervolg deze post niet geschrapt kunnen worden?
De Voorzitter zegt, dat dit in speciale gevallen onver
mijdelijk is.
De heer Coster zegt, dat ze toch zijn uitbetaald.
De heer Huurman zegt, dat wie aan den weg werkt veel be
kijks heeftvooral op hen, wier taak het is brand te blusschen,
is de critiek in den regel nogal sterk. De heer Groeneveld ge
voelt zich niet veilig bij den tegenwoordigen stand, maar
spreker gelooft, dat de brandweer behoorlijk haar taak ver
richt en dat de burgerij veilig is, bij de wijze waarop de brand
weer zich van haar taak kwijt. Spreker hoort hier nog al eens
critiek op de brandweer en hoort deze door het College zoo
weinig verdedigen. De menschen, bij de brandweer werkzaam,
verrichten naar sprekers meening hun taak behoorlijk en
verdienen daarvoor hulde.
De heer Splinter is het met den heer Huurman eens, dat