70 DONDERDAG 25
Geineentebegrooting Algcmeenc beschouwingen.
(Splinter e.a.)
dus voldaan, zelfs vóórdat het uitbreidingsplan hier aan de
orde is gesteld.
Het vierde was het voorstel-Sytsma tot demping van het
Levendaal. Dat behoorde ook bij het uitbreidingsplan. Hoe
eerder nu het Levendaal aan de orde komt, hoe eerder het
ook is afgedaan. Dat is iets, waaraan spreker verder niets
kan doenhij heeft er steeds naar gestreefd het plan tot dem
ping van het Levendaal zoover klaar te krijgen; het is bij
spreker klaar en wacht nu nog maar op de beslissing, inzake
de wijze van uitvoering in aanbesteding of in aanbesteding
met tewerkstelling van de werkloozen.
Spreker is van plan de samensmelting van Gemeentewerken
en Bouw- en Woningtoezicht te behandelen in de Commissie
van Fabricage en daar in groote lijnen zijn gedachten over die
zaak uiteen te zetten. Volgens den heer van Es zullen daarbij
vermoedelijk slachtoffers vallen; al zullen daarbij geen slacht
offers gemaakt worden, er zullen toch zoowel hoogere als
lagere ambtenaren op wachtgeld gesteld worden.
Het College heeft den administratieven ambtenaar bij
Gemeentewerken, op wien de heer Beekenkamp doelde, reeds
onder handen genomen inzake zijn fascistische neigingen,
maar op het oogenblik kan spreker, zoolang het Ambtenaren
reglement niet is vastgesteld, niet verder gaan.
De heer Kooistra heeft eigenlijk weer, op een enkele uit
zondering na, hetzelfde verteld als verleden jaar. Hij zeide
dat, hoewel door den Raad is besloten tot den bouw van 358
woningen, er thans pas 80 in uitvoering waren. Spreker moet
dit even rectificeeren, omdat de heer Kooistra dan bepaald
vergeet, dat inmiddels 55 gemeentewoningen aan de Os- en
Paardenlaan in uitvoering zijn gekomen. De heer Kooistra
zal van spreker niet verlangen een overzicht van het verloop
van de plannen voor de 358 woningen. Eensgezindheid en
de Eendracht zijn aan het bouwen. De plannen van Tuin-
stadwijk, Ons Belang en Werkmanswoningen zijn opgezonden
ter goedkeuring door den Minister; de Minister heeft de be
slissing over deze bouwplannen opgeschort in verband met
het door den Minister ingestelde onderzoek omtrent de par
ticuliere bouwnijverheid in deze gemeente, of die hier vol
doende werd bevorderd en of er nog behoefte zou zijn aan
deze woningen. Het gemeentebestuur heeft zich daartegen
verweerd en spreker hoopt dan ook, dat de Minister alsnog zijn
goedkeuring aan de plannen zal verleenen, zoodat ook die
bouwplannen nog zullen kunnen worden uitgevoerd. Dit
zullen dan wel naar sprekers meening de laatste woningen
zijn, die door woningbouwvereenigingen zullen worden ge
bouwd, omdat het standpunt der Regeering ten aanzien van
den vereenigingswoningbouw zoodanig is, dat er bij den Mi
nister op dit punt niet veel meer te bereiken is. Als dit zoo
gemakkelijk ging, had de Minister dadelijk zijn goedkeuring
gehecht aan de ingediende bouwplannen, zoodat men tot
aanbesteding kon overgaan.
Van de Goede Woning is zelfs nog geen bouwplan ingeko
men, hoewel die vereeniging, evenals de andere vereenigingen,
daartoe in de gelegenheid is gesteld.
De heer Kooistra weet wel, dat geen enkel lid van het
bestuur van de Goede Woning eenigen invloed op den gang
van zaken heeft.
De heer Splinter zegt, dat dat voor hem niet de minste
waarde heeft; als er gebrek is aan arbeiderswoningen, moet
ieder daaraan medewerken, zoodra hij daartoe de gelegenheid
heeft.
Spreker moet den heer Kooistra toegeven, dat aan woningen
met een lage huurwaarde wel eenige behoefte bestaat. Hij
heeft den Directeur van Bouw- en Woningtoezicht eens
laten nagaan, hoe het staat met den woningvoorraad, en
deze is tot de conclusie gekomen, dat het overschot van
dit jaar volgens de thans bekende cijfers reeds, bedraagt
985 woningen. Dat er een overschot is, blijkt wel uit het feit,
dat in de binnenstad veel huizen te huur staan.
Door den heer Kooistra is voorgesteld een Commissie te
benoemen, die tot taak zal hebben te onderzoeken in hoever
het mogelijk is de huren van arbeiderswoningen te verlagen
(No. 13), terwijl de heer van Weizen, zonder eenige moti
veering, voorstelt Burgemeester en Wethouders uit te
noodigen maatregelen te treffen, welke tot verlaging van de
huren van arbeiderswoningen kunnen leiden (No. 31). De
heer Kooistra wil de te benoemen commissie laten be
staan uit 2 Raadsleden, 2 leden van den Yerhuurdersbond,
2 leden van woningbouwvereenigingen, een bouwer, ter
wijl hij een ambtenaar van Bouw- en Woningtoezicht als
Secretaris daaraan wil toevoegen. De heer Eikerbout vroeg
terecht aan den heer Kooistra, welk practisch resultaat
hij dacht te bereiken, en in dienzelfden geest sprak de
JANUARI 1934.
Gemeentebegrooting Algemeene beschouwingen.
(Splinter.)
heer Wilmer, die er tevens op wees, dat de huren worden
bepaald door vraag en aanbod, dat, als er meer aanbod is,
de huren van zelf zakken. Spreker is het met die beide heeren
eens. Zulk een commissie zal een soort enquête instellen,
hoe hoog de huren zijn en of zij te hoog zijn. Gesteld al, dat
blijkt dat de heer Kooistra gelijk heeft, dat de huren inderdaad
te hoog zijn, wat zal dan tenslotte het resultaat zijn? Dit,
dat de toestand onveranderd blijft, dat er niets gebeurt.
Spreker ziet geen enkele reden om een commissie te benoemen,
die een dergelijk omvangrijk werk zal doen, terwijl tevoren
vaststaat, dat het resultaat nihil is. Het rapport van een
dergelijke commissie zou worden opgeborgen en daarmede
was het uit.
Spreker ontraadt dan ook de aanneming van het voorstel
van den heer Kooistra.
De heer van Weizen voegt spreker toe, dat de arbeiders
dan maar in huurstaking moeten gaan. Spreker betwijfelt,
of dat tot eenig bevredigend resultaat zou leiden.
Het eenige juiste middel is aangegeven door den heer
Wilmer, n.l. dat er meer gebouwd wordt, waardoor het aan
bod grooter wordt en de huren zakken.
Uit het laatste wekelijksch overzicht van bij Bouw- en
Woningtoezicht ingekomen aanvragen voor bouwvergunnin
gen, dat spreker ontving het loopt over de week van
13 t/m 19 Januari 1934 blijkt, dat op het gebied van den
arbeiderswoningbouw op dit oogenblik veel wordt gedaan.
Ingekomen zijn de volgende aanvragen voor het bouwen van
29 woonhuizen aan de Meloenstraat; 30 woonhuizen aan
de straat achter de Brederostraat95 woonhuizen op het
terrein ten oosten van den Lammerschansweg.
De heer Kooistra vraagt aan spreker, van welke huurwaarde
die huizen zullen zijn. Spreker kan dat niet beoordeelen,
maar onderstelt van een lage huurwaarde.
De heer Kooistra voegt spreker toe, daarvan niets te ge-
loovenhet zijn woningen van een huurwaarde van 500.
Spreker ontkent dat, want hij heeft gelezen, dat men aan
den Lammenschansweg woningen kan huren voor 5.per
week.
Verder zijn aanvragen ingekomen voor den bouw van:
14 woonhuizen aan de Driftstraat en de Ti mor,straat22
woonhuizen, 12 beneden- en 12 bovenwoningen aan de
Atjeh-, Madoera-, Timor- en Sumatrastraat.
De heer Kooistra voegt spreker toe, dat dat ook woningen
met een weekliuur van ƒ7.zijn.
Spreker vervolgt:
1 winkelwoonhuis met bovenwoning, 3 beneden- en 3
bovenwoningen, 1 winkelwoonhuis en 29 woonhuizen aan de
Const. Huygensweg, de Tesselschadestraat en een ge
projecteerde straat.
Er liggen dus op dit oogenblik aanvragen voor den bouw
van totaal 252 woningen van particuliere zijde.
Mevrouw de Cler voegt spreker toe, dat 7.per week
toch een te hooge huur is. Spreker antwoordt, dat mevrouw
de Cler dan aan een verkeerd adres is geweest.Vanmorgen
hoorde spreker in de vergadering van Burgemeester en
Wethouders, dat menschen, die van buiten komen, ge
makkelijk een woning van 2.50 tot 3.50 per week kunnen
vinden. Zoo zijn de feiten, welke spreker zijn medegedeeld
door personen, die het weten kunnen.
De heer Kooistra vraagt aan spreker, of hij dat in ernst
meent. Spreker antwoordt in bevestigenden zin.
De heer Kooistra zou willen, dat de gemeente zelve ging
bouwen. Spreker gelooft niet, dat men daardoor goedkooper
woningen zou krijgen, juist met het oog op de hooge eischen,
welke de sociaal-democraten en anderen aan woningen,
welke gebouwd worden, stellen. Toen de bouw van woningen
aan de Os- en Paardenlaan werd behandeld, stemde de heer
Kooistra tegen, omdat hij die woningen te klein vond. Gaat
de gemeente zelve bouwen, dan moeten de woningen aan
zoodanige eischen voldoen, dat zij voor niet minder dan
5.of 6.per week kunnen worden verhuurd, hetzelfde
als wat particuliere bouwers vragen.
De heer van Stralen voegt spreker toe, dat de winst er
af is. Spreker vraagt of de bouwers geen winst maken, als
de bouw wordt aanbesteed. Een bouwer kan de woningen
goedkooper verhuren dan de gemeente. Naaldwijk en Zwolle,
door den heer Kooistra als voorbeelden genoemd, zijn met
Leiden niet te vergelijken; spreker kent de woningbehoefte
in die gemeenten niet. Elke gemeente moet op zich zelf
beoordeeld worden; dergelijke vergelijkingen van Leiden
met andere gemeenten gaan niet op, omdat de verhoudin
gen en omstandigheden in de verschillende gemeenten vaak
sterk uiteen] oopen.
Spreker moet tegenspreken de bewering van den heer
Kooistra, dat er hier nog niets aan huurverlaging gedaan is.
Bij de woningbouwvereenigingen zijn de huren tweemaal