MAANDAG 18 DECEMBER 1933. 479 Balans en verlies- en winstrekening Bank van Leeninge.a. (Voorzitter.) XIV. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1932, van de Gemeentelijke Bank van Leening. (Zie Ing. St. No. 252.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten deze balans en verlies- en winstrekening voorloopig vast te stellen volgens het overgelegde ontwerp-besluit. XV. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1932, van den Keuringsdienst van Waren voor het district Leiden. (Zie Ing. St. No. 252.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten deze balans en verlies- en winstrekening voorloopig vast te stellen volgens het overgelegde out werp-besluit. AVI. Rekening, dienst 1932, van het Gemeentelijk Wasch- hureau. (Zie Ing. St. No. 252.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten deze rekening voorloopig vast te stellen volgens het overgelegde ontwerp-besluit. XVII. Bekening, dienst 1932, van het Leidseh Muziekcorps. (Zie Ing. St. No. 253.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten deze rekening goed te keuren. De heeren van Eecke en Coster worden geacht zich van medestemmen te hebben onthouden. XVIII. Begrooting, dienst 1934, van hot Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. No. 253.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten deze begrooting goed te keuren. XIX. Rekening van de ontvangsten en uitgaven der ge meente over het jaar 1932. (Zie Ing. St. No. 254.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten deze rekening voorloopig vast te stellen volgens het overgelegde ontwerp-besluit. Bij deze stemming, alsmede bij die met betrekking tot de agendapunten 4, 5, 6, 8, 10, 12, 14, 15 en 16 worden de Wethouders geacht zich van medestemmen te hebben ont houden. XX. Voorstel tot overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente van strookjes grond aan de Langehrug, de Haar lemmerstraat hoek Sionsteeg, den Maresingel hoek Marnix- straat en aan den Morschweg. (Zie Ing. St. No. 255.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. XXI. Voorstel tot verkoop van een gedeelte bouwterrein aan den van Slingelandtweg, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie P. Xo. 101 (geil.) aan Prof. Mr. II. A. Idema. (Zie Ing. St. No. 256.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig' het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. XXII. Voorstel in zake het bepalen van a. de door de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon en de Gemeentelijke Hulpbank (Gemeentelijke Bank van Leening en Geldschietbank) te betalen ver goeding voor de bij haar in gebruik zijnde gemeentelijke gebouwen b. de door den Armenraad te betalen huur voor de boven verdieping van het perceel Xieuwsteeg (i. (Zie Ing. St. No. 257.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming- overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. (De heer Bosman komt ter vergadering.) Reorganisatie Maatschappelijk Hulpbetoon (van Eek.) XXIII. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 25 Juli 1933 in zake de reorganisatie van den dienst van Maat schappelijk Hulpbetoon. (Zie Ing. St. No. 258.) De heer van Eek heeft zich toen hij den vorigen keer zijn oordeel uitsprak over de niet-uitvoering door den heer Romijn van de door den Raad aangenomen motie wel wat heel voorzichtig uitgedrukthij heeft toen gezegd, dat de schijn was, dat de Wethouder weigerde mede te werken tot loyale uitvoering van dat Raadsbesluit. Bij nadere overweging en bestudeering van de stukken is spreker tot de conclusie gekomen, dat het toch niet alleen schijn was. Spreker aan vaardt natuurlijk volkomen de verontschuldiging van het gebrek aan tijd, waarop de Wethouder zich beroept, maar anderzijds moet hij opmerken, dat de Wethouder zelfs geen poging heeft gedaan om het Raadsbesluit op tijd uit te voeren. Dan krijgt de zaak een ernstiger aanzien dan spreker in de vorige zitting liet uitkomen, want dan beteekent dit, dat de Wethouder ondanks verzachtende omstandigheden niet alle mogelijke moeite heeft gedaan om te voldoen aan den wensch van den Raad; de zaak komt dan toch in een eenigszins vreemd daglicht te staan, terwijl de Wethouder op 25 Juli heeft verklaard, dat hij Maatschappelijk Hulp betoon beschouwde als zijn allerbelangrijksten tak van dienst, waaraan hij in de eerste plaats al zijn krachten wijdde. Voor sprekers fractie bestaat er geen aanleiding' om ten aan zien van dezen Wethouder een tegemoetkomende houding aan te nemen. Natuurlijk zal elke Wethouder van burgerlijke beginselen Maatschappelijk Hulpbetoon op andere wijze leiden dan de sociaal-democraten noodig achten, maar er zijn nog schakeeringen. En deze Wethouder staat in zijn opvattingen nog veel scherper en vijandiger tegenover de sociaal-democraten dan b.v. zijn voorganger. Ook heeft deze Wethouder verklaard, dat hij zich in het bijzonder bemoeit met de uitkeeringen, maar dat de inwendige dienst hem minder ter harte gaat. Op zich zelf is dit op prijs te stellen, maar dan komt nog scherper uit hoezeer spreker en de zijnen ten aanzien van het beleid daarbij een andere houding aannemen; de sociaal-democraten meenen, dat de uitkeeringen van Maatschappelijk Hulpbetoon in het alge meen totaal onvoldoende zijn en getuigen van een buiten gewone hardheid van opvatting. In de Vooruit van Vrijdag j.l. heeft een staaltje gestaan van de wijze, waarop hier in sommige gevallen de menschen aan den honger worden prijs gegeven; indien dit systeem is, is het zeker afkeurenswaardig en indien het geen systeem is, kan men toch aannemen, dat niet voldoende waarborgen zijn geschapen, dat de honger uit de Leidsche gezinnen wordt geweerd. De Vooruit meldt n.l. het volgende: In de Mirakelsteeg woont een gezin, bestaande uit 12 personen; één kind ver dient 5.dat gezin krijgt van Maatschappelijk Hulp betoon 2.50 en moet dus van 7.50 in de week leven. Nu wordt door dit gezin handel gedreven en dan kan men moeilijk nagaan wat die personen er bij verdienen, maar Maat schappelijk Hulpbetoon moet, als het er niet zeker van is, dat door den handel meerdere inkomsten worden verkregen, ingrijpen. Uit een en ander vloeit voort, dat spreker en de zijnen niet bereid zijn een tegemoetkomende houding tegenover dezen Wethouder aan te nemen. Zij kunnen echter niet het onmogelijke vergen en niet doorzetten het door den Raad aangenomen voorstel, dat gezorgd moet worden, dat er binnen 6 maanden een Directeur van Maatschappelijk Hulp betoon is. Deden zij dat wel, dan zou de Wethouder volkomen gelijk hebben met te zeggen: dat kan ik niet doen, dan moet gij maar een ander nemen! Uitvoering van dat Raads besluit zou beteekenen het luk-raak benoemen van een Direc teur van Maatschappelijk Hulpbetoon, zoodat daaraan niet kan worden gedacht. Spreker en de zijnen zijn dan ook geneigd mede te werken tot verlenging van dien termijn van 6 maanden de benoeming van een zoo belangrijken functionaris als den Directeur van Maatschappelijk Hulp betoon mag huns inziens niet zonder de noodige voorbereiding en waarborgen plaats hebben maar anderzijds zijn zij van oordeel, dat, als de Raad den Wethouder wil tegemoet komen, deze tegenover den Raad iets heeft goed te maken. De Wethouder zal erkennen, dat het een fout is, als een Wethouder niet kan voldoen aan een door den Raad genomen besluit. De Raad had mogen eischen, dat alle mogelijke spoed was betracht ten einde binnen den kortst mogelijken tijd de benoeming te doen plaats hebben en dan acht spreker dien termijn van 12 maanden lang. Spreker zou dus willen voorstellen in plaats van 12, 9 maanden te lezen; dan heeft men nog 4 maanden tijd voor die benoeming. De voor bereiding kan al in orde zijnspreker heeft vernomen, dat bij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 3