508 MAANDAG 18 DECEMBER 1933. Itaadhuisbouw. (Groeneveld e.a.) bij juiste voorlichting, dan kan men dat betreuren en des noods zijn verontschuldiging maken tegenover de architecten, maar uiteindelijk heeft de Raad het belang van de gemeente Leiden te dienen, het beste van de 5 plannen uit te zoeken en te doen uitvoeren; mochten daardoor persoonlijke be langen van den een of anderen architect worden geschaad, dan is dat natuurlijk jammer, maar daarmede zal de Raad toch geen rekening kunnen houden, wanneer hij daardoor het belang van de gemeente zou schaden, wat veel erger is. Uit de redevoering A'an den heer Donders blijkt, dat deze niet voor het voorstel-Beekenkamp stemmen kan; volgens den heer Donders heeft de heer Blaauw zoo in strijd met de opdracht gehandeld, dat zijn plan in het geheel niet voor be oordeeling in aanmerking komt en dan kan men moeilijk den heer Blaauw opdragen een beter plan in te dienen. De heer Wilmer: Terugdringen naar de opdracht! De heer Goslinga: Met behoud van den ouden opzet. Dus Blaauw moet dat pleintje behouden; dat is de bedoeling. De heer Donders zou, als dat er niet in stond, niet voor het voorstel-Beekenkamp stemmen. De heer Groencveld zegt, dat het voorstel-Beekenkamp geen andere strekking heeft dan: tijd gewonnen is veel ge wonnen. De voorstanders van het plan-Kropholler zullen zich aan dit voorstel vastklampen om aldus de lieer Krop holler nog een kans te geven. Het is volgens spreker echter een zich vastklampen aan een stroohalm; het wordt tijd dat de knoop wordt doorgehakt. 5 jaar geleden is het stadhuis verbrandLeiden heeft zich min of meer belachelijk gemaakt door den langen tijd, dien het heeft geduurd vóórdat eindelijk het College met positieve plannen in den Raad kwam; nu zijn die er eindelijkaanneming van het voorstel-Beekenkamp beteekent weer een uitstel tot Sint-Juttemisdan ziet spreker nog geen einde aan het plannen maken voor den bouw van een stadhuis; met aanneming van dit voorstel komt men niet uit de misère. Precies, dan komt men er juist in, zooals de heer Goslinga zegtdan komen er 3 plannen, die alle weer hun vóór- en tegenstanders hebben en dan begint men van voren af aan; dan komt er misschien een voorstel om één of meer van die architecten op te dragen weer een nieuw plan in te dienen. Dan moet er weer een advies-commissie komen. Zoo komt men er nooit uit. Spreker hoopt, dat de Raad zal meegaan met het voorstel A'an Burgemeester en Wethouders, zooals het daar ligt; dan Raadhuisbouvv (Groeneveld e.a.) zal waarschijnlijk Leiden binnen afzienbaren tijd een behoorlijk Stadhuis krijgen. De heer Wilmer wijst den heer Groeneveld er op, dat het moreel niet verantwoord is om uit den schijn, dien een zaak heeft een gevolgtrekking te maken en een insinuatie uit te spreken. De heer Groeneveld zou de insinuatie, dat de Katho lieken den schijn tegen zich hebben, omdat er onder hen zijn, die van den aanvang af reeds gepropageerd hebben voor den architect Kropholler, niet uitgesproken hebben, als hij had overdacht de werkelijkheid, die deze is, dat er veel meer niet-katholieken van den aanvang af hebben geij verd voor en hebben gepropageerd Kropholler, dan katholieken. In den loop van deze debatten zijn spreker twee dingen opgevallen. In de eerste plaats, dat totnogtoe door niemand met eenige geestdrift of zelfs bewondering over het plan- Blaauw is gesproken, noch door den heer Schüller noch door den heer Groeneveld. Vooral ook de redevoeringen van de heeren Bosman, Vos en van Eecke hebben spreker mat geleken. Over hun standpunt heeft spreker zich ten zeerste verwonderd; zij zeggen: wij hebben ingesteld een Commissie van Advdes, die een advies heeft gegeven; welnu, laten wij dat aanvaarden. Dat standpunt is beneden de waardigheid van iemand, die zelfstandig een oordeel heeft te vormen. Wanneer spreker een advies vraagt, hoopt, ver trouwt en verwacht hij, dat het hem een leidraad zal zijn voor het nemen vran een beslissing in een bepaalde richting, maar met persoonlijke overtuiging en inzicht in de zaak. En wanneer dat advies hem die overtuiging en dat inzicht niet heeft gegeven, dan rest hem niet anders dan óf elders een advies te ATagen öf zelfstandig een beslissing te nemen. Bij lien, die totnutoe het woord hebben gevoerd ovrer het plan-BlaauAV, heeft spreker niets kunnen constateeren van de overtuiging, dat dit plan het beste is; door dat advies hadden zij daartoe moeten komen. Ten sterkste heeft het spreker gefrappeerd, dat niemand van de voorstanders Aran het plan-Blaauw heeft gesproken over de juridische en moreele zijde van het vraagstuk, door den heer Donders in een uitstekend betoog behandeld. Vooral heeft spreker verwonderd de oppervlakkigheid, Avaar- mede de heer Groeneveld deze zaak heeft besproken; dat beschouwt spreker niet als een diep ingaan op deze kwestie. De Voorzitter zal in de vergadering van morgenavond aan de orde stellen de punten 26 en volgende der agenda, om dan in de vergadering van Woensdagmiddag de debatten over het Raadhuis vraagstuk voort te zetten. Spreker schorst vervolgens de vergadering tot Dinsdag 19 December 1933, des avonds te 8 uur. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 32