169 bezwaar ontmoeten, geven wij Uwe Vergadering in over weging ten behoeve van de Lichtfabrieken tegen den prijs van ƒ288.in totaal aan te koopen de op de overgelegde kaart in roode en groene kleur aangegeven strook grond, kadastraal bekend gemeente Leiden Sectie M n°. 4519 ged., groot 55 M2., met bepaling, dat ten laste van de groen gekleurde strook en ten nutte van de op die kaart aangeduide perceelen F, G, H, J, K, L, M, O, P, E, S, T en U de erfdienstbaarheid van overpad met kruiwagen of ander vervoermiddel van dergelijke grootte wordt gevestigd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 237. Leiden, 24 November 1933. De heer E. M. Laman heeft aan de gemeente te koop aan geboden eenige perceelen bouwgrond ten zuiden van den Hoogen Eijndijk en ten oosten van de Eoomburgerwetering, groot 2.26.87 H.A. Na gevoerde onderhandelingen heeft de heer Laman zich bereid verklaard den grond af te staan voor 1.per M2., en om bij totstandkoming van den ver koop, de perceelen van de gemeente te huren voor den tijd van drie jaren voor 180.per H.A. en per jaar. Het bezit van deze gunstig gelegen, voor bebouwing met arbeiders- en kleine middenstandswoningen bestemde ter reinen is voor de gemeente van belang. De terreinen zijn direct toegankelijk vanaf de Meerburgerstraat, zoodat het mogelijk is de gronden desgewenscht op korten termijn in exploitatie te brengen. De gevraagde prijs is, mede met het oog op de exploitatiemogelijkheden, aannemelijk te achten, terwijl met de verhuring op den aangegeven voet eveneens aceoord kan worden gegaan. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over weging: a. in het belang van de volkshuisvesting tegen den prijs van 1.per M2. aan te koopen de op de overgelegde kaart in roode kleur zonder arceering aangegeven perceelen tuingrond, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie O nis 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106 en 107 ged., tezamen groot 2.26.87 H.A., onder bepaling, dat in den verkoop niet zijn begrepen de op de perceelen staande kas en schuren; b. de sub a bedoelde perceelen voor den koopprijs, ver meerderd met de op den aankoop vallende kosten, in te brengen in het Grondbedrijf; c. door vaststelling van de overgelegde staten tot wijziging van de algemeene gemeente-begrooting en die van het grondbedrijf, beide dienst 1933, een crediet van 23.000. ten behoeve van den sub a bedoelden aankoop te onzer beschikking te stellen; d. bij totstandkoming van den aankoop van de onder havige perceelen, deze te verhuren aan den verkooper E. M. Laman voor den tijd van drie jaren, ingaande op een door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum, tegen den prijs van 180.per H.A. en per jaar en verder onder de bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden, waaronder de bepaling, dat de gemeente bevoegd is de huur te allen tijde tusschentijds met een termijn van negen maanden op te zeggen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 238. Leiden, 24 November 1933. Voor belegging van overtollige kasgelden wordt jaarlijks een besluit van Uwe Vergadering vereischt. Onder verwijzing naar het laatstelijk door U genomen besluit d.d. 19 December 1932 (Ingek. Stukken No. 264) geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te be palen, dat gedurende het jaar 1934 overtollige kasgelden kunnen worden uitgeleend aan: a. publiekrechtelijke lichamen en de Bank voor Neder- landsche Gemeenten N.V.; b. andere door ons College aan te wijzen instellingen; een en ander voor den tijd en onder de voorwaarden, in elk voorkomend geval, met inachtneming van den geldigheids duur van dit besluit, door ons College te bepalen, met dien verstande, dat het uitleenen van gelden aan de onder b. ge noemde instellingen slechts geschiedt tegen verstrekking van zakelijk onderpand ten genoegen van ons College en met bepaling 1°. dat de overwaarde van het onderpand ten minste 20 moet bedragen, en onverwijld aanvulling van het onderpand ten genoegen van ons College moet plaats vinden, zoodra de overwaarde beneden het percentage van 20 daalt, en 2°. dat, indien het zakelijk onderpand bestaat in effecten, dit slechts zullen kunnen zijn effecten, welke in de beurs- noteering zijn opgenomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 239. Leiden, 24 November 1933. Hierbij bieden wij U aan de begrooting van den Keurings dienst van Waren voor het district Leiden, voor het jaar 1934, met de daarbij behoorende memorie van toelichting. Onder mededeeling dat de Commissie voor den Gemeen telijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst en den Keuringsdienst van Waren tegen deze begrooting geen bezwaar heeft, geven wij Uwe Vergadering in overweging tot hare vaststelling over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 240. Leiden, 24 November 1933. Bij de behandeling, in Uw Vergadering van 28 Augustus 1933, van ons voorstel inzake het geven van namen aan verschillende straten en straatgedeelten (Ingek. Stukken No. 166) werden van verschillende zijden bezwaren geuit tegen den naam Kastanjekade voor de straat in het ver lengde van de bestaande Kastanjekade, tusschen de Heeren straat en de Leuvenstraat (zie genoemd Ingekomen Stuk, onder r). Uw medelid, de heer Kooistra, diende daarbij het voorstel in, om bedoelde straat te noemen Schelpenkade. In verband met een en ander namen wij ons voorstel met betrekking tot de onderhavige straat terug, ten einde den daaraan te geven naam nog eens onder het oog te zien. Bij nadere overweging komt het ons voor, dat de naam Schelpenkade voor deze straat geen aanbeveling verdient. Zoowel door haar ligging ten opzichte van de Schelpen kade, als doordat zij daarvan door de sloot langs de Leu venstraat is gescheiden, kan de onderhavige straat o.i. niet als de logische voortzetting van de Schelpenkade worden beschouwd. Waar nu anderzijds blijkbaar bezwaar wordt gevoeld tegen den naam Kastanjekade, doordat de straat van de bestaande Kastanjekade door de Heerenstraat wordt gescheiden, zouden wij haar een nieuwen naam willen zien gegeven, en wel, evenals die van de meeste andere straten in de wijk ten Westen van de Heerenstraat, ontleend aan het beleg van Leiden. Met het oog hierop ware de onder havige straat te noemen naar Andries Schot, aanvoerder van een schuttersvendel tijdens het beleg, later schepen en lid van de vroedschap. Met verwijzing overigens naar de in de Leeskamer neer gelegde stukken geven wij Uw Vergadering mitsdien, in overeenstemming met de Commissie van Fabricage, in overweging a. het voorstel van den heer Kooistra niet aan te nemen b. aan de straat in het verlengde van de Kastanjekade, tusschen de Heerenstraat en de Leuvenstraat, den naam Andries Schotkade te geven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Eaad der Gemeente Leiden. Ondergeteekende stelt voor De straat in het verlengde van de Kastanjekade tusschen de Heerenstraat en de Leuvenstraat (zie teekening G) te noemen Schelpenkade. Kooistra. Leiden, 28 Augs. 1933. N°. 241. Leiden, 24 November 1933. In aanmerking nemende, dat er in onze gemeente twee straten zijn, welke den naam Hendrikstraat dragen, n.l. een zijstraat van de Langegracht, nabij de Houtmarkt, en een zijstraat van de Lopsenstraat, nabij den Morschweg, achten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 7