MAANDAG 6 NOVEMBER 1933.
419
Uitbreidingsplan.
(Seiiiiller e.a.)
mocht aannemen, dat die toezegging zou worden nagekomen.
Hij kan hierover gemakkelijk spreken, omdat hij zoo'n kaart
niet voor zich zelf vraagt, aangezien hij als lid der Oommissie
van Fabricage een exemplaar bezit.
Spreker wil aannemen, dat de termijn voor het tot stand
brengen van het uitbreidingsplan voor Burgemeester en
Wethouders kort is geweest, na den termijn van sluiting van
de ter visie ligging, maar hij wil niet aannemen, dat Burge
meester en Wethouders niet in de gelegeheid zouden zijn
geweest, de praeadviezen op de voorstellen, die in hun
handen zijn gesteld, gereed te maken. Spreker is er niet
zeker van, dat onder in de doos van den gemeente-secretaris
geen voorstellen meer liggen, die aangenomen zijn voor
praeadvies bij het uitbreidingsplan. Aangezien spreker geen
ingebonden exemplaren van de Handelingen der laatste drie
jaren bezit, is het hem niet mogelijk geweest, het te con
troleeren.
Op grond van het een en ander stelt spreker voor,
ondanks het feit, dat de wet het noodzakelijk maakt, heden
een beslissing te nemen, wil er van het uitbreidingsplan iets
komen het plan vandaag niet te behandelen, maar de
behandeling uit te stellen tot een nader te bepalen tijdstip,
waarop Burgemeester en Wethouders over de door spreker
genoemde voorstellen praeadvies hebben uitgebracht.
De heer Mandei-s ondersteunt gaarne het voorstel van den
heer Schüller en meent ook, dat er enkele zaken zijn, waar
over nadere inlichtingen zouden verstrekt kunnen worden en
die tegelijk met het ontwerp-uitbreidingsplan zouden be
handeld kunnen worden. Spreker heeft op de kaarten ge
constateerd, dat zij op enkele punten van elkaar afwijken.
De kaarten zouden dan ook oor dien tijd in orde kunnen
komen. Spreker heeft vóór deze vergadering die afwijkingen
niet opgemerkt. Achter de Mariënpoelstraat
De Voorzitter verzoekt den lieer Manders, niet in bij
zonderheden te willen treden. De heer Manders moet niet
kijken naar de kaart, die onder de andere is geplaatst en
hier alleen is neergezet voor het gemak van den Wet
houder.
De lieer Manders vindt dat zeer eigenaardig.
De Voorzitter meent, dat het niets eigenaardig is.
De heer Splinter adviseert den Raad, niet in te gaan op
het voorstel van orde van den heer Schüller. De Raad is
gebonden aan den wettel ij ken termijn, waarbinnen het
uitbreidingsplan moet zijn vastgesteld, welke termijn 8 No
vember a.s. eindigt. Indien de Raad zou besluiten, de be
handeling van het plan uit te stellen, zou dit tot gevolg-
hebben, dat het ontwerp-uitbreidingsplan van de baan is
en dat opnieuw alle instanties zouden moeten worden door-
loopen.
Het uitbrengen van prae-advies over de verschillende dooi
den heer Schüller genoemde voorstellen, staat eigenlijk los
van het uitbreidingsplan, daar de binnenstad niet in dat
plan is begrepen, doch alleen de nieuwe en de onbebouwde
gedeelten van de gemeente.
Spreker neemt als zeker aan, dat de vijf voorstellen, Avaarop
de heer Schüller doelt en die spreker thans voor zich heeft
liggen, door den Raad om prae-advies in handen van Burge
meester en Wethouders zijn gesteld, maar in de besloten
vergadering, die indertijd heeft plaats gehad en waarin de
vraagstukken, Avaarop die voorstellen betrekking hebben,
ter sprake zijn gebracht, is gezegd: laten wij de binnenstad
met het oog op de enorme kosten en alles wat; er verder aan
A'astzit, er voorloopig buiten houden en nu alleen het uit
breidingsplan op zichzelf behandelen.
De heer Schüller Arraagt, Avie het besloten hebben. Burge
meester en Wethouders!
De heer Splinter erkent dit, maar het doet niets af aan het
feit, dat met liet oog op de consequenties is besloten, het
uitbreidingsplan los van de binnenstad te behandelen.
Ook in het Ingekomen Stuk staat duidelijk, dat het uit
breidingsplan alleen geldt voor die deelen der gemeente,
welke niet tot de bebouwde kom belmoren.
Burgemeester en Wethouders hebben inderdaad toegezegd,
indien het mogelijk Avas den Raadsleden een kaart van het
uitbreidingsplan thuis te sturen, opdat zij des te gemakkelijker
het een en ander zouden kunnen overzien. De tijd, dien
Gemeentewerken heeft gehad om het plan officieel uit te
Averken, nadat het de verschillende instanties doorloopen en
Uitbreidingsplan.
(Splinter e.a.)
ter visie gelegen had, is te kort geweest voor het doen A-er-
vaardigen van afzonderlijke kaartjes voor de Raadsleden.
Indertijd is aan elk der leden van de Commissie voor Fabricage
een kaart verstrekt van het ontwerp-uitbreidingsplan, dat
toen nog niet zijn definitieven vorm had gekregen. Herhaalde
lijk zijn in dat ontwerp nog wijzigingen aangebracht en
spreker zou het op prijs gesteld hebben, indien hij den Raads
leden een kaart Aan het goede uitbreidingsplan had kunnen
sturen. Dat zou echter een uitgave van ongeveer 2500.
gevorderd hebben, terwijl een uitvoering in kleurendruk nog
duurder bleek te zijn.
Afgezien van het financieele bezwaar, moet spreker met
het oog op den wettelijken termijn, die in acht genomen
moet Avorden, avü men niet genoodzaakt zijn van voren af
aan te beginnen, de aanneming van het voorstel van orde
ATan den heer Schüller ten zeerste ontraden.
De heer Schiiller heeft reeds in eersten termijn gezegd,
dat hij Burgemeester en Wethouders ten aanzien van het
uitbreidingsplan niet direct een verwijt wil maken.
Het Avas den Raad niet bekend, dat Burgemeester en
Wethouders indertijd na een besloten vergadering ATan den
Raad het besluit hebben genomen, de binnenstad uit het
uitbreidingsplan te laten. Burgemeester en Wethouders
hadden nu bij het aan de orde stellen Aran het uitbreidings
plan aan den Raad mededeeling van dat besluit kunnen
doen. Ook hadden zij nu hun prae-adviezen over de inge
diende voorstellen kunnen geven. De Raad Avist niet beter
dan dat ze tegelijk met het uitbreidingsplan behandeld
zouden worden, daar hij daartoe besloten had. Aangenomen
dat de beslissing op het uitbreidingsplan niet meer uitgesteld
kan worden, dan stelt spreker toch in elk geval vast, dat het
College de raadsbesluiten, ten aanzien van de verschillende
voorstellen genomen, niet heeft uitgevoerd, hoeAvel daar
voor Avel de tijd Avas. Nu zegt de heer Splinter wel, dat dit
duidelijk in het Ingekomen Stuk staat, maar daarbij wordt
dit dan voor het eerst in een paar regels medegedeeld. Wan
neer het College meent te moeten besluiten de binnenstad
uit dit uitbreidingsplan te laten vervallen, dan is dat zijn
recht, maar dan hadden toch in elk geval de Raadsleden
A7an dat besluit behoorlijk in kennis gesteld moeten worden;
om daarop een besluit te nemen, dan had daarbij tevens
praeadvies op dit stuk uitgebracht kunnen worden.
Spreker had alleen willen wijzen op een leemte, een nalatig
heid, die hier is. Als spreker dit als Rijksambtenaar ten
minste mag zeggen: hij mag als zoodanig de Overheid niet
becritiseerenspreker Aveel niet of Hij dit zelfs als Raadslid
mag zeggen. Spreker vraagt dit niet voor zich zelf; als princi
pieel sociaal-democraat zal hij toch altijd blijven zeggen
Avat hij als sociaal-democraat meent te moeten zeggen, al
zon hij daarmede in strijd komen met een bepaald besluit;
spreker wil zich geen overtuiging laten opleggen en zal zijn
eigen overtuiging niet laten onderdrukken; hij zal dus zeggen,
Avaar en wat hij meent te moeten spreken over de overheid,
al zon hij daarmede in botsing komen; dat zal hem niet
weerhoudenhij laat zijn principe en zijn overtuiging niet
smoren.
Spreker uit zijn misnoegen, dat liet College in elk geval dit
raadsbesluit niet heeft uitgevoerd. Of men de binnenstad
er uit laat of niet doet niets terzake; men had praeadAÜes
moeten uitbrengen over deze A-er schillende voorstellen;
daarom uit spreker zijn ernstige teleurstelling over het beleid
A-an het College in deze.
De heer Groeneveld sluit zich bij den heer Schiiller aan en
is in het geheel niet tevreden OA-er den gang van zaken be
treffende het uitbreidingsplan. Iti 1926, dus 7 jaar geleden,
is aan een architectenbureau opgedragen een uitbreidings
plan te ontwerpen; daarna zijn herhaaldelijk voorstellen in
den Raad gekomen, die A-erband hielden met het uitbreidings
plan en dan heeft het College Avel zeer dikwijls gebruik
gemaakt van dat uitbreidingsplan als een kapsiOK om die
voorstellen aan op te hangen; dan zeide het College: daar-
OA-er kan nu niet worden beslist, maar wij stellen voor die zaak
tegelijk met liet uitbreidingsplan te behandelen, dan komt
alles aan de orde. Dat was een prachtige kapstok, met vele
haken, waaraan heel Avat kon worden opgehangen. Nu blijkt
echter achteraf, dat die zaken niet zijn opgehangen aan dien
kapstok, maar eenvoudig in een hoek gegooid. Dat is geen
manier A an doen. Na 7 jaar komt het College met een voor-
stel inzake het uitbreidingsplan en nu blijkt, dat dat voorstel
op geen stukken na af is, dat gedane beloften en toezeggingen
niet worden nagekomen, dat genomen raadsbesluiten maar
in het geheel niet worden uitgevoerd. En dan is het toch
het toppunt, dat men moet aanhooren, dat het College maar
heeft besloten om de raadsbesluiten niet uit te voeren. Het
i: *i iHil 111; yuiDlllH.ll 'HM l'»/iiit k i ci11 i