MAANDAG 6 NOVEMBER 1933. 417
Extra-subsidie „Stadsverkeer".
(Vervveij e.a.)
verdienen, practise] 1 onmogelijk te maken, den winter door
te komen.
Volgens den heer Wilbrink is het onverantwoordelijk op
dit oogenblik 5.000.uit te geven, die men veilig in de
gemeentekas kan houden. Spreker gelooft niet, dat die be
rekening juist is; indien de 21 bij dit bedrijf werkzame
personen werkloos worden, zou dit over een half jaar de
gemeenschap waarschijnlijk meer kosten dan 5.000.
Spreker kan ook niet onderschrijven het argument van
den Voorzitter, dat het is een bevoordeeling van bepaalde
wijken, n.l. Kooi kwartier en Tuinstadwijk. Men kan de zaak
beter zoo stellen, dat het dan tijd wordt dat de gemeente
zorgt, dat de andere wijken ook profiteeren van dezen
dienst, die gemeente-subsidie ontvangt. Het feit, dat het
hebben van een autobusverbinding voor een bepaalde wijk
een voordeel kan worden genoemd, is geen reden om daar
ineens een streep onder te zetten en om niet de geheele
gemeente te doen profiteeren van dien dienst. Men moet
er niet over spreken, alsof liet hier gaat over geweldige
bedragen; het gaat er eenvoudig om, het dit bedrijf mogelijk
te maken den winter door te komen, tot 1 Mei a.s. Niet alleen
het belang van dit bedrijf, maar ook een zeer groot belang
van 25 gezinnen staat hier op het spel.
De heer Manders meent ook, dat men alles moet doen om
dit bedrijf den winter door te helpen. Volgens den heer
Wilbrink heeft het autobusbedrijf zijn tijd gehad en moet
men zich vastklampen aan de tegenwoordig rijdende kleine
taxi's. Die zijn er echter nog slechts enkele maanden en wie
geeft de verzekering, dat ze zich zullen handhaven? Nu een
regeling van het taxi-bedrijf in voorbereiding is, zou het
al zeer ontijdig zijn thans te verklaren, dat het autobusbedrijf
heeft afgedaan. Het is best mogelijk, dat na de totstand
koming van die regeling zal blijken, dat die taxi's niet kunnen
blijven bestaan. Mogelijk kunnen zij het ook, zonder eenige
regeling niet volhouden. Indertijd dacht men ook dat het
auto busbedrijf zeer rendabel zou zijn, maar toen het eenmaal
op afschrijven aan kwam en het onderhoud in de papieren
ging loopen, konden vele autobusbedrijven niet stand houden.
Zoo zal het ook in het klein-taxi-bedrijf gaan. Wanneer de
groote reparaties met groote onkosten komen, zullen vele
van die ondernemingen een geweldige crisis doormaken en
misschien wel genoodzaakt worden op te houden. Bovendien
is de bevoorrechting der taxi's zeer onbillijk tegenover het
autobusbedrijf. De taxi's kunnen overal rijden en overal
stoppen, terwijl dit aan het autobusbedrijf niet geoorloofd is.
Dit laatste is aan bepaalde halteplaatsen gebonden.
De Voorzitter zegt. dat dit niet geheel juist is. De autobussen
van „Stadsverkeer" stoppen op den Wittesingel b.v. overal
waar men zulks wil.
De heer Manders zegt, dat ze in de stad niet overal mogen
stoppen. Spreker heeft zeer vaak gezien, dat iemand, die op
den autobus stond te wachten, gebruik maakte van een
passeerende taxi. Het was dan: „toet, toet, toet, hier ben ik!"
en de passagier was voor den autobusdienst weggesnoept.
Ook dat is een ongelijke behandeling, waarmede men rekening
mag houden.
De heer Eikerhout weet, dat de directie der N.Z.H.T.M.
de mogelijkheid heeft overwogen, van den rand der gemeente
naar de binnenstad autobussen te laten rijden. De mogelijk
heid is niet uitgesloten, dat men, voordat deze zaak opnieuw
in den Raad wordt besproken, kan vernemen, hoe de directie
van de N.Z.H.T.M. bet zich voorstelt. Wanneer men een
verbinding kan tot stand brengen van halverwege den
Zoeterwoudschen Singel naar de tram op den Hoogen Rijndijk
en van die plaats ook kan verbinden met andere gedeelten
van de stad, zal een groot gedeelte van de voordeelen ten
bate komen van de N.Z.H.T.M., zonder dat het groote kosten
voor de maatschappij met zich brengt.
Aanvankelijk had spreker ook het voornemen, tegen het
voorstel te stemmen, omdat ook hij het subsidie als weg
gegooid geld beschouwt, maar om de zaak niet met een slag
kapot te maken, zal hij ditmaal nog voor de verleening van
het subsidie stemmen. Spreker gelooft echter, bij een volgende
gelegenheid er niet aan te zullen denken, een cent er voor te
willen uitgeven.
De heer Goslinga wenscht speciaal tot den heer Wilbrink
een enkel woord te spreken, die het voorstel van Burgemeester
en Wethouders nogal fel bestreden heeft, o.a. zeggende:
Burgemeester en Wethouders beweren anders altijd, dat
de strengste bezuiniging moet worden ingevoerd en nu doen
zij zelf een voorstel tot het verleenen van een extra subsidie,
Extra-subsidie „Stadsverkeer".
(Goslinga e.a.)
dat door den Wethouder van Fmanciën wordt verdedigd.
Zoo mag men de zaak niet stellen, want het is niet geheel
juist. Het gaat in dezen om het zeer belangrijke vraagstuk
van het vervoer in de gemeente, welk vraagstuk groote
publieke belangstelling heeft en de belangen van tal van
menschen raakt.
Spreker erkent, dat als datgene, wat Burgemeester en
Wethouders nu voorstellen, voor altijd zou gelden, de toestand
buitengewoon onbevredigend zou zijn. De bestrijders van
het voorstel zullen echter de meerderheid van het College
moeten toegeven, dat het oogenblik thans buitengewoon
slecht gekozen is voor het nemen van een besluit van zoo ver
strekkende beteekenis, dat een geriefelijk vervoermiddel
daardoor wordt opgeheven.
De Voorzitter vraagt, of het inderdaad vast staat, dat de
autobusdienst dan opgeheven zal worden. Het is een vraag
van cardinale beteekenis.
De heer Goslinga zegt, dat de Voorzitter en de heer Wilbrink
er niets voor in de plaats kunnen stellen. De laatste acht het
niet onmogelijk, dat het taxi-bedrijf het vervoer zal kunnen
overnemen van de autobusondernemingen, maar het is hem
toch ook bekend, dat de taxi-ondernemingen van vaste
standplaatsen in de buitenwijken niets moeten hebben, ook
niet in de wijken, waar geen autobussen rijden. Zij willen in
de binnenstad (Breestraat, Stationsweg) blijven parasiteeren
op het verkeer. Zij willen ook den heer Wilbrink wel naar
de buitenwijken brengen, maar het is de vraag, of de be
woners van de buitenwijken ook naar de binnenstad en het
Station kunnen komen.
Volgens spreker kan de Raad op het oogenblik geen
definitieve beslissingen nemen ten aanzien van het vervoer,
omdat men niet klaar is.
Het is inderdaad de vraag, of het klein-taxi-bedrijf zich
in dezelfde richting zal blijven ontwikkelen. In andere
plaatsen heeft het reeds geleidelijk hoogere tarieven ingevoerd.
Hoe de ontwikkeling van het bedrijf hier ter stede ook zal
zijn, het is, ook volgens het oordeel van den Commissaris
van Politie, niet goed, thans een geriefelijk vervoermiddel
als „Stadsverkeer" op te heffen. Op de vraag van den Voor
zitter, of die opheffing inderdaad zeker is, kan spreker in de
openbare vergadering moeilijk meer antwoorden dan dat hij
de overtuiging gekregen heeft uit de fmancieele bescheiden
enz., dat indien de voorgestelde verhooging van het subsidie
niet wordt toegestaan, binnen zeer korten tijd, waarschijnlijk
nog deze week, „Stadsverkeer" zal worden opgeheven.
De heer Wilbrink meent een groote vondst te hebben
gedaan met spreker en den heer Beekenkamp onder den neus
te wrijven: het is toch wel het toppunt, ten behoeve van de
inwoners A*an Oegstgeest gemeentegeld van Leiden uit te
geven.
De heer Wilbrink heeft die vondst niet gedaan; de Wet
houder heeft het zelf gezegd.
De lieer Goslinga zegt, dat het betoog van den heer Wil
brink niet juist is. Inderdaad is de lijn naar Oegstgeest en
Warmond een bron Aan inkomsten voor „Stadsverkeer".
De gemeente betaalt daaraan niets. Volgens de stukken
bedroeg de netto-opbrengst Aran de Warmondlijn in 1932
7953.32.
De heer WTilbrink merkt op, dat de onderneming dan ook
geen personeel behoeft te ontslaan en den dienst in stand
kan houden.
De heer Goslinga betoogt, dat de Avinst, die op deze lijn
wordt gemaakt, de verliezen A~an „Stadsverkeer" Aroor een
gedeelte te niet doet. Indien op instigatie van den heer
Wilbrink de lijn naar Warmond werd opgeheven, zouden de
lijnen naar het Kooikwartier en Tuinstadwijk alleen met veel
grootere subsidies in stand gehouden kunnen worden.
De heer Wilbrink merkt op, dat de Wethouder 1111 iets
anders zegt, dan hij gezegd heeftdat is een bijzondere A ondst
van den Wethouder. Spreker heeft het niet gehad o ver de
lijn naar Warmond, maar ovrer de lijn Hogerbeetsstraat
Station A'oor de betvoners A an de Emmalaan en de Oranje-
Nassaulaan.
De heer Goslinga Aermoedt, dat men elkaar Avel op dat
punt vinden zal. In plaats van in te gaan op het verzoek van
de N.Z.H.T.M. en als voorwaarde te stellen de opheffing van
de lijn HogerbeetsstraatStation, kan de Raad beter het
geheele voorstel afstemmen, want dan wordt de lijn naar