MAANDAG 6 NOVEMBER 1933.
435
Uitbreidingsplan.
(Splinter e.a.)
ingediend en als gevolg daarvan stellen Burgemeester en
Wethouders voor, den eigendom te verkrijgen van eenige
perceelen.
De heer Manders meent, dat er meer financieele gevolgen
kunnen zijn.
De heer Splinter merkt op, dat het blijkbaar niet het
geval is, want het uitbreidingsplan heeft geruimen tijd voor
iedereen ter visie gelegen.
De lieer Manders betoogt, dat dit er niets mede te maken
heeft, in het geA'al, dat men op twee derde van iemands per
ceel beslag legt.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders geen
andere punten hebben kunnen vinden.
De heer Manders had, als hij dit antwoord nu krijgt, het
ook eerder kunnen ontvangen. Kunnen Burgemeester en
Wethouders hem nu antwoorden, dat er verder geen finan
cieele gevolgen aan het uitbreidingsplan verbonden zijn"?
De Voorzitter zegt, dat het geheele plan is nagezien en er,
voorzoover het College zulks thans kan overzien, verder
geen financieele nadeelen aan verbonden zijn.
De heer Manders feliciteert de gemeente dan met het feit,
dat dit mooie uitbreidingsplan zoo weinig nadeelig financieele
gevolgen voor de gemeente heeft.
De Wethouder heeft opgemerkt, dat men eerst later met
het bezwaar betreffende de breedte van de Oegstgeesterlaan
voor den dag is gekomen, maar het is ter dege in de Commissie
van Fabricage besproken naar aanleiding van den brief van
den Directeur der Gemeentewerken dd. 7 October 19.32,
waarin staat:
„Volgens dit plan zal de Oegstgeesterlaan, welke op het
bestaande gedeelte 25 M. breed is, deze breedte behouden
tot de ontworpen dwarsstraat en vervolgens tot den Maredijk
een breedte van 15 M. verkrijgen. Op het ontwerp-uitbreidings-
plan is voor die laan over de volle lengte een breedte van
25 M. aangegeven. Met het oog evenwel op de min of meer
ondergeschikte beteekenis, welke volgens het ontwerp-
uitbreidingsplan aan de Oegstgeesterlaan als verkeersweg
is toegekend, komt mij voor het noordoostelijk gedeelte 'van
dezen weg een breedte van 15 M. voldoende voor. Hiermede
wordt tevens het groote voordeel bereikt, wat bij de volledige
doortrekking van de Oegstgeesterlaan op de bestaande
breedte niet het geval zou zijn, dat het beschikbaar komende
bouwterrein, gelegen ten noordoosten van de geprojecteerde
dwarsstraat een zoodanige diepte kan verkrijgen, dat, rekening
houdende met den gewenschten aanleg A an A'oortuinen, zooAvel
langs de te verlengen Oegstgeesterlaan als langs de te ver
lengen JVIariënpoelstraat nog voldoende diepte voor bebouwing
OA'erblijft, ook wat betreft het smal toeloopende meest
noordoostelijke gedeelte A'an dat terrein."
Overeenkomstig het besluit van de Commissie van Fabri
cage is op 3 November 1932 aan Burgemeester en Wet
houders geschreven
„Twee leden onzer Commissie kunnen zich niet niet dit
standpunt vereenigen. Zij wijzen er op, dat men te voren
niet kan voorzien, welke behoeften in de toekomst, wat het
verkeer betreft of anderszins, zich zullen voordoen, en
meenen, dat, waar het eerste gedeelte van de Oegstgeesterlaan
op 25 m breedte is aangelegd, het wenschelijk is, deze breedte
ook voor het verdere gedeelte van de laan aan te houden.
Een dezer leden is bovendien van oordeel, dat het tegenover
de eigenaren, die indertijd de groote breedte van de bestaande
Oegstgeesterlaan te dragen hebben gehad, niet billijk zou
zijn te achten, indien de gemeente ter verkrijging A'an finan
cieel voordeel (n.l. een grootere oppervlakte bouwgrond)
deze breedte verderop zou loslaten.
De meerderheid onzer Commissie kan zich daartegenover
wel aansluiten bij het standpunt van den Directeur der
Gemeentewerken. Zij meent, dat, nu de verkeersbelangen
een breedte A an 25 M. niet Aorderen, het oneconomisch zou
zijn den weg op die breedte aan te leggen. Teneinde echter
zooveel mogelijk aan de geopperde bezwaren tegemoet te
komen, zou de meerderheid Avillen voorstellen te trachten,
aan het onderhavige weggedeelte een breedte van 20 M. te
geA'en, zonder nochtans de diepte van het aangrenzende
bouAvblok al te klein te maken; daartoe Avare de h. i. zeer
ruim genomen diepte der aan de Noord-West-zijde A'an de
verlengde Oegstgeesterlaan op 7 M., terug te brengen tot
5 M„ terwijl overigens door den weg eenigszins om te leggen
Avellicht de breedte A'an 20 M. kan worden verkregen."
Waar aanvankelijk, ook door den Directeur, 15 M. was
aangenomen, met aan weerszijden tuinen A'an resp. 7 en
Uitbreidingsplan.
(Manders e.a.)
3 M„ is integendeel hier op het uitbreidingsplan aangegeven
een straatbreedte van 15 M. met aan weerszijden tuinen
A'an 3 M. Dat het College niet bekend zou zijn met den
wensch dienaangaande van de Commissie Aran Fabricage, is
dus niet juist.
De Voorzitter Van de meerderheid of A'an de minderheid?
De heer Manders Van beiden. Aan dien wensch van
de minderheid is tenslotte ook in het uitbreidingsplan geen
gevolg gegeven. Spreker meent dan ook te dezer zake een
voorstel te moeten doen.
Verder wil spreker nog behandelen de quaestie-A'an den
Bosch, niet omdat het de quaestie-van den Bosch is, zooals
de Wethouder Avil doen voorkomen, maar omdat dit een
zaak is, die tenslotte iedereen raaktdit kan iedereen over
komen. Volgens den Wethouder is de zienswijze der Regeering
gewijzigd ten aanzien van deze zaak; spreker gelooft, dat
dat niet geheel juist is. Wanneer de Regeering een andere
zienswijze heeft dat is volkomen juist dan heeft zij
een andere ziensAvijze dan het College ten aanzien van deze
zaak. De Regeering heeft altijd de meening gehad, dat
tegenoA'er A'an den Bosch een groote onbillijkheid Averd
begaan. Hetgeen het College te dien opzichte A'oorstelt, is
dan ook al aanmerkelijk ingekrompen; aanvankelijk was het
de bedoeling, den heer van den Bosch te laten betalen de
geheele straat en hem bovendien kosteloos den grond te
laten OA'erdragen; A'an dat onhoudbare standpunt is men al
gedeeltelijk teruggekomen; dat heeft men eenigszins A'erzaclit.
Nu blijft echter toch over, dat van den Bosch 26 jaar lang
gedupeerd is geweest. Volgens den Wethouder wist de lieer
A'an den Bosch het, toen hij dit zaakje aankocht, spreker
geeft toe, dat de heer van den Bosch dit zaakje kocht. De
Voorzitter vraagt nu: wanneer; dat deert spreker niet;
spreker weet het niet, maar de Wethouder zal het wel weten;
die dingen liggen wel A-ast. Hij heeft het aangekocht, nadat
het uitbreidingsplan is \-astgesteld, maar hij heeft het aan
gekocht van zijn schoorn-aderhij heeft diens bedrijf voort
gezet. Of die schoonvader dan Avel hij zelf daarvan de dupe
wordt, blijft precies hetzelfde; als hij het niet had gekocht,
had hij het misschien geërfd, maar de strop bleef in de familie.
Het is wel wat waard, dat de Wethouder heeft toegezegd,
het eigendom van A an den Bosch tegen een billijken prijs
te willen koopen. Indien de Wethouder en van den Bosch
het met elkaar niet eens kunnen worden o\rer de vraag, ivat
in dit geval billijk is, zou een andere instantie daaroA'er
moeten oordeelen. Er is een gemakkelijke oplossing' voor te
vinden: men zal straks, ook op grond van dit uitbreidings
plan., tot onteigening kunnen overgaan. Volgens den Wet
houder heeft men den grond nu, na 26 jaar, nog meer noodig
dan A'roeger. Indien het zoo doorgaat, zal men den grond
over 26 jaar nog A'eel meer noodig hebben. Van den Bosch
is dan gedurende een hah'e eeuw daardoor gehandicapt in
de uitoefening A'an zijn bedrijf. De Wethouder kan spreker
niet wijsmaken, dat dit geen groote schadepost is voor
A'an den Bosch. Ten einde te trachten, dit te voorkomen,
deponeert spreker een voorstel op de tafel van den Voorzitter.
Ten slotte A'estigt spreker de aandacht op het groote belang,
dat de Oegstgeesterlaan kan hebben als verbindingsweg
tusschen den Rijnsburgerweg en den Maredijk, vooral wan-
neer daar een tunnel onder den spoorweg zou Avorden ge
maakt, Avaardoor de spoorwegovergang bij den Stationsweg,
welke overgang stellig niet binnen afzienbaren tijd zal worden
verbeterd, aanmerkelijk zou Avorden ontlast. Aanvankelijk
heeft men gezegd, dat het onmogelijk was dien tunnel te
maken, maar toen spreker zeide, dat hij zelf wel een ontwerp
er voor zou maken, werd hem geantwoord, dat het Avel
mogelijk Avas, en is hem A'an de zijde A'an Gemeentewerken
medegedeeld, dat men er aan bezig was en een ontwerp zou
Avorden ingediend. Intusschen heeft spreker het nog niet
gezien. De gordehveg zal dan A an het Academisch Ziekenhuis
af geheel rondloopen.
Men heeft gesproken van grondverspilling bij de Oegst
geesterlaan. Op zeer A-eel plaatsen bestaat die verspilling.
O]) het terrein achter het Ziekenhuis is A'oor A'oldoende
groen gezorgd, evenals op andere plaatsen. Het is zeer
gunstig, wanneer het groen over de stad verspreid is. Het
is beter, dat men in zijn onmiddellijke omgeving van het
groen kan profiteeren, dan dat men daarA'oor een verren
afstand moet afleggen.
De V oorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen twee A'oor-
stellen A'an den heer Manders, luidende:
„Ondergeteekende geeft den Raad in overweging te be
sluiten de op het uitbreidingsplan doorgetrokken Oegstgeester
laan op dezelfde breedte te bepalen, als (leze op het uit-