MAANDAG 6 NOVEMBEK 1933.
433
Uitbreidingsplan.
(Wilbrink e.a.)
een kanaal, dan wordt de exploitatie van den over,schietenden
bouwgrond belangrijk moeilijker, omdat daarop dan de volle
straatbreedte van 10 M. drukt. Waar de kosten van straat-
aanleg een zeer belangrijk deel uitmaken van de kosten van
den bouwgrond in het algemeen, kan men zeer goed begrijpen,
dat een dergelijk projecteeren van de straat niet bevorderlijk
is aan een vluggen en behoorlijken uitleg van de stad, maar
daarop remmend werkt.
Het zou daarom verstandig zijn, de straat niet te projec
teeren aan de achterzijde van het perceel, dus langs het
kanaal van de firma van Hoeken, maar wel zoodanig, dat
de eene halve straatbreedte drukt op het terrein van de
firma van Hoeken en de andere helft drukt op het terrein
van de aanliggende eigenaren.
Spreker kan levendig bevroeden, dat indien de firma van
Hoeken op deze wijze de straat zou moeten aanleggen, het
niet tot een bebouwing zou komen, zoodat geen afgesloten
geheel van het ontworpen bouwplan zou worden verkregen.
Gaarne zou spreker van Burgemeester en Wethouders willen
vernemen, welke bezwaren tegen zijn denkbeeld bestaan.
Spreker komt thans tot de bezwaren van de firma Gebr.
Mulder, die in den Kikkerpolder een terrein in eigendom
heeft, waarop in het oude uitbreidingsplan een verkeersweg
en een brug waren geprojecteerd, die in het nieuwe plan zijn
vervallen. De eigenaresse gevoelt zich gedupeerd en
volgens spreker zeer te recht nu in het nieuwe uitbreidings
plan haar terrein bestemd is voor sport- en speelvelden.
In den Kikkerpolder zijn naar den kant van den Leidschen
Hout reeds voldoende sport- en speelvelden geprojecteerd.
Het terrein van de firma Gebr. Mulder grenst aan de
terreinen, welke in exploitatie gebracht zullen worden,
wanneer de gemeente de Mariënpoelstraat en de Oegstgeester-
laan verlengen. Het had dan ook in de rede gelegen, het
terrein te detailleeren en te bestemmen voor bouwterrein.
De firma had op grond van het oude uitbreidingsplan mogen
verwachten, dat dit inderdaad zou geschieden. Bovendien is
het terrein in verband met de bebouwing van de firma
Gebr. Mulder, die daar woningen heeft staan en haar bedrijf
uitoefent, niet bijzonder geschikt als sport- en speelterrein.
Spreker acht het dan ook gewenscht, een poging te doen
om het uitbreidingsplan op dit punt te wijzigen.
Intusschen kan spreker zich zeer goed voorstellen, dat de
ontwerpers van het plan niet in die mate rekening hebben
gehouden met dit terrein, omdat bij den opzet van het plan
nog niet bekend Avas, dat de gemeente het voornemen had,
de Mariënpoelstraat en de Oegstgeesterlaan zelf te verlengen
en in exploitatie te brengen. Dat was toen nog niet bekend
en vanzelf zouden deze terreinen toen in de naaste toekomst
ook niet voor bebouwing in aanmerking komen. Nu de
aanleg van de straat OegstgeesterlaanMariënpoelstraat
ongeveer vaststaat, kan men zeggen dat deze terreinen van
de firma Mulder ook in de naaste toekomst voor bebouwing-
in aanmerking komen. Nu kan spreker moeilijk verzoeken
het uitbreidingsplan terug te nemen om allereerst dit terrein
te detailleeren; daarvan zou het gevolg zijn, evenals van het
voorstel-Schüller, dat dan de zaak weer vverd teruggewezen
en dat dit ontwerp Aveer alle instanties zou moeten passeeren,
Aveer ter inzage zou moeten Avorden gelegd met alle nadeelen
daarvan. Die nadeelen zou spreker niet willen riskeeren; hij
stelt er veel te grooten prijs op dat het uitbreidingsplan
spoedig Avordt vastgesteld, opdat de bouwplannen, waarvoor
vergunning wordt gevraagd, zooals nu het geval is, niet eerst
naar Den Haag moeten worden gezonden. Het duurt toch al
geruimen tijd, voordat alle instanties zijn gepasseerddat
zij eerst naar Den Ilaag moeten, werkt al bijzonder stag-
neerend. Tot een dergelijke stagneering zou spreker in geen
enkel opzicht willen medewerken. Toch meent spreker die
bezwaren te moeten ondervangen; inzake het terrein van
de firma van Hoeken en de goothoogte en dakhelling zal hij
eerst het antwoord van den Wethouder afwachten, alvorens
met voorstellen te komen, doch inzake liet terrein van de
firma Mulder dient spreker nu reeds een voorstel in.
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen, een motie
van de heeren Wilbrink en Huurman, luidende:
,,De Baad verzoekt Burgemeester en Wethouders die
maatregelen te nemen, welke er toe leiden, dat het terrein,
liggende in den Kikkerpolder en eigendom van de firma
Gebr. Mulder, xroor bouwterrein zal worden bestemd en zoo
spoedig mogelijk in het gedetailleerde gedeelte van het
uitbreidingsplan wordt opgenomen."
Deze motie wordt voldoende ondersteund en maakt der
halve een onderwerp van beraadslaging uit.
De Voorzitter herinnert den Baad aan de besprekingen
Uitbreidingsplan.
(Voorzitter e.a.)
over het uitbreidingsplan, die 30 October j.l. hebben plaats
gehad in comité-generaal. Uit het betoog van den heer
Wilbrink heeft spreker afgeleid, dat er leden zijn, die meenen,
dat zij alles moeten herhalen, AArat zij bij de onderlinge be
spreking hebben gezegd. Spreker meent echter, dat men reke
ning kan houden met het feit, dat de Baadsleden door de
besprekingen van de vorige week voldoende op de hoogte
zijn van de zaak om datgene, Avat men nu te berde Avenseht
te brengen, met een enkel woord te zeggen.
Spreker heeft deze opmerking Avillen maken in het belang
van een spoedige afhandeling van de zaak.
De heer Kooistra herinnert den Baad aan de gedachten-
wisseling, die de vorige week in comité-generaal over de
goothoogte heeft plaats gehad en de mededeeling A'an Burge
meester en Wethouders, dat alleen een wijziging Avordt
voorgesteld ten aanzien van de maximumhoogte. Spreker
behoeft niet in herhaling te treden met de aandacht te
vestigen op liet groote belang Aran goede slaapkamers in
arbeiderswoningen. Hij had verwacht, dat de heer Wilbrink
den Baad in de gelegenheid zou hebben gesteld, zich over
de minimumhoogte van de goot uit te spreken, maar nu
deze het niet heeft gedaan, zal spreker liet doen. Spreker
acht het n.l. gewensclit, dat de minimum goothoogte wordt
bepaald op 4 M. De Baad kan slechts de wenschelijkheid
daarvan uitspreken, omdat hij daarvoor nu geen verordening
kan maken.
Bij een minimum goothoogte van 4 M. bestaat de zekerheid,
dat behoorlijke slaapkamers kunnen en ook zullen worden
gebouwd
Spreker wijst in dit A*erband op de bezwaren, die door
A'ersehiüende personen en instanties tegen de goothoogte
van 3,50 M. zijn aangevoerd. Als men die voorgestelde minimum
goothoogte toepast, zullen de dakspanten in de helft van de
slaapkamers komen, want die slaapkamers zijn gewoonlijk
niet dieper dan 3 M. Daarom meent spreker, dat de Baad
hierover een uitspraak moet doen; spreker hoopt, dat de lieer
ilbrink dan aan zijn zijde zal staan en ook zal stemmen
voor een minimum-hoogte van 4 M. Spreker had ook nog
aanvankelijk gedacht om a oor te stellen de dakhelling op 30°
te bepalen, maar hij doet daartoe geen voorstel, omdat in
de tabellen 35° staat, waarmede spreker genoegen kan
nemen, wanneer de minimum-hoogte 4 M. bedraagt.
De V oorzitter deelt mede, dat is ingekomen een motie
van den heer Kooistra, luidende:
,,De Baad spreekt de wenschelijkheid uit, dat de minimum-
gootlioogte, „genoemd in kolom 7 van de tabellen 1, II, III
en IV, behoorende bij het uitbreidingsplan der gemeente
Leiden", zal worden bepaald op 4 M. boven de kruin van
den weg."
Deze motie wordt voldoende ondersteund en maakt
derhalve een onderAverp van beraadslaging uit.
De heer Schüller zegt, dat op kaart V in groen staan
aangegeven de bestaande verkeerswegen. Zoo is op die
kaart in groen aangegeven de bestaande verkeersAveg, die
nog niet bestaat, n.l. de z.g. doorbraak bij de Verwerstraat,
bij de fabriek van Fontein; die bestaat op het oogenblik
nog niet, maar is op kaart V aangegeven als bestaande
verkeersweg. Als bestaande verkeersweg is ook aangegeven
de z.g. verkeersweg KorevaarstraatGangetjeHartesteeg
NieuwstraatHooigracht; die bestaande verkeersweg be
staat op het oogenblik nog niet. Ook de verkeersweg, op kaart V
aangegeven met de verbreeding van de Hartesteeg, bestaat
nog niet, hoewel hij op deze kaart als bestaande Arerkeersweg-
is aangegeven.
Als men nu dit uitbreidingsplan aanneemt, neemt men
dan ook in principe aan hetgeen kaart V als bestaande
verkeerswegen aangeeft, hoewel deze nog niet bestaan?
Moet men daarover dan niet in principe een besluit nemen?
Spreker AA'eet, dat in den Baad de meeningen OArer den ver
keersweg KorevaarstraatHooigracht uiteenloopeneen deel
van den Baad zou hem liever geprojecteerd zien KoreAraar-
straatdoorbraak Sint .1 orissteegWatersteegHooigracht.
Ook is als bestaande verkeersAveg op kaart Y in groen
aangegeven de doorbraak LangegrachtHuigstraat.
De doorbraak-Langegracht bestaat nog niet en toch is
de verkeersweg op kaart V als een bestaande weg aangegeven.
Zal de verkeersweg gaan door de Huigstraat, door de
Noorderstraat of langs de Volmolengracht, of zal er in het
geheel geen verkeersweg komen?
Volgens de verklaring van Burgemeester en Wethouders
blijft de binnenstad bij de behandeling ATan dit uitbreidings
plan buiten beschouAAring, maar als het plan ongewijzigd