MAANDAG 30
OCTOBER 1933.
409
(Schiiller c.a.)
De heer Schiiller zegt, dat in de Raadszitting van 28 No
vember 1932, Burgemeester en Wethouders praeadvies hebben
uitgebracht op het adres van den heer Bekooijbij de be
handeling daarvan dienden de heer Beekenkamp en spreker
beiden een voorstel in, waarop de Raad besloot deze in
handen te stellen van Burgemeester en Wethouders om
praeadvies.
In een der vergaderingen van de Commissie van Fabricage
heeft spreker gevraagd hoe het met de afwikkeling van deze
zaak stond, waarop spreker van den Wethouder-Voorzitter,
den heer Splinter, ten antwoord kreeg: er wordt aan gewerkt.
Spreker wil nu wel eens weten in welk stadium, na een jaar
onderzoek van Burgemeester en Wethouders, deze zaak
nu staat.
De heer Splinter hoopt binnenkort met het praeadvies in
den Raad te kunnen komen.
De heer Coster geeft het College in overweging om één-
(Coster e.a.)
richtingsverkeer in te stellen in de Burgsteeg, vanaf den
Burcht naar den Nieuwen Rijn. Er hebben daar dikwijls
verkeersopstoppingen plaats; dit zou het verkeer zeer ten
goede komen.
De Voorzitter zegt, dat een voorstel terzake vermoedelijk
dit jaar den Raad zal bereiken.
De heer van Stralen vraagt, hoe het staat met de ver
strekking van brandstoffen aan werkloozen. Tot op heden
is daarvan niets bekend, terwijl de Raad toch gewend is te
dezer zake een voorstel van het College te ontvangen. Eerst
daags is het November; het is toch tijd hiervoor.
De Voorzitter antwoordt, dat zulks behandeld zal worden
in de vergadering van 6 November a.s.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.