378
MAANDAG 4 SEPTEMBER 1933.
Benoeming leden Commissie van Financiën.
(Voorzitter.)
Café-Restauranthouders en Slijters ,,St. Joseph", gevestigd
te Utrecht, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 6 No
vember 1920, ten deze domicilie kiezende te 's-Gravenhage
aan de Amaliastraat No. 6, ten kantore van Mr. G. W. J.
Jonker,
dat het bestuur van voormelden Bond heeft kennis ge
nomen van de laatste wijzigingen en aanvullingen van ar
tikel 31 duodecies van de wet op de Personeele Belasting;
dat deze wet in werking treedt op 1 Januari 1934
dat genoemde wet voor de Gemeentebesturen de moge
lijkheid openlaat om de houders van koffiehuizen in min of
meer belangrijke mate te ontlasten van de zeer hooge aan
slagen, welke volgens de wet op de Personeele belasting ten
aanzien van den grondslag huurwaarde de koffiehuisbedrijven
treffen
dat deze wet den Gemeentebesturen de bevoegdheid geeft
om bij verordening op de koffiehuizen van toepassing te
verklaren de bijzondere regeling, welke de wet op de Perso
neele Belasting voorschrijft voor winkels en logementen of
de bijzondere regeling voor gemeubeld-verhuurde kamers;
dat deze wet zeer zeker een erkenning is van de onbillijk
heid, welke de wet op de Personeele Belasting ten aanzien
van den grondslag huurwaarde voor de koffiehuisbedrijven
inhoudt
dat de inrichtingen tot het gebruik van spijzen en dranken
tegen betaling dermate van de tijdsomstandigheden te lijden
hebben, dat de aanslagen der diverse belastingen nauwelijks
uit de opbrengsten van het bedrijf kunnen worden voldaan;
dat het aanhoudend voorkomt, dat dergelijke bedrijven,
groote en kleine, wegens de zware lasten verplicht zijn te
liquideeren, hetgeen niet ten voordeele is van de Gemeente,
waarin het bedrijf is gevestigd;
dat opgemelde Bond er op vertrouwt, dat ook in Uwe
Gemeente van de bevoegdheid door deze wet geboden, ge
bruik gemaakt zal worden.
Redenen, waarom hij Uw College eerbiedig verzoekt bij
verordening de koffiehuisbedrijven gelijk te stellen voor de
Personeele Belasting xnet winkels en logementen en de des
betreffende verordening tijdig in behandeling te nemen,
opdat de houders dier bedrijven voor het belastingjaar
1 Januari 1934/1 Januari 1935 van bedoelde wet kunnen
profiteeren.
't Welk doende, enz.
P. J. v. Dijk, Voorzitter,
Ph. W. v. d. Voorde, Secretaris.
Den Haag, den 1 September 1933.
2°. Adres van den Directeur van de Studenten Sociëteit
Minerva in zake dezelfde aangelegenheid.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wet
houders om praeadvies.
3°. Verzoek van den heer Jac. Wilbrink om een viertal
vragen tot Burgemeester en Wethouders te mogen richten
in zake het plaatsen van een aantal groote reclameborden
op verschillende punten in de stad.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten de gevraagde toestemming te verleenen en de inter
pellatie te doen houden na afloop van de gedrukte agenda.
4°. Missive van de Commissie van Toezicht op de scholen
voor Middelbaar Onderwijs ten geleide van het verslag om
trent den toestand van het Middelbaar Onderwijs gedurende
het jaar 1932.
Zal worden opgenomen in het gemeenteverslag.
5°. Begrooting voor 1934 van de Stedelijke Werkinrichting.
Zal worden behandeld bij de gemeentebegrooting voor 1934.
6°. Rekening dienst 1932 van de Stedelijke Werkinrichting.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van vier leden van de Commissie van Finan
ciën (aftredend: de H.H. B. J. Huurman Dzn., M. H. de Reede,
Mr. II. F. A. Donders en M. G. Verweij).
De Voorzitter geeft den Raad in overweging goed te keuren,
dat met het oog op de vele benoemingen twee stembureaux
worden gevormd, die de stemmingen dan aldus zullen ver-
deelen, dat stembureau I zal behandelen de punten 1 tot en
Benoeming leden Commissie van Financiën; e.a.
(Voorzitter.)
met 10 der agenda en stembureau II de punten 11 tot en
met 22.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
De Voorzitter verzoekt dan den heeren Wilbrink, Schüller,
Bergers en Beekenkamp het eerste en den heeren Verweij,
van Es, van Eecke en Simonis het tweede stembureau te
vormen.
Worden benoemd: de heer B. J. Buurman Dzn. met 28
stemmen, terwijl 1 stem van onwaarde was; en de heeren
M. B. de Reede, Mr. B. F. A. Donders en ill. G. Verweij,
ieder met algemeene (29) stemmen.
De heeren Huurman, de Reede en Verweij verklaren de
benoeming aan te nemen.
II. Benoeming van vier leden van de Commissie van Fabri
cage (aftredend: de II.H. Ir. A. G. Bosman, J. H. Schüller,
J. H. A. Manders en Mr. C. Beekenkamp).
Worden benoemd: de heer Ir. A. G. Bosman met algemeene
(29) stemmen; de heer J. B. Schüller met 27 stemmen, terwijl
2 stemmen van onwaarde warende heer J. B. A. Manders met
algemeene (29) stemmen; de heer Mr. C. Beekenkamp met
28 stemmen; de heer J. Wilbrink verkreeg 1 stem.
De heeren Schüller, Manders en Beekenkamp verklaren
de benoeming aan te nemen.
III. Benoeming van vier leden van de Commissie voor het
Openbaar Slachthuis (aftredend: de H.H. Th. M. W. Bergers,
J. A. van der Heijden, J. J. van Stralen en II. van Eecke).
Worden benoemd: de heer Th. M. W. Bergers met 28
stemmen; de heer C. J. van Tol verkreeg 1 stem; de heer
J. A. van der Reijden met algemeene (29) stemmen; de heer
J. J. van Stralen met 28 stemmen, terwijl 1 stem van on
waarde wasen de heer R. van Eecke met algemeene (29)
stemmen.
De heeren Bergers, van der Reijden, van Stralen en van
Eecke verklaren de benoeming aan te nemen.
IV. Benoeming van twee leden van de Commissie voor den
Markt- en Havendienst( aftredend: de H.H. J. Wilbrink en
J. J. Vallentgocd).
Worden benoemd: de heer J. Wilbrink met 28 stemmen;
de heer J. A. van der Reijden verkreeg 1 stem; en de heer
J. J. Vallentgoed met algemeene (29) stemmen.
De heeren Wilbrink en Vallentgoed verklaren de benoeming
aan te nemen.
V. Benoeming van drie leden van de Commissie voor de
Huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den Voor
zitter (aftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek, J. H. A. Manders,
en Mr. C. Beekenkamp).
Worden benoemd: de heeren Mr. D. A. van Eek en
J. B. A. Manders, ieder met algemeene (29) stemmen; de
heer Mr. G. Beekenkamp met 28 stemmen; de heer Ir. A. G.
Bosman verkreeg 1 stem.
De heeren van Eek, Manders en Beekenkamp verklaren
de benoeming aan te nemen.
Tot Voorzitter wordt vervolgens benoemd de heer Mr.
D. A. van Eek met algemeene (29) stemmen.
De heer van Eek verklaart de benoeming aan te nemen.
VI. Benoeming van twee leden van de Commissie voor de
Strafverordeningen, (aftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek
en Mr. H. F. A. Donders).
Worden benoemd: de heer Mr. D. A. van Eek met 28
stemmen; de heer Mr. C. Beekenkamp verkreeg 1 stem; en
de heer Mr. B. F. A. Donders met algemeene (29) stemmen.
De heer van Eek verklaart de benoeming aan te nemen.