MAANDAG 4 SEPTEMBER 1933. 387 (Voorzitter.) Burgemeester en Wethouders ter sprake is gebracht. Het College is thans wachtende een rapport van den Directeur van Gemeentewerken over de vraag, op welke wijze de moeilijk heid is op te lossen. Intusschen, het Ziekenhuis is niet de eenige vervuiler van de Poelwetering; een zeer groot deel van den Rijnsburgerweg werkt daaraan ook zeer belangrijk mede; inzooverre is de gemeente zelf daaraan ook sclmldig; ten aanzien van het Ziekenhuis zijn zelfs septic-tanks aangebracht, zoodat het afvalwater van het Ziekenhuis nog eenigszins gezuiverd wordt; de gemeente laat evenwel het riool zoo in de Poel wetering uitloopen. De moeilijkheid is, dat in het plan van de centrale rioleering niet is voorzien de aansluiting van die wijk op de centrale rioleering; verder is het groote bezwaar, dat als men de verbinding tusschen den Rijnsburgerweg en het riool in den Stationsweg tot stand wil brengen, men den spoorweg moet passeeren; dat complex van moeilijkheden is niet gemakkelijk te overzien. Het College is echter bezig; verschillende klachten zijn ingekomen en deze zaak heeft zijn volle aandacht. (Splinter e.a.) De heer Splinter zegt, dat op de begrooting voor 1934 ƒ2000.is uitgetrokken voor algemeene revisie van de motorbrandspuit No. 2; waar deze echter enkele dagen geleden in het ongereede is geraakt en hersteld moet worden en aangezien die motorbrandspuit nu toch eenige dagen buiten dienst moet zijn, zou spreker willen voorstellen om die algemeene revisie thans te doen uitvoeren, zoodat de begrooting voor 1933 vermoedelijk met dat bedrag zal worden overschreden. De Voorzitter zegt, dat het College den Raad kennis wil geven, dat het waarschijnlijk met een dergelijk voorstel zal komen; daartegenover zal dan ook op de begrooting voor 1934 2.000.minder noodig zijn. Spreker denkt, dat ook de Raad van oordeel zal zijn, dat het beter is, dat de brand spuit in zoo goed mogelijken toestand verkeert. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 11