MAANDAG 28 AUGUSTUS 1933.
373
Reorganisatie beslratingsdienst.
(Splinter e.a.)
zijn, dat door die verlaging de menschen veel te weinig
zouden verdienen. Ook is in die vergadering gezegd, dat de
straatmakers met eenigen goeden wil wel ongeveer zouden
komen aan het bedrag dat zij totnutoe verdienden, omdat
er toen een maximum was vastgesteld van 50.Burge
meester en Wethouders hebben toen nog een schrijven ont
vangen van den Nederlandsche Bond van Personeel in Over
heidsdienst, waaruit spreker het volgende aanhaalt:
,,de vertegenwoordiger van onze af deeling in deze ver
gaderingen den Heer W. Freeke, heeft zich tegen de voor
gestelde tariefsverlaging verklaard, alsmede tegen het voor
stel van de vertegenwoordiger van de afdeeling-Leiden van
den Alg. Ned. Straatmakers-Bond, den Heer W. F. v. d. Blom
om de periodieke verhoogingen te laten vervallen.
Indien deze voorgestelde verslechteringen worden aan
genomen, met het door den Weledelen Heer Directeur van
Gemeente-Werken, berekend aantal af te leveren M2. het
welk door een straatmaker en een hulpstraatmaker per week
wordt verricht, beteekend dit een loonsverlaging per week
voor den straatmaker van 15.72 en voor den hulpstraat
maker van 15.02".
Nu heeft spreker eens laten nagaan wat de straatmakers
verdiend hebben onder de verlaagde tarieven. De hulp
straatmaker Freeke heeft b.v. in de week van 18 tot 24
Augustus 45.17 verdiend en in de daaraan voorafgaande
acht weken (na de verlaging) resp. 41.99, 43.16, 40.33,
ƒ46.10, ƒ38.76, ƒ43.12, ƒ48.69 en ƒ37.94. Is het loon nu
niet weer op het oude peil? Vóór de verlaging van het tarief
verdiende deze persoon gemiddeld over de vier laatste weken
vóór de verlaging per week 47.49. Zoo ongeveer staat het ook
met de anderen. De eerste paar weken waren er enkelen,
die net aan het loon zouden kunnen komen, maar spreker
denkt dat zij een standje gehad hebben thuis, dat zij te
weinig meebrachten; de laatste weken zijn dan ook vrijwel
alle loonen weer op het normale peil van vroeger gekomen.
Wat betreft de periodieke verhoogingen, het is voor
spreker onbegrijpelijk hoe het vroeger mogelijk was, dat men,
wanneer men in tarief werkte, bovendien nog een periodieke
verhooging kreeg. Het in tarief werken is voor de menschen
een prikkel om te trachten meer te verdienen, maar deze
menschen hadden nog een tweeden prikkel, n.l. zij kregen
periodieke verhoogingen, die absoluut niet in dat systeem
paste, daar periodieke verhoogingen bij de quaestie van de
loonregeling thuisbehooren.
Ten slotte hoopt spreker dus dat de Raad het voorstel-
Schüller om het straatwerk uitsluitend in eigen beheer te
nemen niet zal aannemen.
De heer Schüller is het uit het hem ter hand gestelde
staatje van de loonen over de eerste weken na de tariefs
verlaging eveneens gebleken, dat de loonen op het oogenblik
ongeveer dezelfde zijn als voorheen, maar eerlijkheidshalve
moet de Wethouder dan ook zeggen, dat de arbeiders den
rug een beetje meer gekromd hebben om meer M2. te halen,
om zoodoende toch aan hun weekgeld te komen.
De heer Splinter zegt, dat men, wanneer men nagaat het
geen de straatmakers van der Blom en Freeke hebben uit
gerekend, wat de werklieden wel konden doen -spreker meent
onder gunstige omstandigheden voor groot straatwerk, 264 a
276 M2. per week en hetgeen de hoofdopzichter Kiljan,
die een geheel andere berekening maakte, daarentegen op
merkt, nl. dat een ploeg in groot straatwerk per uur 6£ a
10 M2. klinkerbestrating kan maken, d.i. 312 a 480 M2per
week, men wel kan begrijpen dat hetgeen de heer Schüller
beweert, n.l. dat de straatmakers harder moeten werken en
eerder dood zullen gaan, absoluut onjuist is.
De heer Schüller zegt, dat de heer Splinter toch niet zal
ontkennen, dat zij veel meer M2. maken dan voorheen.
De heer Splinter zegt, dat het dat juist is.
De heer Schüller zegt, dat de heer Splinter daarmede dus
wil zeggen, dat die personen, die in tarief werken en altijd in
tarief gewerkt hebben, zooals altijd en overal het praatje
over gemeentewerkheden gaat vóór dien tijd de lijn ge
trokken hebben.
De heer Wilbrink zegt, dat zij niet meer mochten verdienen.
De heer Schüller ontkent dit.
De heer Splinter zegt, dat het maximum voor het tarief-
werk 50.bedroeg; als men geen beperking had opgelegd,
hadden zij nog veel meer verdiend. Wanneer zij nu in tarief
Reorganisatie bestratingsdienst.
(Splinter e.a.)
dit loon kunnen halen, is dat tarief eigenlijk nog veel te
hoog. De verhouding tusschen de loonen van een straatmaker
en van een gemeentewerkman is absoluut onjuist. De straat
makers hebben altijd ruim 30 meer loon, hetgeen spreker
geen juiste verhouding acht.
De heer Schüller doet opmerken, dat die menschen in
tarief werken.
De heer Splinter antwoordt, dat daaruit blijkt, dat het
tarief te hoog is en er nog af moet.
De heer Schüller zal nu vluchtig op de door den Wethouder
gemaakte opmerkingen ingaan.
De Wethouder wees er op, dat het reorganisatie-rapport
ter inzage had gelegen en dus al de Raadsleden er kennis van
hadden kunnen nemen, maar spreker heeft alleen gezegd
het te betreuren, dat Burgemeester en Wethouders, terwijl
zij 3 jaren lang naar dat rapport hebben verwezen, thans, nu
het is verschenen, de behandeling ervan niet tot een agenda
punt voor den Raad maken.
De heer Splinter herinnert er aan, dat hij heeft gezegd,
dat de voorstellen, in het rapport vervat, zich zelf hadden
achterhaald.
De heer Schüller wijst er op, dat uit het feit, dat met het
nemen van een eindbeslissing door Bugemeester en Wet
houders niet kon worden gewacht, totdat in den Raad over
het reorganisatie-rapport een besluit was genomen, büjkt,
dat aan Gemeentewerken een toestand bestond, welke noodig
"veranderd moest worden.
De Wethouder zeide verder: de heer Schüller heeft wel veel
werken opgenoemd, welke in den winter zijn uitgevoerd,
maar er kon niet op mooi weer gewacht worden. Dat was
spreker's bedoeling niethij heeft alleen willen aantoonen, dat
in de wintermaanden vaak straatwerk werd uitgevoerd.
Het gaat niet over de vraag, of die werken noodwendig
moesten gebeuren, omdat de rioleering of de straataanleg
moest doorgaan; spreker heeft alleen willen constateeren, dat
het argument van den Directeur van Gemeentewerken, over
genomen door Burgemeester en Wethouders, dat straatwerk
grootendeels seizoenarbeid is, onhoudbaar was. Hij heeft
gezegd, dat als hij van het door hem genoemde bedrag
ad 422.669.81, uitgegeven voor werken, niet in den seizoen-
tijd uitgevoerd, slechts een achtste deel berekende voor het
verrichte straatwerk, in die wintermaanden meer straatwerk
was verricht dan de gemeente de laatste jaren des zomers
had aanbesteed. Het bewijs is geleverd, dat straatwerk in
den winter kan plaats hebben en dat het argument „seizoen
arbeid" niet te handhaven is. De rioleeringswerken en het
aanleggen van straten gaan door, ook al vriest hethoogstens
wordt het werk dan een paar dagen stil gelegd. Behalve in
den winter van 1929 heeft bij de vele straatwerken, welke
zijn uitgevoerd in de wintermaanden, de arbeid vrij wel geen
enkelen dag stil gelegen.
De Wethouder beriep zich ook op Rotterdam en noemde
het van spreker een kleinzielige methode om te roepen:
de heer Muus is nu weg! Dat was geenszins een kleinzielige
opmerking, want de Wethouder weet, dat de Directeur van
Gemeentewerken van Rotterdam en de Wethouder van
Rotterdam er precies zoo over dachten als de Directeur van
Gemeentewerken en de Wethouder van Leiden, maar dat,
zoodra te Rotterdam de man, die stuwend werk had verricht
op het gebied van de toepassing van het systeem van eigen
beheer, wegging, er een kentering is gekomen. Precies het
zelfde verschijnsel doet zich te Leiden voor. De vorige Direc
teur van Gemeentewerken en het toenmalige College van
Burgemeester en Wethouders waren vóór het eigen beheer
systeem, maar, zoodra ir. Driessen weg was, veranderde dit
College van inzicht.
Wat de verdeeling van de stad in secties betreft, heeft de
Wethouder een vergissing begaan, toen hij zeide, dat de Direc
teur van Gemeentewerken voor de verdeeling van de stad
in 3 secties gevoelde, want uit de notulen van de betreffende
Commissie-vergadering blijkt, dat de Directeur dat denkbeeld
van spreker heeft bestreden en zeide de voorkeur te geven aan
een verdeeling in 2 secties. Spreker wil dat wel even voor
lezen.
De heer Splinter acht dit overbodig, omdat hij alle stukken
bij zich heeft.
De heer Schüller doet opmerken, dat de Wethouder dan
niet moet zeggen, dat het niet waar is.